Antonis Pittas – Hold On
Antonis Pittas speelt in SMBA met de verschillende betekenissen van de uitdrukking ‘hold on’. Op zondag 10 januari verzorgt Tamara Kuselman een afsluitende performance.
Op papier zijn het negen werken. In werkelijkheid zijn het er 28 waarbij de meeste werken een gedeelde titel hebben. De tentoonstelling Hold on in SMBA, die nog tot en met aanstaande zondag te zien is, is gelaagd, en dat geldt niet enkel voor de twee-onder-een-kap werken. Throw hands, nummer vier op de plattegrond en ironisch genoeg ook vier enorme handen in de kleuren blauw, geel, rood en wit liggen uitnodigend met de handpalm naar de kijker toe. Het zijn ludieke en vooral fysiek aanwezige luchtkussens waarbij Bibendum-achtige vingers zich parmantig ontplooien. Door de ruimte heen liggen en hangen stenen klemborden met beelden van cyrillisch schrift, gebarende handen en politie geweld naast een stuk of zes TL-buizen die verspreid op de grond en tegen de in primaire kleuren geverfde muren aan staan.
In het werk van Antonis Pittas is niets toevallig en alles wat het lijkt, maar dan met een dikke stoflaag onderzoek over het werk heen. Jennifer Steetskamp noemde Pittas eerder een archeoloog van het nieuwe. Op zoek naar citaten in Engelstalige artikelen speurt hij online naar zinnen die ook zonder de originele context een bepaalde betekenis kunnen aannemen, zowel in algemene als in persoonlijke zin. Het eerste werk dat je dan ook begroet bij binnenkomst is een stapeltje A4’tjes waarop elke keer weer in dikke zwarte letters een zin staat, met een hoofdletter maar zonder punt: What is art responsible for; We speak a lot about the function of art, but what about its capacity; What is the radical potential of contemporary art. Het geduld en de precisie waarmee Pittas geen enkel citaat tweemaal heeft geprint doet de vergelijking van Steetskamp eer aan. Laag voor laag timmert hij zijn werken qua inhoud volledig dicht, tot er een werk overblijft zoals Untitled (mirror object). De combinatie van politieke soundbites, twintigste-eeuwse kunstgeschiedenis en de new age fascinatie voor ‘archetypische vormen’ zoals de rechthoek en cirkel vormen de gebruikelijke taart waar Pittas zijn werk graag zo triangulair en letterlijk drie dimensionaal als mogelijk uitsnijdt. Een graffiti gevonden op de muur van een Griekse straat, ‘My pussy is hotter than your molotov’, wordt in SMBA zwart op wit geprint in de vorm van een driehoek. Het is een eerbetoon aan het werk Mirror Object uit 1973 van Blinky Palermo. Maar het is ook een herinnering aan de vorm van kartonnen borden die door demonstranten tijdens Occupy Wall Street in 2011 zijn gebruikt. Het is ook een beetje grappig.
De in afwisselend blauw, geel, rood en wit geverfde muren en het plafond van SMBA worden niet als werk aangemerkt op de plattegrond. Hiermee leunt het overige ‘echte’ werk van Pittas nonchalant op het esthetische aura van de modernisten ofschoon het aan de toeschouwer wordt overgelaten de juiste referentie eruit te plukken. In een Nederlandse context, Pittas claimt immers werk te maken wat gevoelig is voor de plek, kan dit Theo van Doesburg zijn, en specifieker zijn ontwerp voor de Ciné Bal de l’Aubette in Straatsburg in samenwerking met Hans Arp en Sophie Taeuber-Arp. Het kan echter ook Barnett Newman zijn met de serie Who’ s afraid of Red, Yellow and Blue of de Mexicaanse architect Luis Barragán met de Torres de Satélite in Mexico Stad. Pittas zelf geeft de voorkeur aan het Russische Suprematisme, en met een werk als Untitled (mirror object) is de cirkel helemaal rond. Het is immers Black Square van Malevitsj wat als directe inspiratie voor Mirror Object van Palermo heeft gediend. Het oplepelen van een kunststroming uit de twintigste eeuw die al uitentreuren is gebruikt en hergebruikt, zoals bovenstaande werken aantonen, kan worden gerijmd met het verlangen reeds bestaande zinnen uit de originele context te rukken en naar eigen inzicht in te zetten. De westerse kunstgeschiedenis heeft dit niet (meer) nodig, daar heeft zij zelf voor gezorgd: naslagwerken zoals Gardner’s Art Through the Ages maken van de kunstgeschiedenis een verknipt narratief waar de lelijke randjes en losse eindjes worden weggelaten. Het dagelijkse nieuws lijdt aan eenzelfde verlangen zodat gebeurtenissen als een coherent en en vooral causaal geheel worden gepresenteerd. Pittas neemt het daarom op zich de gepresenteerde politieke en artistieke momenten te hercontextualiseren in een vibrerende ruimtelijke presentatie. Zelfs in de werkelijkheid zitten er soms causale verbanden.
