Borstentrossen in Arnhem
Subtiel is Queensize niet te noemen, maar misschien is dat wel verstandig voor een tentoonstelling in een land waar 45 procent van de vrouwen ooit slachtoffer is geweest van lichamelijk of seksueel geweld.
Er is iets mis met Queensize. De tentoonstelling die een gedeelte van de vrouwelijke kunstenaars presenteert uit de collectie van de Duitse verzamelaar Thomas Olbricht is oorspronkelijk gemaakt voor de Collectors Room Berlin/Stiftung Olbricht, en is nu doorgereisd naar Arnhem, waar het dezelfde titel en min of meer dezelfde opstelling heeft. Dat moet ook wel, want de thematische presentatie is inhoudelijk strak geregisseerd door Nicola Graef en Wolfgang Schoppmann. In drie delen word je langs negentig werken heen geloodst.
Gelijk na de de eerste ruimte worden we begroet door Kiki Smith’s honderd ingedeukte karmozijnen bollen van glas die in een s-vorm door twee zalen heen slingeren. Het heet Bloodline, en verwijst naar de geboorte, menstruatie en seksualiteit.
De tentoonstelling heeft een feministische insteek qua opbouw, wat zich in het eerste vertrek nog gedeeltelijk op de vlakte houdt met vage verwijzingen rondom de geboorte. De grote afwezige is uiteraard de man in al zijn glorie, maar gelukkig zijn er legio werken die hem en zijn invloed oproepen. Mislukt feminisme in een notendop.
Het werk Egoïste van Sylvie Fleury bevestigt dit. In het bijbehorende boekje wat toelichting biedt op de werken wordt benadrukt dat de neonsculptuur die het woord ‘egoïste’ spellen, hetzelfde lettertype heeft als het mannenparfum van Chanel. Opportunistisch wordt even later door Graef beweerd dat het woord verwijst naar de eerste staat van zijn, zwelgend in zelfzuchtige onschuld. De reclame uit 1990 voor dit parfum toont echter een stel woedende vrouwen achter de ramen van een hotel die zich verontrust uitlaten over zijn afwezigheid. We zien enkel de ontblote arm van de egoïstische man in kwestie, die nonchalant het flesje op de balustrade neerzet. Zijn zelfverkozen absentie maakt de vrouwen furieus en op bombastische muziek klappen de luiken voor de ramen open en dicht om uiteindelijk met een laatste scheldkreet ‘Egoïste!’ definitief dicht te knallen.
Natuurlijk, het overnemen van een code betekent niet automatisch het reproduceren van de (vermeende) waarde die een modemerk graag wil uitdragen, maar de specifieke lezing van de curatoren is net iets teveel van het goede.
Het prachtig beweeglijke schilderij Fishnet van Helene Appel wordt evenzeer utilitair in de strijd gegooid. Dunne aquamarijne lijntjes trekken bibberige ruitjes over het witte vlak die van links naar recht in een opwaartse beweging het gehele visnet van het canvas doen vallen. Dit zou moeten staan voor ‘het net van maatschappelijke codes waarmee wij vanaf onze geboorte te maken hebben’. Blikvanger in het midden van de kamer is Balasana van Patricia Piccini, een sculptuur van een jong meisje op een tapijtje in child’s pose. De kleine kangoeroe op haar rug hijgt teder in haar nek, de poten vereeuwigd in rigor mortis.
De tweede ruimte is een lang tussenstation, tussen geboorte en dood in. Daar waar in het echte leven de liefde wordt bedreven, de vaat uitgeruimd, postzegels verzameld en vriendschappen gevierd. Maar in deze tentoonstelling gaat het vrouw-zijn vrijwel uitsluitend over de obsessie met het lichaam en de veelal seksuele identiteit.
De uitdagende prostituees met opgezwollen vulva van Marlene Dumas, de zoekende tieners van Rineke Dijkstra wiens jonge lichamen gehuld in ielige bikini’s een hoog lolita gehalte hebben of de Study for blonde jerking off van Lisa Yusjavage, een vleeskleurig poppetje op een appelgroene achtergrond, de hand op het kruis. Om het iets minder claustrofobisch te laten lijken is er nog wat ruimte voor de vrouw en haar interieur, vrijwel exclusief gelinkt aan een exorbitant luxueuze financiële situatie.
