Leyla Aydoslu, ‘2023, IV’, 2023, courtesy de kunstenaar & Fred&Ferry, Antwerpen, foto Gert Jan van Rooij
Kunst kijken mét het bos – de natuur maar dan anders bij Lustwarande
Als antwoord op deze tijd van ecologische crises en natuurcatastrofes proberen de curatoren Chris Driessen en kunstenaar Isabelle Andriessen van de huidige editie van Lustwarande de relatie van mens en natuur anders te formuleren. Met het langzaam verkleurend bos als decor loopt Charlotte Fijen langs de tien speciaal voor de gelegenheid gemaakte kunstwerken in het Tilburgse bospark.
De Oude Warande is een van mijn favoriete bossen in Tilburg. Het ligt op een steenworp afstand van mijn ouderlijk huis en voelt daardoor een beetje als mijn achtertuin. Het park werd tussen 1712 en 1715 aangelegd in de barokke stijl en is het best bewaarde sterrenbos van Nederland. In een sterrenbos lopen alle lanen naar elkaar toe en ontmoeten elkaar in het midden, waardoor de plattegrond een ster vormt. Precies in het midden van het bos, op de rotonde, ligt Grotto. Dit paviljoen werd in 2009 ontworpen door Callum Morton ter gelegenheid van de negende editie van Lustwarande. Hoewel de meeste werken na afloop van de tentoonstelling weer worden afgebroken of weggehaald, is het weerspiegelende gebouw van Morton behouden en omgevormd tot café dat naast koffie en gebak ook de tentoonstellingsgids van de huidige editie van Lustwarande verkoopt. Ik sla de gids open en zoek op de plattegrond naar de kunstwerken.
Lustwarande 2023 heeft als titel Eartheaters. Volgens curatoren Chris Driessen en Isabelle Andriessen, dient deze editie ertoe ‘de toenemende neiging de planeet niet langer genadeloos te exploiteren maar ons te zetten naar en te voeden met het ritme van de aarde’. Een eartheater, zo wordt er geschreven in de introductietekst, is één met de aarde. Het theoretische kader waarin Driessen en Andriessen de tentoonstelling inbedden komt voort uit het gedachtengoed van het Posthumanisme en feministische filosofen als Donna Haraway, Karen Barad, Mel Y Chan en Stacy Alaimo.
Centraal in deze filosofische stroming staat het besef dat de mens niet het middelpunt is van het leven op aarde, maar slechts een klein onderdeel van een complex systeem waarin levende én niet-levende entiteiten een stem hebben. Planten en dieren, maar ook water, steen, vuur en digitale data worden als gelijkwaardig beschouwd, wat vragen oproept over de verstrengeling van levende en niet-levende lichamen. Wat betekent het bijvoorbeeld als microplastics worden opgenomen in het menselijk lichaam, olie wordt gedumpt in een rivier, of chemicaliën terecht komen in de aarde van De Oude Warande? Met het thema Eartheaters nodigen de curatoren van deze editie van Lustwarande de deelnemende kunstenaars uit om nieuw werk te maken waarin ze nadenken over deze problematiek en kritische vragen stellen over de rol van kunst bij het opnieuw vormgeven van onze relatie met de aarde.
Met mijn neus nog in de gids, loop ik bijna het werk Sweet Expanse van Matea Bakula voorbij, dat een eindje bij het pad vandaan staat. De zon schijnt op het bruinoranje oppervlak van de metershoge sculptuur, waardoor het haast licht lijkt te geven. Achter het glas van de rechthoekige kolom is een soort explosie van oranjeachtige kleuren te zien, die precies op het moment van ontploffing lijken bevroren.
De tekst in de gids verklaart wat ik zie: binnenin de kolom heeft Bakula suiker en polystyreen geplaatst, wat zorgt voor een onconventionele samensmelting van natuurlijke en synthetische materialen. Het resultaat is indrukwekkend, de gekarameliseerde suiker druipt over het piepschuim heen waardoor er een miniatuurlandschap ontstaat dat niet alleen de kunstbezoekers, maar ook de bijen in het bos intrigeert.
