How to Star
Metropolis M vroeg negen personen uit de kunstwereld naar tips voor een succesvolle start van je loopbaan als kunstenaar. Mmv Juliètte Jongma, Fons Welters, Dominic van den Boogerd (De Ateliers), Lex ter Braak (toen nog Fonds BKVB), Els van Odijk (Rijksakademie), Marc Bijl, Linda van Deursen (Mevis & Van Deursen), Jennifer Allen (frieze).
Juliètte Jongma
galeriehouder te Amsterdam
Zorg dat je werk zichtbaar is. Initieer zelf tentoonstellingen met bijvoorbeeld een groep medestudenten (samen sta je sterk). Deze tentoonstellingen zijn een perfect moment om bijvoorbeeld galeriehouders en curatoren en recensenten te benaderen/uit te nodigen om je werk of tentoonstelling te bekijken. (Denk bijvoorbeeld aan de Young British Artists die als groep interessante tentoonstellingen maakten, bruisend van energie. Sarah Lucas en Tracey Emin hebben ook zelf winkeltjes geopend in panden die leeg stonden. In Nederland had je De Groep van Acht, fotografen van de academie in Den Haag die elkaar opzochten en zich gezamenlijk profileerden in tentoonstellingen. Probeer je aan te melden bij een postacademische opleiding in Nederland of in het buitenland. Bezoek de website van het Fonds BKVB en kijk wat er aan residenties is. Misschien is het nu nog te vroeg, maar je kan het beter alvast gelezen hebben. Bezoek veel musea en galeries. Probeer de verschillen te zien tussen de programmering van de galeries en de musea en probeer in te schatten waar je werk het best zou passen. Ga naar openingen! En zie daadwerkelijk de shows bij de galeries. Een galeriehouder zal altijd geïnteresseerder zijn in het kijken naar je werk als ze jou ook in de galerie hebben gezien. Vaak vanuit het bezoeken van openingen kan je mensen uit de kunstwereld ontmoeten en zo langzaamaan een netwerk opbouwen. Iemand zal sneller aan jou en je werk denken als ze je misschien recentelijk ontmoet hebben! Blijf vooral werk maken en probeer in een stramien te werken. Wees vindingrijk. Zie de kansen en de mogelijkheden en ben overtuigd van je werk en zijn recht van bestaan.
Els van Odijk
directeur Rijksakademie. Amsterdam
Zend je dossier niet ongevraagd naar galerieën, curatoren of musea. Maak vrienden binnen je eigen generatie met mensen met verschillende achtergronden/beroepen. Kies waaraan je als kunstenaar deel wilt nemen, met andere woorden zeg niet altijd ‘ja’. Carrière maken is een marathon en geen sprint. Zorg dat je tijd houdt voor concentratie op je eigen werk. Zorg dat je veel tentoonstellingen bezoekt, geïnformeerd bent. Sta open voor atelierbezoeken. Ga werken als assistent van kunstenaars en/of kunstinstellingen. Begin met anderen een tentoonstellingsplek of kunstenaarsinitiatief, maar blijf er niet te lang in hangen.
(Deze adviezen zijn genoteerd tijdens een klein informeel eten op de Rijksakademie.)
Jennifer Allen
criticus te Berlijn
Er is uiteraard geen eenvoudige formule voor de overgang van studeren aan een academie naar een eigen beroepspraktijk als kunstenaar. Zelfs de beste plannen lopen spaak. Ik heb vergelijkende literatuurwetenschappen gestudeerd, om vervolgens te eindigen als kunstcriticus. Sommige kunstenaars studeren schilderkunst om vervolgens performances te gaan doen. Net als de oude scheiding tussen verschillende media, betekent de scheiding tussen opleiding en carrière niet meer zoveel, vooral sinds critici, verzamelaars, curatoren en galeriehouders fanatiek de tentoonstellingszalen op open dagen afstruinen op zoek naar nieuw talent.
De hedendaagse kunst laat de professionele sfeer ook steeds meer opgaan in een sociale sfeer; er wordt harder gewerkt op feestjes dan op kantoren. Hoewel bestaande netwerken een rol kunnen spelen in het op gang brengen van een carrière is het goed te beseffen dat iedereen een eigen netwerk kan bouwen (inclusief feestjes en kantoren), met collega’s ongeacht leeftijd of ervaring. Er gaat niets boven het verzenden van eigen uitnodigingen – en het maken van eigen projecten met verwante geesten – in plaats van te wachten op die van anderen en er achteraan te jagen in verband met het eigen cv.