Tina Barney toont de well-to-do van New England, Daniela Rossell the rich and famous van Mexico. Een zeer beperkte visie op wat een (vrouwen)leven te bieden heeft, wat zich hier tot vervelens toe verhoudt tot de status van een jonge vrouw, een rijke vrouw of een brutale vrouw want een dildo voor haar kruis houdende zoals in de Artforum/ Linda Benglish advertentie van Kirsten Stoltmann.
Het zal vast allemaal ironisch, met een knipoog of god verhoede als kritiek bedoeld worden. Maar wat ik zie zijn de borsten van Pamela Anderson, niets meer en niets minder. Het zal best dat de werken individueel de issues rondom seksisme, de representatie in de media en identiteit adequaat aanspreken, maar het metaverhaal wat erover heen hangt is in elk opzicht grotesk. In die zin doet het me denken aan de omgedraaide-wereld-tentoonstelling van Arjan de Nooy, de Haagse fotograaf die in 2012 een tentoonstelling bij GEMAK maakte en waar Marja Pruis smakelijk over heeft geschreven in De Groene Amsterdammer. Ook op deze site is er kortstondig over bericht.
De Nooy ontdekte een vergeten feministisch fotoblad uit 1977 genaamd Haarscherp en besloot het opnieuw uit te geven. De lancering werd vergezeld van een tentoonstelling van de foto’s uit het blad en een debat over de ‘vrouwelijke’ blik in de fotografie. Om een lang verhaal kort te maken: De Nooy nam iedereen in het ootje en de beelden zijn, een grotere zonde bestaat er niet, tenzij je met de uit Amerika overgewaaide sex positives spreekt-, grotendeels uit de reguliere porno gelift. Een oude pornofilm, dat dan weer wel. Het pijnlijke verschil is dat deze hap slik weg esthetiek hier serieus dient te worden opgevat, er is geen spatje humor te bekennen in de tentoonstelling.
Siri Hustvedt stelt in haar interview in de bijbehorende publicatie dat ze de vrijheid wil hebben te schrijven over uiteenlopende onderwerpen, of dit nu vraagstukken rondom vrouwelijkheid of bijzondere eigenschappen van zeeschildpadden zijn. Het zou in principe een alleszins normaal streven moeten zijn, maar gewoon zijn is er in Queensize voor de doorsnee vrouw domweg niet bij. Ook Julia Roberts en Mia Farrow ontkomen in de schilderijen van Dawn Mellor niet aan de bloederige core business van het vrouw-zijn.
Bovengenoemde kunstenaars zijn namen die om met beleidsmakers te spreken ‘top’namen zijn, en werken die voor een overgroot deel mondiale exposure hebben gehad. En a priori is er een paar vaag esoterische schilderijen daargelaten bij het eerste gedeelte niets op de selectie aan te merken. Het meisje wat in de film van Rineke Dijkstra een steelse blik op de camera werpt alvorens te beginnen aan een stomme playback show op ‘I wanna be with you’ van de Backstreet Boys ontroert in haar heimelijke schalksheid en hoge jaren negentig gehalte. En zelfs het laatste gedeelte doet me goed mits je de onzinnige link tussen mannen en eeuwig geweld vergeet die Graef in haar tekst in de publicatie van een islamofoob tintje begeleidt.
Het is een ruimte waar er veel meer video’s zijn dan in de twee voorgaande gedeeltes zoals de animatiefilm Greed van Nathalie Djurberg waar suggestieve kleien poppetjes zichzelf en de anderen verwonden of de Dance Macabre waarin Ulla von Brandenburg gedurende 55 seconden de dood vrolijk tegemoet hupst. Subtiel is de tentoonstelling niet te noemen, maar misschien is dat wel verstandig in een land waar 45 procent van de vrouwen ooit slachtoffer is geweest van lichamelijk of seksueel geweld.
Vergeet trouwens bij het verlaten van Museum Arnhem niet te kijken naar de beelden in de tuin en te genieten van de prachtig absurdistische glazen borstentros van Maria Roosen.
Queensize
Museum Arnhem
13.2 t/m 16.5.2016
Alix de Massiac
is redacteur bij Metropolis M en maakt podcasts