metropolis m

Thu Van Tran, ‘Encre assassin – Écrire,’ (2024) Write as the beasts cry at night, 2024, La Loge, courtesy de kunstenaar en Almine Rech. Foto: Lola Pertsowsky.

In het Brusselse La Loge onderzoekt de Frans-Vietnameese Thu-Van Tran met het ‘moordzuchtige’ methyleenblauw en Marguerite Duras’ Écrire (1993), hoe om te gaan met het koloniale verleden van Vietnam. Jasper Delva ging kijken en belandt in een ruïne waar taal zowel afgebroken als heropgebouwd wordt.

Write as the Beasts Cry at Night start met het werk Encre assassin – Écrire (2024). Aan de muren in de meest krappe ruimtes van La Loge, van de gang tot de trappenhuizen, hangen 41 kaders met blauwe pagina’s waarvan we beide zijden kunnen lezen. De schijnbaar willekeurige verzameling bladzijden in een eveneens ogenschijnlijk willekeurige volgorde komt uit de bundel Écrire (1993) van Marguerite Duras waarin wordt beschreven hoe haar persoonlijke leven en ervaringen haar schrijven beïnvloedden.

Net als in haar vorige expo Nous Vivant Dans L’éclat in het MAMAC in Nice vertrekt Thu-Van Tran ook hier vanuit een boek. Toen vormde Heart of Darkness (1902) van Joseph Conrad het startpunt van een onderzoekend verhaal over de milieugevolgen van de rubbermonocultuur in Vietnam en de verwoestingen die de chemische industrie aanrichtte tijdens de onafhankelijkheidsoorlogen. Deze keer vormt Marguerite Duras’ Écrire (1993) het uitgangspunt om het koloniale verleden van Vietnam en zijn vele verhalen en herinneringen verder te verkennen.

De afzonderlijke, losgescheurde bladzijden uit het boek doen denken aan de ontleding van een dier. Heeft Thu-Van Tran het boek of zelfs de koloniale Franse taal geslacht en in stukken gesneden? Ook de titel werpt dit vermoeden op. ‘Encre assassine’, ‘moordzuchtige inkt’, verwijst naar het opvallend blauw waarin elke pagina is gedrenkt. Dit methyleenblauw, dat onuitwisbare vlekken maakt, gebruiken uitgevers om boeken te markeren zodat ze, voor ze naar het stort gaan, reeds een keer herkenbaar vernietigd zijn en dus zeker niet doorverkocht kunnen worden.

De afzonderlijke, losgescheurde bladzijden uit het boek doen denken aan de ontleding van een dier.

‘Moordzuchtig’ is zonder meer een statement. Slaat het op de moordzucht van de Franse taal die, desnoods tweemaal, vernietigd dient worden? Of wil Thu-Van Tran het in methyleenblauw gedrenkte en dus gedoemde boek redden van zijn onvermijdelijke lot? In beide gevallen is ze zelf aan zet, maar wel op erg verschillende manieren. Enerzijds wil ze het koloniale verleden vernietigen, anderzijds lijkt ze de restanten ervan te willen bewaren maar dan wel onder haar controle.

Die dubbelheid komt terug in de titel van de tentoonstelling. Deze verwijst naar Duras’ beschrijving van de wreedheid van het schrijven als wapen tegen de vulgariteit van de wereld. Opvallend is wel dat Thu-Van Tran hier het Franse origineel (‘l’écrire, c’est cris des bêtes dans la nuit’) vertaalt naar het Engels, en dat terwijl ze de fragmenten uit Heart of Darkness nog vertaalde naar het Frans. Het is alsof ze met dit gebaar het imperialisme van de Franse taal ongedaan wil maken en zo zelf de pen kan vasthouden in het neerschrijven van het koloniale verhaal van Vietnam. Opnieuw eigent Thu-Van Tran zich de koloniale taal toe. Opnieuw lijkt de inzet daarbij zowel verwoesten als behouden. Misschien vallen haar ingrepen nog het best te begrijpen als een ruïne: destructie die een herinnering aan het verleden achterlaat.

Ik volg de gescheurde, blauw bevlekte bladzijden door de vrijmetselaarstempel en kom op de tweede verdieping terecht. De puinhoop witte kiezels en porseleinen fragmenten van vleugels van de installatie Le Génie du ciel (2023) suggereren opnieuw een ruïne. Het werk vertrekt van een legende die Thu-Van Tran als kind denkt te hebben gehoord maar waarvan ze geen enkel spoor (meer) kan vinden. Toch eigent ze zich dit verhaal toe. De beschermgeest van de hemel, geraakt door de ontreddering van rouwende families die niet kunnen slapen door hun verdriet, verandert voor een nacht de stenen aan de oevers van het Sword Lake in Hanoi in zwermen witte vogels. Het gezang van deze vogels brengt de families tot rust. De sculpturale allegorie verbeeldt de verbinding tussen de levenden en de doden. Na de ruïne maakt Thu-Van Tran nu ruimte voor een rouwritueel en toont ze dat die twee naadloos in elkaar over kunnen vloeien.

In de centrale tempelzaal vind je tot slot de film 24 heures à Hanoï (2019), geprojecteerd op grote vellen in methyleenblauw gedrenkt papier. We volgen een jonge vrouw – een jonge Thu-Van Tran? – die zichtbaar wat verloren op de luchthaven in Hanoi aankomt. Wat komt ze doen? Wat is haar bestemming? Een dag en nacht dwaalt ze zoekend door de stad. Zowel emblematische plaatsen van het Vietnamese culturele erfgoed als koloniale katholieke kerken passeren de revue. Vooral de Tempel van de Literatuur neemt een centrale plek in. Dit confucianistische bouwwerk, dat de meest opmerkelijke literaire figuren van het land eert, kent 82 stenen schildpadden die fungeren als de stèles van de tempel. Net als in Le Génie du ciel komen de stenen tot leven en fluisteren ze de jonge vrouw gedichten toe die ervoor zorgen dat ze zich nog onzekerder voelt over haar relatie tot de Vietnamese cultuur.

Thu-Van Tran toont twee versies van de film op het doek, de ene enkel beeld, terwijl de andere voice-overs en ondertitels, of taal, bevat. Soms laat de kunstenaar ons alleen met de Vietnamese taal, zonder beeld en, vooral, zonder deze te vertalen. Het aan- en afwezige taalspel dat zich zo ontvouwt, suggereert twee kanten van eenzelfde verhaal en herhaalt de dubbelheid en spanning in het omgaan met het koloniale verleden. Vooral de woorden van een oude man, en ik parafraseer hem, resoneren, blijven hangen als geesten: ‘Verleden en heden slagen er niet langer in zich met elkaar te verweven… Ze botsen in een heen-en-weer-verlies.’ Zijn poëtische woorden herinneren ons eraan dat de weg naar emancipatie moeilijker loopt als een verleden van onteigening en overheersing verhalen consequent uitwist. Thu-Van Tran breekt en bouwt via taal en literatuur het koloniale verleden af en op. Ze biedt zo steeds nieuwe lezingen van het verleden die daarmee de meervoudigdheid van de geschiedenis benadrukken.

Write as the Beasts Cry at Night van Thu-Van Tran is nog t/m 20 oktober te zien bij La Loge, Brussel.

Jasper Delva

is socioloog en schrijft over kunst en cultuur

Gerelateerd

Recente artikelen