metropolis m

Marlene Dumas, ooit als student naar Nederland gekomen, vertegenwoordigt met Marijke van Warmerdam en en Maria Roosen Nederland op de Biënnale van Venetië in 1995, Foto: Goedewaagen fotografie

Wie in Nederland is geboren en een Nederlands paspoort heeft realiseert zich doorgaans niet welke hoepels kunstenaars ‘van elders’ door moeten om hier te kunnen wonen en werken. Alsof de regelingen niet al lastig genoeg voor ze waren, is de regering bezig hen het leven nog lastiger te maken met nieuwe belemmeringen. Terwijl iedereen die werkzaam is in de kunstwereld weet hoe belangrijk die instroom van internationale kunstenaars en studenten voor dit land is. Nous Faes schrijft over het treiterbeleid van een overheid die geobsedeerd is door migratie.

In een volgepakte voetbalkroeg in Islington begon ik onlangs over Eric van der Burg, de Nederlandse staatssecretaris van Asiel en Migratie, die voor het oorlogsgeweld gevluchte derdelanders het land uit wil hebben. Verstandig was dat niet. De Londenaren vonden het logisch dat ons demissionaire kabinet ruimte wil vrijmaken voor de opvang van Oekraïners, en dat wie als niet-Europeaan daar tijdelijk voor werk of studie verbleef op het vliegtuig naar land van herkomst moet worden gezet. Dat werd een kwestie gevonden van jammer dan, pech gehad, precies zoals onze regering en de nieuwe Tweede Kamer erover denken. Al maanden ligt de Raad van State erover in de clinch met de staatssecretaris omdat zijn beleid in strijd is met de Europese juridische richtlijn en afspraken. Maar met dat laatste scoorde ik in Londen natuurlijk geen punten.

Iets later las ik dat ons kabinet het ook had gemunt op kunstenaars van buiten Europa die na hun studie in Nederland willen blijven. Dat nieuws had de voorpagina’s niet gehaald en het was toeval dat ik het zag. Tot voor kort mochten ze tijdens hun verblijfsaanvraag aan hun opdrachtenportefeuille als zelfstandige doorwerken. Zo konden ze voldoen aan een harde eis om in aanmerking te komen voor verblijf: de inkomensnorm halen, trouwens zonder een beroep te doen op subsidies. De rijksambtenaren van Cultuur adviseren op grond van die opdrachtenportefeuille of een kunstenaar van waarde is voor het Nederlandse kunstklimaat, waarna IND-ambtenaren, die onder Justitie en Veiligheid sorteren, een verblijfsvergunning verstrekken. Maar een jaar geleden werd de IND ineens door Sociale Zaken en Werkgelegenheid teruggefloten en werd de werkinstructie aangepast. Nu mogen kunstenaars niet langer onvoorwaardelijk als zelfstandige werken tijdens hun verblijfsaanvraag, maar moeten voorafgaand aan iedere opdracht een procedure voor een tewerkstellingsvergunning doorlopen, die vele maanden kan duren. Het levert culturele opdrachtgevers en kunstenaars een gedoe van jewelste op en maakt hen het werken, en daarmee het voldoen aan de inkomstennorm en het wezenlijk cultureel belang waarmee legaal verblijf in Nederland mogelijk wordt, feitelijk onmogelijk.

Net zoals de uit Oekraïne gevluchte derdelanders, die na de inbreuk op de rechtsregels werden gedwongen om elk afzonderlijk een procedure tegen uitzetting te voeren, moet nu elke culturele derdelander bij de rechter tegen de opgelegde arbeidsbelemmering lopende de visumaanvraag bezwaar aantekenen. En al zijn de eerste zaken gewonnen, het lijkt op getreiter waar instituties in excelleren: werp drempels op dan verdwalen mensen wel in het bos of haken uit zichzelf af.

Die verkrampte houding ten aanzien van niet-Europese kunstenaars die ineens is ontstaan komt natuurlijk door de politieke obsessie met migratie. In dat licht zie ik ook de inzet van het kabinet om minder Engelstalige bacheloropleidingen toe te staan en zo de instroom van internationale studenten te beperken en buitenlandse docenten het leven lastig te maken. Na een consultatieronde en advies van de Raad van State is de Wet Internationalisering in balans nu in een definitieve jas gestoken. Vorig jaar beloofde minister Dijkgraaf dat hij specifieke opleidingen voor de internationale arbeidsmarkt en kleinschalig onderwijs dat van nature vanuit internationaal perspectief onderwijs aanbiedt van beperkende maatregelen (zoals Nederlands-taligheid) zou vrijstellen. Destijds noemde hij expliciet het kunstvakonderwijs, maar daarvan is in de laatste versie geen sprake. Het kunstvakonderwijs is een kleine speler in het totale aanbod van hoger onderwijs met een relatief hoog percentage buitenlandse studenten. Weliswaar mag de onderwijssector zelf kiezen welke Engelstalige opleidingen verdwijnen en hoe en waar de instroom van (buitenlandse) studenten wordt beperkt, maar vraag is of die afspraak onder een nieuwe minister standhoudt. Want volgens de wet heeft die bewindspersoon van vooralsnog onbekende politieke signatuur vanuit overwegingen van ‘doelmatigheid, arbeidsmarkttekorten en regionale behoeften’ er het laatste woord over. En dan is het maar de vraag of die bewindspersoon zich iets aan de kunsten gelegen laat liggen.

Wie in Nederland is geboren en een Nederlands paspoort heeft realiseert zich doorgaans niet welke hoepels kunstenaars ‘van elders’ door moeten om hier te zijn. Die kunstenaars ‘van elders’ zijn in de afgelopen decennia zo’n vaste, vanzelfsprekende en belangrijke waarde binnen de sector en het Nederlandse culturele leven geworden, dat het moeilijk voorstelbaar is dat ze er niet zouden zijn. Juist dat is het beeld dat zich aftekent, de signalen uit Den Haag wegend.

Kunstenaars ‘van elders’ zijn in de afgelopen decennia zo’n vaste, vanzelfsprekende en belangrijke waarde binnen de sector en het Nederlandse culturele leven geworden, dat het moeilijk voorstelbaar is dat ze er niet zouden zijn

Vorige week nog spraken experts in zogenaamde technische sessies met Tweede Kamerleden over de bevolkingssamenstelling in relatie tot economie, inclusief arbeidsmarkt, onderwijs en wat met een mooi woord ‘brede welvaart’ heet en aan de onderhandelingstafel schoven migratiekenners aan. Dit met oog op de kabinetsformatie en naar aanleiding van recente publicaties vol cijfers, prognoses en aanbevelingen van onder andere het Cultureel Planbureau en de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050. Het leverde gesprekken op die me voor het eerst in lange tijd de indruk gaven dat politici in ieder geval voorzien zijn van feiten waarmee het afgelopen zou moeten zijn met de stemmingmakerij, de moties en beleid die voor de bühne zijn bestemd. Tegelijkertijd werd duidelijk dat de ontwikkelingsrichting die het land wat betreft economie, demografie en welvaart inslaat vol politieke keuzes zit, waarmee het nog tot decennia vol onzin en ellende zal komen.

Het is een illusie te denken dat deze politiek jou, met je Nederlandse paspoort, niet raakt, want dit is geen Tweede Kamer die de kunsten begrijpt, waardeert of ontziet.

Nous Faes

is eigenaar van The Sociological Studio for Policy and Research

Gerelateerd

Recente artikelen