metropolis m

Op de rode bank in het auditorium van het Stedelijk Museum zit een blonde jongen, strak in het pak. Het is Vaginal Davis’ escort, die onder luid applaus het podium betreedt. De witte jurk en het glimmende rode haar maken haar tot een ware celebrity. Hoewel haar armen wel erg gespierd zijn voor een Hollywoodster en haar gezicht hoekig en grof.

Vaginal Davis is alles ‘net-niet’: net-niet vrouw, net-niet gay (daar is ze te punk voor), net-niet punk (daar is ze weer te gay voor), net-niet Amerikaan (ze woont al jaren in Berlijn). Een freak, zegt ze zelf. In haar lecture-performance Sassafras, Cypress & Indigo Black Screen Images and the (e)motive Notion of Freakiness leest Davis voor van pagina’s uit een glossy. Halfnaakte mannen kijken zwoel het publiek in. Haar neutrale voorleesstem suggereert dat ze een serieuze lezing geeft over haar werk en films die haar beïnvloed hebben. Maar de woordenstroom staat bol van referenties en haalt alles en iedereen onderuit.

Zo vertoont ze (delen van) haar eigen films That Fertile Feeling (1986) en The White to be Angry (1999). De eerste gaat over een vrouw wiens vliezen breken terwijl ze met een vriendin voor de tv zit. Ze schateren en kletsen als typische reality-tvvrouwen. Snel rennen ze naar de auto, maar daar blijkt dat de vriendin niet kan rijden. Opnieuw geschaterlach.

In The White to be Angry laat ze zich uit over de ‘black gay man’, zie zich aangetrokken voelt tot een skinhead. Eerst zien we een dikke, witte vrouw die zich volpropt met chips en frisdrank en aan een stuk door ratelt. Naast haar zit een neo-nazi. Vervolgens loopt hij over straat met zijn pitbull. De ‘black gay man’ komt aangelopen met de allure van een catwalk model, hij draagt een korte broek. Flirtend passeert hij de skinhead.

Iedere keer als er een filmfragment begint, laat Vaginal Davis zich van het katheder begeleiden door de naamloze knappe jongen naar de bank. Het geluid van de films is schel, de conversaties zijn met moeite te verstaan. Is dit een bewuste interventie, om de spot te drijven met het gelikte Stedelijk en haar keurige publiek? We zitten in de zaal als brave studenten die niet durven toe te geven dat ze weinig van het college meekrijgen.

Davis laat ook scenes zien uit Mandingo (1975) en The Devil’s Son in Law (1977). Aan de hand van deze cultklassiekers illustreert ze nogmaals het fenomeen ‘freak’. Na wat verdieping in het blaxploitation filmgenre wordt me duidelijk wat Davis’ fascinatie is met deze films. Het principe van exploitation films uit de jaren ’70 was dat de makers onderwerpen als geweld en slavernij zozeer uitbuiten dat het onderwerp werd uitgehold. Hiermee kon een specifieke doelgroep aangesproken worden, zoals de ‘urban black community’. Op deze manier betoogden ze aan hun investeerders dat ze de financiering rond konden krijgen.

Davis begint ook over de omstreden horrorcultklassieker Freaks uit 1932, een intiem portret van dwergen en misvormden. Hoe intiem het verhaal ook mag zijn, de makers waren zich ervan bewust dat ze een groep sensatiekijkers aantrokken die zich zouden vermaken met het kijken naar deze outcast. In dezelfde kans die de misvormden krijgen om begrepen te worden, worden ze weggezet als freaks. En zo valt een ware freak overal buiten.

Sassafras, Cypress & Indigo Black Screen Images and the (e)motive Notion of Freakiness. Een titel vol cryptische woorden die slechts te ontrafelen zijn met urbandictionary.com. ‘Sassafras’ betekent naast drugs en penis ook ‘A term used in the American Northeast to describe human hair, usually red, that closely resembles a lion’s mane. Usually unruly and untamed.’. En ‘indigo’ staat voor ‘a mixture of gay and black porn’. Doet de vorm van deze titel ook niet erg denken aan die van poëtische maar vaak onbegrijpelijke Cultural Studies-werken? Laat haar nu net aan die ‘Cultural Studiestypes’ refereren met ‘dry as Melba Toast’.

De ‘lezing’ lijkt voorbij te zijn; we mogen onze vragen stellen. Maar Vaginal Davis gaat wel drie kwartier langer door dan op het programma is aangegeven. Wat vindt ze van de huidige situatie in Amerika? Ze geeft er geen antwoord op, maar begint een eindeloos verhaal over één van haar werken, vol persoonlijke uitstapjes. Sassafras is een door-en-door gelaagde lecture-performance, tot in de details uitgewerkt: op subtiele wijze kucht ze middenin het woord ‘his-story’.

Vaginal Davis heeft iedereen in haar greep. Ze lijkt een gay best friend in de zoveelste Hollywoodfilm; giechelend, charmant en een beetje gemeen. Maar het volgende moment is ze ‘gewoon’ de performancekunstenaar die in Berlijn woont en haar werk uiterst serieus neemt. Soepel beweegt ze zich tussen alle mogelijke rollen en wij blijven verward achter.

Vaginal Davis – Sassafras, Cypress & Indigo Black Screen Images and the (e)motive Notion of Freakiness vond plaats op 20 maart in het Stedelijk Museum Amsterdam als onderdeel van het Spring Performance Festival 2016

foto’s Ernst van Deursen

Anne Marijn Voorhorst

is dichter en schrijver

Recente artikelen