Piëta’s en pleurants - kunst tussen leven en dood – Over Vertrokken Onbekend Waarheen in Museum W
Foto’s van verlaten plekken, sculpturen van rouwende personen en schilderijen van stervende mensen vullen de benedenverdieping van Museum W. In de tentoonstelling Vertrokken Onbekend Waarheen onderzoeken vier kunstenaars het spanningsveld tussen leven en dood.
Tegenover een grote stenen trap en glas-in-loodramen hangt een foto van een palmboom in een witte plantenbak, die op crèmekleurige tegels voor een modern wit gebouw staat. Alles wat in het beeld te zien is, is gemaakt door de mens. Zelfs het enige beetje natuur, de palmboom, heeft iets artificieels. Toch zijn er geen mensen aanwezig in de foto van Shirley Welten, die in haar werk de aanwezige afwezigheid van de mens toont.
In het oude stadhuis van Weert, waar Museum W sinds twee jaar is gevestigd, bezoek ik de tentoonstelling Vetrokken Onbekend Waarheen. De titel, ontleent aan het schilderij VOW (2023) van Ronald Zuurmond dat is opgenomen in de expositie, is gelijknamig aan de procedure voor personen die in geen enkele Nederlandse gemeente staan ingeschreven. Zij worden uitgeschreven van de Basisregistratie Personen, met als reden ‘verblijfplaats onbekend’.
De tentoonstelling lijkt zich overigens niet zozeer rond de betekenis van de titel te vormen, maar stelt de Latijnse zin memento mori (gedenk te sterven) centraal. Aan de hand van vier kunstenaars die zich allen bezighouden met sterfelijkheid, laat Museum W zien hoe er verschillende invullingen gegeven kunnen worden aan kwesties rondom leven en dood. Ronald Zuurmond, Shirley Welten, Aline Thomassen en Folkert de Jong brengen dit tijdloze thema aan het licht, waarin zij refereren aan haar rijke geschiedenis.
In de eerste kamer hangt naast de deur een moderne vanitas, Nachtkastje in Hotel (Lasi) (2006), van Shirley Welten. Op de foto is een tafeltje te zien, waar een vaas met bloemen, een asbak en een brandend lampje op staan. Rechts van de tafel is een donker massief gordijn zichtbaar. Het lijkt de deur van de kamer waar ik mij in bevind af te sluiten, waardoor er een bepaalde intimiteit tussen de verschillende kunstwerken ontstaat. Zo is de blik van de levensgrote sculptuur Pleurant 5 (Koning Janus) (2022) van Folkert de Jong gericht op het schilderij Refugees (2017) van Ronald Zuurmond. Een donker schilderij waar vaag drie figuren onder mantels te zien zijn. Alleen hun skeletachtige hoofden en handen zijn zichtbaar. Zuurmond werkt veel met actuele thema’s, toch doen zijn schilderijen denken aan oude klassieke beelden. De twee buitenste figuren zitten op de schoot van de middelste persoon, wiens grote donkerblauwe mantel een driehoekcompositie vormt. De compositie en de kleuren komen overeen met de madonna schilderijen uit de renaissance, waar Maria en kindje Jezus vaak eenzelfde blauwe driehoek construeren.
Zuurmond werkt veel met actuele thema’s, toch doen zijn schilderijen denken aan oude klassieke beelden.
Tegenover het werk van Zuurmond vullen twee grote aquarellen van Aline Thomassen de muur. In Thomassen haar werken zijn enkel vrouwen te zien, die door hun grote formaat krachtig overkomen. Op het linker schilderij ligt een gestorven vrouw op de schoot van de andere vrouw, een referentie naar de piëta; het christelijke beeld van Maria met de gestorven Jezus. De vrouw die op schoot ligt is transparant geschilderd, alsof zij langzaam haar lichaam verlaat en transformeert tot geest. Waar bij Zuurmond de mimiek van de afgebeelde personen in de schilderijen ontbreekt, zijn de gezichten die Thomassen schildert duidelijk zichtbaar. De emotie die deze personen uitstralen is overigens moeilijk te plaatsen. Ze wekken een licht trieste, maar vooral in gedachten verzonken indruk. Alsof je de diepte van hun peinzen wordt ingezogen.
