metropolis m

Zaaloverzicht Thea Djordjadze, ’the ceiling of a courtyard’ (2023), bij WIELS, Brussel. Foto: We Document Art

Thea Djordjadze, oud-student aan de Rietveld Academie (een jaartje, maar het schept een band), reageert in haar huidige solo bij WIELS op de architectuur van de Brusselse kunstruimte, die eens de grootste en modernste brouwzaal van Europa was. Steeds weer vraag je je in deze installatie af als bezoeker: waar stopt de scenografie, en waar start het kunstwerk?

Voor haar eerste solotentoonstelling in de Benelux bouwt kunstenaar Thea Djordjadze voort op haar intussen indrukwekkende oeuvre. Al jaren reageert ze met haar werk rechtstreeks op de ruimte waarin het tentoongesteld wordt. Nu is het de beurt aan WIELS, de Brusselse kunstruimte die in de jaren 1930 werd gebouwd en niet alleen de grootste, maar ook de modernste brouwzaal van Europa moest worden.

Met haar expositie the ceiling of a courtyard reageert de kunstenaar op die postindustriële architectuur en de grote raampartijen die daar onderdeel van uitmaken. Het zonlicht dat naar binnen valt laat Djordjadze reflecteren in aluminium en stalen panelen en in het glas dat haar foto’s en prints beschermt en soms ook zelf beschilderd is. Naast glas gebruikt de kunstenaar ook kussen, schuimspons en tapijt: materialen die worden ontdaan van hun oorspronkelijke functie. Samen vormen ze een scenografie die het midden houdt tussen intuïtieve verzameling en doordachte studie.

Zaaloverzicht Thea Djordjadze, 'the ceiling of a courtyard' (2023), bij WIELS, Brussel. Foto: We Document Art

Djordjadze studeerde af in Tbilisi in 1995, twee jaar na het einde van het Georgisch-Abchazisch conflict. Ze begon als schilder, maar maakte steeds vaker installaties Nadien volgden opleidingen aan de Gerrit Rietveld Academie en de Kunstakademie Düsseldorf, waar ze in de klas van kunstenaar Rosemarie Trockel zat, met wie ze nadien regelmatig tentoonstelde). Van 1999 tot 2003 was ze lid van het collectief hobbypopMUSEUM, dat interactieve installaties produceerde. Vorig jaar nam ze deel aan het op performancekunst gerichte Kunstenfestivaldesarts in Brussel.

Steeds weer vraag je je af als bezoeker: waar stopt de scenografie, en waar start het kunstwerk? 

Zaaloverzicht Thea Djordjadze, 'the ceiling of a courtyard' (2023), bij WIELS, Brussel. Foto: We Document Art

Dat dramaturgie een centraal onderdeel vormt van haar praktijk, merk je ook wanneer je rondloopt door de expositie in WIELS. Steeds weer vraag je je af als bezoeker: waar stopt de scenografie, en waar start het kunstwerk? Een lange houten bank lijkt je de mogelijkheid te geven het geheel rustig gade te slaan, maar dan blijkt het tapijt dat erop ligt een kunstwerk te zijn, en geen moment van lichamelijk comfort voor de bezoeker. Zulke verwarring en ambiguïteit houden de tentoonstelling over de hele verdieping spannend. Djordjadze stelt met haar werk niet enkel de architecturale omkadering van het instituut in vraag, maar ook de perceptie van jou als bezoeker.

Terugkerend motief in zowel Djordjadzes gehele oeuvre als in deze tentoonstelling is de vitrine. De kunstenaar toont de glazen kast als object an sich, maar gebruikt het ook om de aandacht te vestigen op iets anders, zoals gebakken kleien elementen of om weerstand te bieden tegen de dominante verticale architectuur van het gebouw. Achter het glas zijn foto’s van antropomorfe vormen en schijnbare archiefbeelden van archeologische (museum)presentaties te zien. Ze worden als gelijkaardig aan elkaar getoond, zonder onthulde logica.

Het geheel krijgt daardoor een erg persoonlijk, je zou kunnen zeggen raadselachtig karakter. Het ‘waarom’ van de werken en hun onderlinge ordening blijft onderworpen aan een door de kunstenaar verborgen geheim. Hoewel Djordjadze geen duidelijk parcours aangeeft in haar tentoonstelling, wordt wel de blik van de toeschouwer weldegelijk gestuurd. De werken worden hoog en dan weer laag bij de grond gepresenteerd en in het glas ziet de kijker zichzelf al zoekende weerspiegeld.

Zaaloverzicht Thea Djordjadze, 'the ceiling of a courtyard' (2023), bij WIELS, Brussel. Foto: We Document Art

De installatie The easy isn’t done easy (2007/2023) bestaat uit gebroken glas dat wordt ingekaderd door halfdoorschijnende katoenen doeken. Door die katoenen vitrine heen schemeren de schimmen van andere toeschouwers door; ze worden deel van het werk. Het is een voorbeeld van hoe Djordjadzes kunst continu aan verandering onderhevig is. Haar werk is vluchtig en fragiel.

Verwarring en ambiguïteit houden de tentoonstelling over de hele verdieping spannend. Djordjadze stelt met haar werk niet enkel de architecturale omkadering van het instituut in vraag, maar ook de perceptie van jou als bezoeker

Het raadselachtige in Djordjadzes werk dient ook om institutionele conventies mee te bevragen. Zo laat de kunstenaar bijschriften achterwege. Slechts een summiere tentoonstellingstekst moet volstaan. Conceptueel doen zulke besluiten denken aan kunstenaar Reinhard Mucha, die ook ‘het tentoonstellen’ zelf tot thema van zijn tentoonstellen maakt. De titels die Djordjadze aan haar sculpturen en ensembles geeft worden haast onderdeel van die werken. Zo heet een geheel van veertien reflecterende stalen en aluminium platen Promise not to show (2016/2023), wat een kwinkslag lijkt op afspraken gemaakt tussen museum en kunstenaar.

In de reacties die Djordjadze formuleert op instituten en hun architectuur zijn ook referenties naar de kunstgeschiedenis nooit ver weg. Er zit bijvoorbeeld iets van het revolutionair minimalisme van Donald Judd in de werken, hun materialen en geometrie. Maar meer nog doet Djordjadzes werk aan dat van de overleden pionier Anne Truitt denken, in wier werk de zuil een centrale plaats toebedeeld kreeg. Dragend noch functioneel stelde Truitt het tentoon in musea.

Zelf zei Djordjadze ooit dat ze het gebouw analyseert als lexicon en de onderdelen samenstelt als gedicht. Het is die abstracte, poëtische benadering die ervoor zorgt dat de tentoonstelling beklijft.

Thea Djordjadze. the ceiling of a courtyard, nog tot 7 januari 2024 in WIELS, Brussel, in het kader van Europalia Georgia. In Fondation Beyeler is ze een van de hedendaagse kunstenaars die tot 28 januari in dialoog gaat met de werken van Niko Pirosmani, Georgisch avant-garde kunstenaar die ook op Europalia aandacht krijgt. Tot 24 augustus 2024 neemt Djordjadze ook deel aan de groepstentoonstelling Home Is Where You’re Happy in Haus Mödrath, Kerpen, vlakbij Keulen.

Sander Bortier

is kunsthistoricus

Recente artikelen