Het verlangen terug te grijpen op het modernisme legt Pittas zelf uit als een referentie naar het moment waarop het idee van het ‘nieuwe’ is geïntroduceerd. Toch ligt er volgens mij meer in dan dat. De cyclus waar de Russische avant-garde deel van uitmaakt kan enkel worden gezien binnen het construct van de kunstgeschiedenis waarbinnen het werk als acceptabel revolutionair door zowel critici als kunstenaars werd gezien in Europa en daarbuiten. Zonder deze consensus, geen vermelding in de (kunst)geschiedenis, geen plek in de verzameling van George Costakis en geen jonge Pittas met een ontluikende liefde voor die stroming. Barragán, Palermo of Newman hebben werk gemaakt als een citaat, en dit circulaire aspect, waarbij de slang in haar staart bijt, geeft de nieuw gemaakte werken een lading die het los daarvan niet kon hebben omdat een zwarte driehoek uit 2012 niet een zwarte driehoek uit 1973 kan zijn. Toch vindt er tussen 1973 en 2012 een uitwisseling plaats waarbij beide werken aan het langste eind trekken. Pittas’ circulaire opvatting van geschiedenis komt hierbij volledig tot haar recht.
Deze strategische manier van werk maken kan dan ook terug worden gelezen in de behoefte actuele politieke statements immer naast een zeer invloedrijke kunststroming te presenteren, wat bijna een vorm van l’art pour l’art gone political wordt waarbij Pittas tracht ons de bittere pil met een lepeltje kunsthistorisch suiker te laten slikken. Het is in de linkse kunstwereld echter niet vreemd om Angela Merkel als impersonificatie van het hedendaagse politieke Duitsland te laten fungeren en het onevenredig harde en hypocriete Europese beleid met betrekking tot de financiële crisis in Griekenland als spin-off van de binnenlandse economie te zien. Dit maakt het herkennen van de bittere pil als zodanig wat lastig. Het voelt alsof een dubbele politieke en artistieke consensus naast elkaar is gelegd en als decoratief geheel de kijker een modieuze doch prettige puzzel voorschotelt.
De titel is in deze zin een vrije aanwijzing. ‘Hold on’, een titel die volgens de bijbehorende tekst speels en veelzijdig kan zijn, refereert vrij letterlijk naar de aanwezigheid van de handen in velerlei vormen. Zo is er naast de eerder genoemde elementen op elke muur een paar handen geprint als een verwassen sticker op een vale trui. Het zijn niet alleen gebarende handen, maar ook producerende handen die het narratief van de kunstenaar als schepper letterlijk kracht bijzetten. De kunstenaar als utopisch denker en doener die het aanbreken van een nieuwe dageraad aandrijft door de samenleving met ideeën te verrijken. Voor nu hangt de blauwe hand als een ontdaan poppetje lusteloos tegen de muur, maar schijn bedriegt. Het houdt een bronzen kegel stevig onder de duim: ook bij utopieën gaat het mis.
Antonis Pittas – Hold on
SMBA Amsterdam
27.11.2015 t/m 10.1.2016
Alle foto’s courtesy SMBA, fotograaf Gert Jan van Rooij
Alix de Massiac
is redacteur bij Metropolis M en maakt podcasts