Op de gang wordt de stilte van de dood enigszins doorbroken door de kleine sculptuur die met zijn handen omhoog het publiek tegemoet treedt. Man der Smarten (2024) van Folkert de Jong is een eigenzinnige versie van de christelijke Man van Smarten, waar Jezus zijn verwondingen van de passie toont aan gelovigen. Met een revolver aan zijn broek en een hoofd aan zijn riem transformeert De Jong het heilige beeld tot een meer hedendaagse versie.
Zijn pleurants zijn geen ode aan de adel, zoals dat destijds vaak het geval was, maar richten zich tot het algehele menselijke bestaan.
De andere beelden van De Jong die in de tentoonstelling zijn opgenomen, zijn groter van aard. Met zijn levensgrote sculpturen van rouwende figuren, verwijst hij naar de Franse pleurants; beelden die in de renaissance bij een praalgraf werden geplaatst. De Jong gebruikte cement en klei voor de sculpturen, bewerkt met grove lijnen die het beeld accentueren. Hierdoor zijn de beelden niet zo gepolijst als de beelden uit de 15e eeuw, waardoor zij een rauwere en complexere invulling geven aan dit verdriet. Zijn pleurants zijn geen ode aan de adel, zoals dat destijds vaak het geval was, maar richten zich tot het algehele menselijke bestaan.
Waar De Jong zich richt tot het menselijke bestaan, vullen de foto’s van Welten de kamers met menselijke afwezigheid. Op de middelste foto van een reeks van drie, zijn lege plastic tuinstoelen te zien die de indruk wekken dat hier al lang niemand op heeft plaatsgenomen. De leegte van de beelden wordt versterkt door de blikken van De Jongs aanwezige sculpturen en Thomassens schilderijen. Zo ontbreekt het gezicht van één van de pleurants en laten de vele vrouwenfiguren de stilte uitdijen met hun peinzende gelaten.
De dwalende notie die de titel van de tentoonstelling met zich meebrengt komt op verschillende manieren tot uiting in de werken: de verlaten foto’s van Welten, de onbekende figuren van Zuurmond en de onleesbare vrouwen van Thomassen. De titel zelf lijkt overigens geen direct verband te houden met het thema memento mori, wat de beelden op verschillende manieren interpreteerbaar maakt. Mede doordat er geen titels of teksten aanwezig zijn naast de kunstwerken wordt dit element van interpretatie versterkt. De kunstwerken zijn hierdoor meer met elkaar in dialoog dan dat ze op zichzelf staan, waardoor hun actuele thema’s ongezien blijven en ze voornamelijk hun betekenis uit de relatie met de andere beelden halen. Het levert een mooie presentatie op, maar wel één waarin de boodschap van de tentoonstelling meerduidig blijft.
Naast de gegeven thematiek rondom sterfelijkheid, valt vooral de christelijke gemene deler van veel van de kunstwerken op. In een museum waar de collectie zich heeft gevormd rond de thema’s ‘regionaal’ en ‘religieus’ zal dat geen toeval zijn. Het museum is sinds de heropening op de huidige locatie bezig via hedendaagse kunstenaars naar de traditionele wortels van de collectie te kijken en er een nieuw zicht op te ontwikkelen. Dat levert, zoals ook weer blijkt uit de huidige expositie, nieuwe openingen op die een meer wereldse interpretatie geven aan de voorheen enkel in katholieke context gepresenteerde thematiek.
Vertrokken Onbekend Waarheen is nog t/m 23 maart 2025 te zien in Museum W
Kiki Mertens
schrijft over kunst en filosofie