Kunstenaarsinitiatieven blijven belangrijk, speciaal ook voor de kritiek, omdat ze er niet alleen voor zorgen dat kunst er anders uit gaat zien, maar ze ook duidelijk maken hoe kunst geïnstitutionaliseerd, tentoongesteld en verkocht wordt (en mogelijk nog meer bestemmingen). Ik roep niet op tot een terugkeer naar collectieve bewegingen – als Gruppe ZERO – maar ik ben altijd geïnteresseerd in wat kunstenaars zelf doen, zonder curator, instituut, galeriehouder, verzamelaar en academie. Aangezien het professionele en sociale zozeer verbonden zijn in de kunst kunnen kunstenaarsinitiatieven en populaire culturele praktijken op nieuwe vereisten reflecteren en tegelijkertijd nieuwe mogelijkheden bieden. Vergelijk het met de manier waarop het bezoek aan dance raves een hele anti-globalistische beweging op gang heeft gebracht, die een vergelijkbare instant collectieve beweging vereist. Om kort te zijn, je leven kan het startpunt zijn voor je kunstcarrière, ook al is je werk totaal niet autobiografisch.
Concentreer je ondertussen wel voldoende op je eigen werk, de vragen die je ermee wilt stellen, hoe simpel of complex ook. ‘Wat gebeurt er met een sculptuur als je die op z’n kop zet?’ Of: ‘Wat is de relatie tussen inkt, papier en gedrukt geld binnen een koloniale macht en de globale economie?’ Er zit een rijkheid in het stellen van die vragen, elke keer weer, zonder ooit tevreden te zijn met het antwoord en al helemaal zonder geld de hoofdrol te laten spelen. De antwoorden kunnen er door de jaren heel verschillend uitzien, maar enige focus maakt de antwoorden meer precies. Je weet dat je goed zit als je laatste werk je vroegere werk er tegelijk smerig en waardevol uit laat zien.
Charles Esche
directeur Van Abbemuseum, Eindhoven
Een eenvoudig, persoonlijk advies zo je wilt om je weg te vinden naar het hart van de kunstwereld en gelukkig verder te leven. Zet in op charme, cultiveer een idee van missie, zorg dat je heel veel weet van enkele onderwerpen, heb een goed verhaal en toon interesse in de wereld om je heen en vooral zijn mediarepresentatie. Beweeg heen en weer tussen bescheidenheid en overmoed. Weet waar je vandaan komt en al helemaal waar je naartoe wilt. Ben hard maar gevoelig. Ondervraag dat wat gegeven is, heb twijfel over algemene waarheden, maar ben bescheiden over de uniciteit van het lokale. Promoot je vrienden. Luister naar mensen die je respecteert en ben genereus naar je vijanden. Leer wie wie is in de kunstwereld maar loop er niet mee te koop. Heb plezier kunstenaar te zijn. Doe wat je wil gegeven de tijd, de middelen en je capaciteiten. En ten slotte, maak werk dat je zelf leuk vindt, want als je eenmaal succes hebt ben je er mogelijk nog een hele tijd mee bezig.
Fons Welters
galeriehouder te Amsterdam
Concentreer je op het maken van goed werk en neem vervolgens de tijd dit naar buiten te brengen. Het is belangrijk om veel kunst te zien om te weten waartoe je je verhoudt. Struin niet met je portfolio galeries af. Kijk goed op welk niveau je werk zit en bij welke galerie je werk mogelijk past. Wanneer je een gelegenheid hebt je werk te tonen, neem dan veel tijd voor de presentatie. Sta open voor kunstenaarsinitiatieven maar blijf er niet in hangen. Het meest belangrijke is, dat je in jezelf moet blijven geloven en je je niet moet laten beïnvloeden door het succes van anderen. Geloof in je eigen kunnen.
Lex ter Braak
directeur Fonds BKVB
Ik geloof niet dat er een algemene receptuur is om zoiets als de carrière van een kunstenaar te bevorderen. Een kunstenaar maakt werk en geen carrière (dat is voor anderen). Alles wat aan het publieke succes van het werk bijdraagt is bekend maar door de kunstenaar niet uitputtend manipuleerbaar of programmeerbaar. Belangrijk is dat de kunstenaar zich kan spiegelen aan een ontvankelijke, artistiek en intellectueel rijke context. Om door te zetten, en dat is waar het volgens mij om gaat, is karakter net zo belangrijk als talent. Het allerbelangrijkst evenwel is het geloof van de kunstenaar in zichzelf – niet als een vorm van blinde zelfgenoegzaamheid of zelfvoldaanheid maar als een onuitroeibare noodzaak.
