Hotel Richmond or Slippery Slope, 2007 / 2014, Darius Miksys, Gabriel Lester, Slanted wall, handwritten text
Het Grote Gabriel Lester Interview
Gabriel Lester exposeert momenteel in de Appel, op Utrecht Centraal (nu al zijn meest geziene kunstwerk aller tijden) en in SM’s in Den Bosch. Tijd voor een gesprek over drijfveren, horizontale en verticale kunst, en hoe het eigen leven het werk hoe dan ook in de greep heeft.
Alix de Massiac: Hoe is Unresolved Extravaganza in de Appel tot stand gekomen?
Gabriel Lester: De tentoonstelling is op initiatief van Lorenzo Benedetti ontstaan. Gaandeweg heb ik besloten dat ik het als een collectie samenwerkingen wilde inrichten, als een soort kunstenaarsinitiatief met in mijn achterhoofd dat tijdens de revolutie het volk aan de macht komt. Natuurlijk ben ik in dit geval de initiatiefnemer, maar de grenzen van de kunst die ik of een ander maakt worden opzettelijk vervaagd.
Hoe komen de samenwerkingen tot uiting?
The Tragedy is een doorkijk van binnen naar buiten, een veelvoorkomend thema in mijn werk. Jonas Lund heeft een algoritme gemaakt dat een mechanische iris aanstuurt en zich laat openen en sluiten op het ritme van de discussies op het internet rondom de Appel.
Wat voegt dit specifieke algoritme toe aan het openen en sluiten?
Als wij in een mooi landschap staan en ik jou vertel dat Napoleon hier doorheen is getrokken, maakt dat het landschap niet echt anders en toch ook weer wel. Het geeft je de mogelijkheid de situatie te nemen zoals die is, maar ook de gelegenheid om te zien dat niets is zoals het is. Het gaat om de relatie van het ene fenomeen tot het andere. De essentie is dat als je als toeschouwer dit werk beleeft, dat je je kunt voorstellen dat het aan iets refereert wat ook in het echt bestaat of heeft bestaan. De primaire gedachte bij de tentoonstelling is dat ik als drijfveer het onbekende en onopgeloste heb genomen. Dit kan het onopgeloste mysterie van een moord zijn, maar ook de onopgeloste relatie tot je vader. Dit thema spreekt zowel de fantasie en verbeelding van mensen aan als het verlangen om het tegen te gaan. Er komen veel elementen van mijn eerdere werk terug, zoals het denken over de werkelijkheid of het benadrukken van letterlijk en figuurlijk de kijkrichting. Ik probeer de werkelijkheid constant onder druk te zetten, waarbij het er niet om gaat of je het met mij eens bent, maar dat je je afvraagt wat je nu precies ziet.
[blockquote]Je hebt verticale kunst, waarbij je bij een onderwerp steeds dieper graaft, misschien wel naar de essentie toe. En je hebt kunst die horizontaal is, waarbij dingen naast elkaar bestaan
Waarom is het voor jou belangrijk om elementen uit je oeuvre terug te laten keren?
Je hebt verticale kunst, waarbij je bij een onderwerp steeds dieper graaft, misschien wel naar de essentie toe. En je hebt kunst die horizontaal is, waarbij dingen naast elkaar bestaan. Natuurlijk sluit het een het ander niet uit, elke kunstenaar werkt langs beide assen. Daarbij is het onvermijdelijk elementen uit eerder werk te herhalen naarmate je ouder wordt en meer werk maakt. In 2001 maakte ik voor het Gemeentemuseum in Den Haag een latten-gordijn wat vlak voor de wand van het museum stond. Als je er schuin op keek was het gewoon een witte wand, maar als je erlangs liep zette het zich in beweging, en tegelijkertijd liet het bijna de gehele ruimte leeg. Het richten van de blik begon daar al. Ik wilde je toegang geven tot het visuele verhaal maar onder bepaalde hoeken, jouw ogen nemen om te kijken. De composities die ik daarvoor zoek sluiten aan bij het vinden van een bepaald ritme en muzikaliteit. Werken bestaan naast elkaar zonder iedere keer precies hetzelfde te zijn. Mijn grootste ambitie op het moment is om te kijken of ik een eigen taal kan ontwikkelen. Kunstenaars zoals Bruce Nauman of Pierre Huyghe lukt dat, die zijn hors-cadre, bevinden zich buiten of zitten in ieder geval niet vast in het kader wat alleen maar enger en enger wordt in de hedendaagse kunst. De commodificatie van het esthetische, intellectuele is enorm vast gaan zitten in de commercie en de airplay die je krijgt.
Geloof je dat je werkelijk uit het kader kunt ontsnappen?
Soms. Ik probeer het door in een heel ander medium te werken, een architectuur project te doen dat totaal geen overlap heeft met de kunst. Soms verlang ik ernaar onderdeel te zijn van een andere wereld om te ontsnappen aan het idee van een incrowd, maar ook in de architectuur of de moderne dans flaneren de Hans Ulrich Obrists rond op cocktails en recepties. Het is interessanter om te kijken of je daar actief in kunt zijn zonder er onderdeel van te worden.
