Het Blavatsky observatorium
Het observatorium dat kunstenaar/architect Santiago Borja bovenop Huis Sonneveld heeft gezet, vertoeft als een ongemakkelijk toupetje bovenop dit monument van het Nieuwe Bouwen. Wat wil de kunstenaar ermee?
Huis Sonneveld in Rotterdam heeft tijdelijk een rieten hoedje, ontworpen door Santiago Borja. Na interventies van Richard Hutten en Petra Blaisse in voorgaande jaren, is nu de Mexicaanse kunstenaar en architect aan de beurt. Hij is de eerste van drie internationaal gerenommeerde kunstenaars die curator Erich Weiss vroeg te ‘reageren’ op de vrijstaande jaren-dertig-woning aan de rand van het Museumpark, op het oude Land van Hoboken. Borja plaatste een observatorium op het platte dak en creëerde zo een plek voor contemplatie, hoog boven het maaiveld.
Het observatorium is gebaseerd op Borja’s onderzoek naar de invloed van het westerse esoterisme op de principes van het Nieuwe Bouwen, en gewijd aan Helena Blavatsky. Deze dame stichtte aan het einde van de negentiende eeuw de Theosophical Society in New York. Theosofie; het is een in nevelen gehuld fenomeen. In de schaduw van het modernisme en de eeuwige religierellen, geloven aanhangers van deze leer niet in één religie, of één enkele schepper, maar in een synthese van wetenschap, godsdienst en wijsbegeerte. En in het streven naar een betere wereld is iedereen in essentie één. Altruïsme en mededogen zijn daarbij hoofdzaak.
Huis Sonneveld is doorspekt met theosofie. Althans, theoretisch bezien. Het is me nooit helemaal duidelijk geworden hoe zich dit in de praktijk manifesteert. Enfin, de Rotterdamse fabrikant Cees van der Leeuw was een overtuigd theosoof. Hij liet bureau Brinkman en Van der Vlugt niet alleen de befaamde Van Nellefabriek ontwerpen, maar liet hen ook los op verschillende theosofische verenigingsgebouwen in het oosten van het land. Uiteindelijk wendde ook directielid Albertus Sonneveld zich tot het bureau. Dit leidde in 1933 tot de moderne, witbetonnen Sonneveld-villa.
Deze theosofische geschiedenis stimuleerde Borja, die kunst, architectuur en antropologie met elkaar combineert, tot het creëren van het Blavatsky-observatorium. De tijdelijke toevoeging is van ver te zien en vertoeft als een ongemakkelijk toupetje boven op het huis. Bij aankomst op het dak blijkt het observatorium stervormig en zeshoekig te zijn. De constructie heeft een grote open nok die zicht geeft op de grijze lucht. Het ruikt er vreemd; de rieten overkapping is zojuist besproeid met water. Op de ronde vloer, die versierd is met allerlei geometrische figuren, liggen kleine plasjes.
De specifieke vorm van het observatorium leidde Borja af van ‘esoterische geometrie’ – wat het ook moge zijn – zoals Paul Schatz’ omkeerbare kubus uit 1929. Met het riet legt hij een verbinding met de traditionele dakbedekking in Nederland, maar het materiaal verwijst ook naar eerder werk. Zo plaatste Borja het silovormige en grotendeels rieten werk Sitio (2011) naast Villa Savoye van Le Corbusier in Poissy, nog zo’n modernistisch prototype.
Blijft de vraag wat exact de invloed van het westerse esoterisme op de principes van het Nieuwe Bouwen is. Pure, universele geometrie? Heb ik her en der symbolische samenhang gemist? Of dient het observatorium alleen als een vredige publieke ruimte? Ik blijf met meer vragen achter dan ik al had, wat op zich ook een doel kan zijn uiteraard. Toch hoop ik maar dat Borja zijn onderzoek gaat publiceren, want anders blijft het voor mij een in nevelen gehuld fenomeen.
Santiago Borja
A Mental Image – Blavatsky Observatory
Huis Sonneveld, Rotterdam
13.2 t/m 22.5.2016
Beeld courtesy Het Nieuwe Instituut
Lindy Kuit
is kunst- en architectuurhistoricus