metropolis m

De expositie ‘Mannen, vrouwen en hun apparaten’ in Design Museum Den Bosch. Foto: Ben Nienhuis

In het Design Museum Den Bosch zijn driehonderd apparaten uit de jaren zeventig en tachtig verzameld. De tentoonstelling laat zien welke ‘voor mannen’ en welke ‘voor vrouwen’ ontworpen werden. Maar daarbij vergeet het zijn kritische lens.

Bonenmalers, mixers, keukenmachines, blenders, yoghurtmakers, broodroosters, eierkokers, citruspersen, föhns, scheerapparaten, (draagbare) radio’s, televisies, beslagmixers, strijkijzers messenslijpers, blikopeners, mayonaisemakers en afstandsbedieningen. In de tentoonstelling Mannen, vrouwen en hun apparaten staan de elektrische apparaten centraal die in de jaren zeventig en tachtig menig huishoudens binnenkwamen.

Het Design Museum Den Bosch laat zien hoe in die jaren alles in en rondom het huishouden snel verandert: van hoe verjaardagen worden gevierd tot hoe er koffie wordt gezet en van televisiezender wordt gewisseld – namelijk sinds de jaren zeventig met de infrarood afstandsbediening. Keukengerei is niet langer iets dat verstopt moet worden in kastjes, maar mag een prominente plaats op het aanrecht innemen, als boegbeeld van het moderne leven.

Middels herkenbare en soms ook nostalgische en ludieke apparaten wil het Design Museum bezoekers de grote veranderingen laten zien die plaatsvonden in de huiselijke sfeer en het alledaagse leven. Zoals de titel suggereert, focussen de samenstellers daarbij vooral op verschillen tussen mannen en vrouwen. Hoe worden hun rollen in de samenleving weerspiegeld in de vormgeving van producten bestemd voor het huishouden?

Campagnebeeld van de expositie 'Mannen, vrouwen en hun apparaten' in Design Museum Den Bosch

De tentoonstelling beslaat één bescheiden ruimte. In het midden zijn stellingkasten opgesteld waarin huishoudelijke en verzorgende elektrische apparaten worden getoond die bestemd zouden zijn voor de vrouwelijke consument. Daaromheen zijn entertainment-gerelateerde elektronica uitgestald die vooral de man van vermaak zouden voorzien. Zo worden meer dan driehonderd apparaten uit de jaren 70s en 80 door de tentoonstellingsmakers geschaard onder het kopje ‘voor mannen’ en ‘voor vrouwen.’

Met de ongelijke rolverdeling in het huishouden en de projectie van gender op onze leefomgeving haakt het museum aan op actuele thema’s. Ideeën over de man als kostwinner en de vrouw als fysieke of sociale verzorger houden hardnekkig stand. Ook vandaag de dag zijn de verhoudingen nog steeds scheef. In 2020, een jaar nadat Nederland keldert op de Global Gender Gap Index, liet CBS-onderzoeker Tanja Traag nog zien dat het bij de komst van een kind de vrouw is die vaak stopt met werken en een prominentere rol aanneemt in het huishouden.

Dat naast de apparaten zelf ook het originele verpakkingsmateriaal waarin ze verkocht werden te zien is, is opvallend en vormt een mooie toevoeging. Niet alleen omdat het vergankelijke materiaal minder vaak (of minder goed) bewaard is gebleven, maar ook omdat het een verhaal vertelt over hoe en voor wie de apparatuur bedoeld was. Op het tentoongestelde verpakkingsmateriaal is bijvoorbeeld goed te zien dat het de vrouw is die een kop koffiezet, en wel voor haar man die zich klaarmaakt voor werk.

De samenstellers stippen deze starre ongelijkheid en de bijbehorende stereotypering aan. Ze spreken bijvoorbeeld over hoe de huishoudelijke apparaten het ideaal van de vrouw als huisvrouw ondersteunden. Maar écht kritische en verdiepende vragen blijven achterwege. Hoe zijn deze opvattingen tot stand gekomen, bijvoorbeeld? Hoe worden ze in stand gehouden? Ten gunste van wie, en moeten we dat wel willen? Welk effect heeft dit bijvoorbeeld op hen die zich niet met deze stereotypen identificeren? Daarbij is het van belang niet alleen naar de ontwerpers, maar ook naar de gebruikers van deze producten te kijken. De volle schappen in het Design Museum wijzen er namelijk op dat er wel degelijk animo voor deze rolbevestigende producten was. Hoe komt het, dat in een periode waarin menig maatschappelijke normen in twijfel werden getrokken – denk aan de seksuele revolutie, ontkerkelijking, anarchistische bewegingen, de strijd om abortusrecht en emancipatie op de arbeidsmarkt – een traditionele genderdivisie in het huishouden in stand bleef?

Zulke verdiepende vragen ontbreken in de expositie. Met summiere tentoonstellingsteksten en door kunstmatige intelligentie gegenereerde beelden wordt een poging gedaan om de tijdgeest te illustreren. Ironisch is juist dat het Design Museum kiest voor AI, in plaats van een vormgever die kritisch zou kunnen reflecteren op de maatschappelijke kwesties. Middels een informatieboekje wordt een poging gedaan om de nieuwsgierige bezoeker te voorzien van extra informatie. Maar met een puur historische invalshoek, welke een voorgeschiedenis van het huishouden biedt, schiet het boekje tekort in het bieden van daadwerkelijk verdiepende inzichten.

Wat wil het museum met deze expositie, vraag je je als bezoeker af? Het onderwerp dat geadresseerd wordt is interessant en actueel. Maar wanneer een divisie op basis van gender wordt aangehaald zonder kritische perspectieven daarop inzichtelijk te maken, komen de tentoongestelde objecten in een vacuüm terecht dat de instandhouding van de ongelijke rolverdeling riskeert. Oppervlakkigheid overheerst in Den Bosch. Dat is jammer. Juist de herkenbaarheid en alledaagsheid van de apparaten in de expositie, zoals het koffiezetapparaat dat bij je ouders op het aanrecht stond of de eerste televisie die je kocht voor je studentenkamer, hadden goede aanknopingspunten kunnen vormen voor een verdiepende dialoog.

De tentoonstelling Mannen, vrouwen en hun apparaten is t/m 23 juni te zien in het Design Museum Den Bosch

Kylièn Bergh

Gerelateerd

Recente artikelen