‘you go in thinking there will be a twist, and you come out knowing the twist is in you’
Toen ik in 2011 Suspension of Disbelief in het Boijmans Van Beuningen maakte, vond ik dat ik mijn beste werk ooit moest produceren. Dat is niet gelukt. In dezelfde periode werd ik uitgenodigd voor de documenta, en met de ervaring in Rotterdam in mijn achterhoofd heb ik het idee van ‘het beste werk’ laten varen, en besloten iets te maken wat ik al heel lang bij me droeg. Een werk waar ik al een vaste relatie mee had, ongeacht wat andere mensen ervan zouden vinden en zeggen. De tunnel, Transition 2012, is een kunstwerk dat je van het ene perspectief naar het andere brengt, het brengt je door het moment waar alles wegvalt. Raimundas Malasauskas,met wie ik vaak samenwerk, zei daarover tegen me: ‘you go in thinking there will be a twist, and you come out knowing the twist is in you’. Als iemand overlijdt is dat net zo. Je opent de gordijnen en je overburen doen hetzelfde als de dag ervoor maar voor jou is alles anders.
Je spreekt in dit gesprek regelmatig over de ervaring van het publiek, denk je daar veel aan als je iets maakt?
Zeker, maar ik probeer ook het publiek voor mijn eigen werk te zijn. Het beste cadeau wat je aan de mensen kan geven is het cadeau wat je zelf het liefste zou willen ontvangen. Dat speelt een rol in hoe ik de belevenis ervaar. Mijn moeder trouwde met een beeldend kunstenaar voor wie kunst heilig was. Het was heiligschennis als de hoek niet precies 45 graden stond. Ik maakte weleens de grap dat als de details niet kloppen we het licht gewoon kunnen dimmen. Alles wordt afgemaakt in de menselijke verbeelding, alles geoorloofd is als het maar in het hoofd van het publiek volledig wordt, op een plek valt. Ofschoon de kunst van mijn stiefvader wel goede kunst is, heeft het ook z’n beperkingen. Je kunt wel een lichaam maken, maar zonder ziel is het een houten klaas. Die zit in zulke kleine, vluchtige dingen, dat kun je er niet met geweld uit trekken. Wat we als schoonheid ervaren moet altijd een kleine dissonant hebben. Ik probeer dat door te trekken in mijn werk, dat lukt soms genoeg, maar soms ook te weinig.
Je spreekt ook veel over je jeugd als inspiratiebron. Het lijkt soms alsof het publieke reservoir aan anekdotes daarna is opgehouden, wat ik me haast niet kan voorstellen.
Nee, dat is ook niet zo. Ik heb wel heel lang kunnen doorleven op veel van mijn interesses die ik rond mijn twintigste had. Het probleem is natuurlijk dat ik afhankelijk ben van mijn kunstenaarschap in materiële zin. Je fans zijn het meest conservatief, het werk dat ze al kennen vinden ze goed. Het kost een extra stuk zelfvertrouwen om stappen in andere richtingen te durven maken. Ik vind het fantastisch om kunstenaar te zijn, maar ben wel redelijk afgeknapt op de kunstwereld zelf. Ik zie ook niet zo snel wat ik zou willen bereiken naast het vertellen van verhalen. Daarnaast, het is flauw om te zeggen, maar je merkt wel dat hoe je je tot de dingen verhoudt grotendeels in je jeugdperiode wordt bepaald. Ik denk dat na het overlijden van mijn moeder tien jaar geleden, mijn werken daar heel lang over zijn gegaan. Het begon met de installatie Big Bang in 2007, wat eigenlijk een hemelvaart is. Daarna The Last Smoking Flight. Mijn moeder is overleden aan longkanker door roken. Iemand schreef erover dat het net was alsof ieder karakter in de film een zwijgend romanpersonage speelt. En dat is ook zo, het zijn personages op een begrafenis. Na de tunnel bij documenta kwam ik er weer uit, denk ik. De geboorte van mijn dochter zal vast ook een katalysator zijn voor nieuwe dingen. Maar op dit moment ben ik ook wel heel erg bezig met leeftijd, wat ongetwijfeld hoort bij mijn middelbare leeftijd.
Had je wel concrete doelen voor ogen in de kunstwereld toen je begon? Ik kan me voorstellen dat een groot deel van eventuele wensen is uitgekomen waardoor het ook makkelijker is om af te knappen op iets wat je reeds hebt bereikt?
Ik ben redelijk blanco erin gestapt, kende de kunstwereld niet en had er niet echt een beeld bij. Na het maken van muziek, hier een daar een jaar studie terwijl ik verhalen schreef en plannen had om films te maken, kwam ik op de Rijksakademie terecht en pikte Fons Welters me op. Eigenlijk heb ik daarna nooit meer werk hoeven zoeken. Gaandeweg ontstaan er dan wel concrete doelen, waarvan ik het merendeel ook heb weten te behalen.
Heb je niet het idee dat het vrij veelvoorkomend is dat mensen in het veld last hebben van een vorm van afkeer?