Een stukje verderop vind ik op de grond het werk Gretel van Nicolas Deshayes. Het is een grijze sculptuur die doet denken aan een uitvergrote doorsnede van huid met haren, het zou niet misstaan als schaalmodel in een biologielokaal. Deshayes is gefascineerd door de menselijke drang naar hygiëne, zo licht de gids toe. Zijn werk becommentarieert de kloof tussen de manier waarop we ‘de werkelijkheid graag zien – hygiënisch, gladgestreken en overzichtelijk – en de daadwerkelijke viezigheid, lichamelijkheid en ongecontroleerdheid die daaronder borrelen’. Kijkend naar het werk is de viezigheid ver te zoeken, het stuk huid is verworden tot een massief grijs blok waaruit zes langwerpige ‘haren’ steken. De tegenstelling in dit werk klinkt weliswaar interessant, het is lastig te rijmen met de thematiek van Eartheaters. Ik kan niet ontwaren op welke manier Gretel reflecteert op de relatie met de aarde en dus loop ik – ietwat verward – door naar het volgende werk.
Op een viersplitsing aan de zijkant van De Oude Warande kom ik het werk Divans tegen van Tiril Hasselknippe. Van veraf lijken het betonnen sculpturen waarop je zou kunnen zitten, maar eenmaal dichterbij blijken de drie sculpturen opvallend zacht. Ze zijn gemaakt van styrofoam dat is behandeld met een glimmend laagje lakverf en epoxy. De tegenstelling in het materiaal en de onderlinge afstand tussen de sculpturen sluit volgens de gids aan bij de centrale vraag die in Eartheaters wordt gesteld: ‘hoe (over)leven we samen ten tijde van complexe, in elkaar grijpende catastrofen?’ Hoewel ik deze vraag in eerste instantie niet uit de inleidende tekst gefilterd had, is hij zeker relevant in het werk van Hasselknippe. De sculpturen zijn zo opgesteld dat ze een groep vormen maar zich toch afwenden van elkaar; als er drie mensen op de werken zitten zouden ze elkaar niet aankijken. Om een connectie met elkaar te maken moet je moeite doen, lijkt Hasselknippe duidelijk te willen maken. Zo vormt Divans een subtiele belichaming van hoe levende en niet-levende lichamen op aarde niet direct met elkaar de verbinding aangaan, terwijl ze wel samen op dezelfde planeet moeten overleven.
Wat opvalt tijdens mijn wandeling langs de tien kunstwerken van Eartheaters is dat de materiaalkeuze bij veel werken een belangrijke rol speelt. Dit wordt ook weerspiegeld in de bijbehorende teksten in de gids, mede geschreven door Marsha Bruinen en Hidde van Greuningen, die opvallend vaak ingaan op de materialen waarvan de werken vervaardigd zijn. Denk bijvoorbeeld aan de suiker en polystyreen van Sweet Expanse, of het styrofoam bekleed met lakverf en epoxy van Divans. Ook bij 2023, IV van Leyla Aydoslu wordt geschreven over de inspiratie die ze putte uit afgedankte bouwmaterialen, bij Untitled (cloud chamber 6 & 7) van Jan Hüskes wordt zijn gebruik van hout beschreven, en bij Uncovered Sequence van Yein Lee wordt uitgeweid over haar mensfiguren die zijn opgebouwd uit takken en gevonden objecten overgoten met epoxy en polymeergips. Hoewel de introductietekst slechts zijdelings spreekt over de materialiteit van de werken, worden de materialen van de werken wel vaak voorgesteld als eerste aanknopingspunt om na te denken over onze verstrengelingen met de aarde, bijvoorbeeld door de combinaties van synthetische en natuurlijk materialen. Het soms ingewikkelde theoretische kader van Eartheaters wordt zo door de kunstenaars tastbaar gemaakt, waardoor de kunstbezoekers aan het denken worden gezet over hoe wij zouden kunnen nadenken mét de aarde in plaats van over of op de aarde. Ik kan de dertiende editie van Lustwarande dan ook niet anders dan geslaagd noemen en de reden daarvoor is simpel: ik loop buiten in de zon, hoor de vogels zingen, het ruisen van de wind en ik kijk naar kunstwerken die me laten reflecteren op de wereld waarin ik leef.
Lustwarande 2023: Eartheaters is nog t/m 22.10.2023 te bezoeken in De Oude Warande in Tilburg. Voor meer informatie over deze editie van Lustwarande, zie de website.
Charlotte Fijen
is kunsthistoricus