Linda van Deursen
grafisch ontwerper te Amsterdam
Raadpleeg de meesters en lees in willekeurige volgorde:
DO’s:
- Herzog on Herzog, Paul Cronin (editor)
- Mr. Fluxus: A Collective Portrait of George Maciunas 1931-1978, Emmett Williams (editor)
- Moholy-Nagy, experiment in totality, Sybil Moholy-Nagy
- Leave Any Information at the Signal: Writings, Interviews, Bits, Pages, Ed Ruscha (author), Alexandra Schwartz (editor)
- Willem Sandberg, portret van een kunstenaar, Ank Leeuw Marcar
- Seeing Is Forgetting the Name of the Thing One Sees: A Life of Contemporary Artist Robert Irwin, Lawrence Weschler
- Mijn laatste snik, de autobiografie van Luis Buñuel, Luis Buñuel of My last sigh: the autobiography of Luis Buñuel, Luis Buñuel
- Magnum, fifty years at the front line of history – the story of the legendary photo agency, Russell Miller
- A passion for films, Henri Langlois and the cinematheque, Richard Roud
- Thanks for coming, Jim Haynes
en recent
- Just Kids, Patti Smith
DON’T:
Ga niet voor minder dan dat.
Dominic van den Boogerd
directeur De Ateliers, Amsterdam
Een studie achter je, een wereld voor je, en alleen een vaag idee wat het kunstenaarschap inhoudt. Hoe kun je jouw werk ontwikkelen, versterken, verdiepen? Hoe situeer je het in de actualiteit van internationale ontwikkelingen? Beginnend kunstenaars articuleren hun eigen antwoorden gedurende een tweejarige werkperiode aan een postacademisch kunstenaarsinstituut, bij voorkeur uiteraard De Ateliers in Amsterdam. Tijd, ruimte, aandacht van gerenommeerde kunstenaars en intensief contact met vakgenoten. Een postacademisch kunstenaarsinstituut biedt de overbrugging van de kloof tussen studie en professioneel kunstenaarschap.
Marc Bijl
beeldend kunstenaar, Berlijn
HET GEHEIM VAN SUCCES
Succes komt van het woord successor … opvolger, oftewel: whatever je doet zou in principe ‘opvolgbaar’ moeten zijn. Door je nakomelingen of je volgelingen of de liefhebbers van je werk. Zij moeten door jouw werk gegrepen worden en dus bereid zijn om in je werk te willen meedelen. Opnieuw te tonen of te promoten. Jij moet ze dus op de hoogte houden en cadeautjes geven in de vorm van aandacht, catalogi, bereidheid tot meedenken en openstaan voor suggesties en (bedenkelijke) tentoonstellingen… bijna op het opportunistische af. Je kunst zou het moeten kunnen hebben, zo niet dan weet je dat ook weer… Dus niet te hermetisch en te zelfverzekerd alsof een krampachtige vasthoudendheid aan een thema of materiaalgebruik gelijkstaat aan een ‘sterk concept’ en een overtuiging. Het tegendeel werkt vaak veel beter: mensen, vrienden en vijanden juist deelgenoot maken van je streven. Met andere woorden, het kunstenaarschap is weliswaar een solistische bezigheid maar hoe meer mensen je erbij betrekt hoe meer erover gepraat en gedacht wordt, en hoe meer feedback je krijgt. Het zou leuk zijn als de betere galeries dat ook gaan oppikken maar voor het zover is kun je proberen aansluiting te vinden bij andere ‘partners-in-crime’. En daar moet je niet al te selectief in zijn. Iedereen kan iets voor je betekenen. Op alle vlakken bestaat kennis van zaken die jouw doel (succes?) en artistieke ontwikkeling (middel?) kunnen verwezenlijken. Je moet dus een heel sterk ‘algemeen concept’ hebben waarmee je jaren vooruit kunt zonder dat je jezelf vastlegt, iets dat mee kan groeien.
Sociaal zijn, met collega kunstenaars omgaan is ook een vereiste want je moet nog gaan behoren tot een beweging of – nog beter – je eigen beweging (met collega kunstenaars). Dat alles kost tijd, dan kun je maar beter bevriend zijn met medestanders. Alles met in het achterhoofd jouw ultieme florerende kunstpraktijk. Die moet ook zonder galerie en curator al de nodige synergie en geld opleveren… laat ze jou ontdekken. Vermijd tijdrovende bijbaantjes, zeker in Nederland moet het mogelijk zijn met subsidie een periode al je aandacht op je activiteiten als kunstenaar te vestigen. Maak dat geld dan ook daar aan op (en niet aan een wereldreis). Uiteindelijk betalen de inspanningen zich terug, dan reis je alsnog de wereld rond. Het is ook een kwestie van mentaliteit. Je moet dus soms besluiten nemen en dingen ondernemen, risico’s nemen. Het blijft toch een aaneenschakeling van mislukte projecten en probeersels totdat er gaandeweg meer erkenning en structuur ontstaat waar je heen gaat. Onderweg kom je vanzelf curatoren en galeries tegen, degenen die jouw inspanningen wel zien. SUCCES!
DIT ARTIKEL IS GEPUBLICEERD IN METROPOLIS M Nr 4-2010