Ja, kunst is gewoon gehijacked. Ik weet niet wanneer zoiets voor mij is omgeslagen. Vroeger rustte er een behoorlijk taboe op het maken van werk in de publieke ruimte omdat het een opdracht was. Nu weet iedereen wel dat als je galeriehouder zegt dat het groene werk zo goed verkoopt, je daar misschien wel goed naar moet luisteren. Eerst was dat ook enigszins zo, als je wilde leven van de verkoop moest je je autonomie min of meer opgeven, maar die tendens heeft zich onevenredig hard doorgezet. Kunstenaars lijken hun creativiteit meer in te zetten in het repackagen van oud werk dan voor iets anders.
Op welke manier was dit bijvoorbeeld dertig jaar geleden anders?
Er was meer onontgonnen terrein, meer taboes om door te breken. De maatschappij heeft veel geïnvesteerd in direct resultaat, dit moment is daar het extreme resultaat van. Mensen willen het werk al hebben voordat het is gemaakt.
In de pers wordt er veel en vaak over je achtergrond geschreven als voorbode op je kunstenaarschap. In welke mate frame je dat zelf zo?
Natuurlijk vertel ik graag. Anderzijds merk dat er in Nederland twee soorten artikelen zijn: wie is de kunstenaar of wat is het verhaal dat de kunstenaar heeft bedacht. Bepaalde kunstenaars bakken hun koekjes wel heel erg bruin, en dan gaat het altijd enkel over het verhaal en wordt de kunst zelf haast vergeten. Maar ik begrijp het ook wel, dat de biografie altijd wordt aangegrepen om het verhaal aan de man te brengen. Mensen moeten een mate van abstracties kunnen hanteren om grotere dingen in het leven te kunnen ervaren, ik probeer daar het gereedschap voor aan te bieden. Ik zeg niet ‘het gaat over de angst van het ouder worden’, maar zet een situatie neer die dat wel doet en laat het aan de toeschouwer over om de emoties en interacties aan te gaan. Het is me weleens verweten dat ik niet expliciet een mening verkondig of een perspectief aanreik. Mijn achtergrond met de alternatieve leefgemeenschap, de Impuls commune en het thuisonderwijs was zo idealistisch en experimenteel, dat ik helemaal niet zo geïnteresseerd ben in het presenteren van de alternatieven. En het heilige wat mijn stiefvader had, dat kunst inherent een bepaalde mate van ernst heeft, dat heb ik niet. Ik ben veel frivoler. Het is onzin dat mensen zich zo groot maken als de gewichtigheid van de zaken waar ze in hun werk mee bezig zijn, een kleingeestige soort verering van de waarheid waar ik me niet in kan verplaatsen. Kunstacademie studenten krijgen een verantwoordelijkheidsgevoel mee wat het zou moeten zijn om kunst te maken. Een soort erecode waarbinnen je wordt geacht te denken, werken en praten. Ik ben veel te antiautoritair om daar in mee te gaan.
Mensen moeten een mate van abstracties kunnen hanteren om grotere dingen in het leven te kunnen ervaren, ik probeer daar het gereedschap voor aan te bieden
Je doet nu ook mee aan de tentoonstelling Heaven, Hell& Earth in Den Bosch. Wat heb je daarvoor gemaakt?
Ik ben in het kader van de viering van het Jheronimus Bosch jaar door de curator uitgenodigd om een werk te maken wat reflecteert op het bestaan op aarde. Pipilotti Rist en de Chapman Brothers nemen respectievelijk hemel en hel voor rekening. Als kind heb ik altijd gedacht ‘ik weet niet of ik wakker word, maar tot nu toe is het goed’. Mijn bewustzijn van vergankelijkheid is altijd sterk aanwezig geweest. De film die ik heb gemaakt gaat over een man die opeens het bewustzijn krijgt dat hij alles al eerder heeft meegemaakt en eeuwig wederkeert. Dit komt zowel in de voice-over als op beeld voor door middel van een attractie die alleen nog maar in India en Pakistan bestaat, een circulaire baan zoals bij Keirin, maar dan voor auto’s. Het meest verticale proces wat je beleeft is de ontwikkeling van je zelfbewustzijn. Niet in de breedte, maar in de diepte. Je verlangens, je angsten: naarmate ik ouder word constateer ik hoezeer die zichzelf voortzetten en herhalen. Ik schommel altijd hevig tussen periodes waarin ik heel erg met anderen bezig ben, en periodes waarin ik op mezelf ben. Ergens daar tussen zit het leven.
Alle foto’s courtesy de Appel, fotograaf Cassander Eeftinck Schattenkerk
Unresolved, de Appel Arts Centre, Amsterdam, t/m 6.11.2016
Public Works, Utrecht Centraal, t/m 31.10.2016
Heaven, Hell & Earth: Pipilotti Rist, Jake & Dinos Chapman, Gabriel Lester, 24.9 t/m 15.1.2017
Alix de Massiac
is redacteur bij Metropolis M en maakt podcasts