archief materiaal
De opwarmingspraktijken van Michel Cardena
Miguel-Ángel Cárdenas (1934-2015) verhuisde in de vroege jaren zestig van Bogotá naar Amsterdam, waar hij zich onder de naam Michel Cardena ontpopte tot pionier in de videokunst. Hij richtte er tevens het In-Out Center op, het kunstenaarsinitiatief waar onlangs in de Appel een tentoonstelling aan werd gewijd. Precies twee jaar na zijn overlijden wordt de Colombiaans-Nederlandse kunstenaar geëerd met een overzichtstentoonstelling in ROZENSTRAAT – a rose is a rose is a rose. De tentoonstelling Warming Up laat de diversiteit van de kunstenaar zien aan de hand van tekeningen, performances, videowerk en interdisciplinaire projecten uit de jaren zestig en zeventig. Veel aandacht gaat daarbij uit naar zijn opwarmingspraktijken, waarin de kunstenaar onder de fictieve bedrijfsnaam Cardena Warming up etc. etc. etc. Company zijn liefde voor eten, seks en conceptuele kunst liet samenkomen.
Warming Up is tevens de eerste presentatie in ROZENSTRAAT – a rose is a rose is a rose, gehuisvest in de voormalige ruimte van SMBA. Curatoren Dorothé Orczyk en Sjoerd Kloosterhuis zijn verantwoordelijk voor het programma. Zij nodigden hedendaagse kunstenaars uit om op het werk van Cardena te reageren. Iedere twee weken wijzigt zowel de interventie als de opstelling van de tentoonstelling. Op dinsdag 6 juni gaf Christian Friedrich het stokje over aan Mauricio Limón. Later zullen Artun Alaska Arasli en Freek Wambacq interveniëren. Sanneke Huisman bezocht namens Metropolis M de tentoonstelling tijdens de interventie van Friedrich en sprak met Corinne Groot, die samen met Rob van de Ven op uitnodiging van de curatoren de tentoonstelling samenstelde.
Sanneke Huisman: Je bent al geruime tijd bezig met het werk van Michel Cardena. Kun je daar wat over vertellen?
Corinne Groot: In 2013 vroeg Tineke Reijnders mij om mee te werken aan het onderzoek naar In-Out Center. We werken aan een online archief met al het materiaal uit die tijd. De zoektocht naar dit materiaal bracht me in contact met veel mensen die bij dit kunstenaarsinitiatief betrokken waren, waaronder Cardena. Ik heb zijn werk uit de vroege jaren zeventig onderzocht, de periode van In-Out Center. Cardena was in 2013 echter al ziek (hij had de ziekte van Parkinson) en hij was net bezig een deel van zijn archief bij het RKD onder te brengen. Ik heb daar toen bij geholpen en na zijn dood hebben de erfgenamen en galerie mij gevraagd het werk te inventariseren. Op die manier heb ik ook Cardena’s overige werk goed leren kennen. Naar aanleiding van de presentatie van In-Out Center bij de Appel hebben de curatoren van deze plek mij en Rob van de Ven gevraagd een tentoonstelling met werk van Cardena samen te stellen.
SH: Heeft de zoektocht je veel opgeleverd?
CG: Jazeker, ik heb een aantal werken gevonden. Het jasje dat in deze tentoonstelling te zien is, Cardena’s bekende outfit van zijn opwarmingsbedrijf Cardena Warming up etc. etc. etc. Company, kwam bijvoorbeeld bij zijn nichtje vandaan. Ook heb ik veel mensen gesproken die hebben meegewerkt aan de productie van zijn werken, cameramannen, editors of performers bijvoorbeeld. Dat waren zelden experts, maar bleken vooral leuke jongens en vrienden van de kunstenaar te zijn.
SH: In de achterste ruimte van de tentoonstelling hangt een bijzondere serie waarin mensen – ik neem aan velen ook uit zijn vriendengroep – voor Cardena koken en hiervan verslag doen; het werk En dinant bien dans chaque maison, Cardena se réchauffe toutes les saisons (1974). Ik heb dit werk nooit eerder gezien, waar komt het vandaan?
CG: Dat is ook een van de werken die ik heb gevonden. Het komt uit de opslag van Cardena zelf. Vlak voor zijn dood werd Cardena opgepikt door een galerie in Bogotá, Instituto de Visión. Het werk uit de jaren zestig, vooral de assemblages en objecten, is toen daarheen gegaan, evenals het werk uit de jaren zeventig. Dit werk is kennelijk per ongeluk achtergebleven. Toen ik het vond, wilde ik het graag hier houden, ook omdat het Nederlandstalig is. Twaalf bevriende families hebben voor Cardena gekookt uit Pellaprats kookboek – een kookboek dat een grote rol speelde in het werk en leven van Cardena. Cardena kwam ‘s avonds dineren, gekleed in het jasje van zijn opwarmingsbedrijf. De gerechten werden door iedereen uit het gezelschap beoordeeld. In deze serie komen veel bekenden voor, zoals kunstcriticus Jean-Clarence Lambert, Ulises Carrión, Coosje van Bruggen en Liesbeth Crommelin, conservator toegepaste kunst bij het Stedelijk Museum.
Een ander bijzonder object dat ik in de opslag heb gevonden, is te zien in de eerste ruimte van de tentoonstelling, bij het archiefmateriaal. Het zijn de proeven voor de overzichtstentoonstelling in Museum Boijmans Van Beuningen in 1981. Op een lange strook wordt een visueel en chronologisch overzicht gegeven van videowerk en performances, beginnend bij de opwarming van de Mont Blanc in 1972.
SH: We zien in de tentoonstelling ook een serie tekeningen van de opwarming van Mondriaan, een project dat daarop volgde. Een beeld vol contrast.
CG: Je hebt bij de opwarmingswerken altijd de aandacht voor het erotische. In het geval van de performances las hij pornografische teksten voor. Hier zit het erotische vooral in de wulpse vormen, die mooi contrasteren met het strakke schilderij van Mondriaan. Dat was ook wat Cardena beoogde: het opwarmen van de rigide modernistische Nederlandse cultuur tot een meer sensuele en tropische Colombiaanse cultuur.
SH: Dat komt op een meer subtiele manier ook in de fotocollage met de opgewarmde eitjes naar voren. Dat werk past prachtig in een Nederlandse conceptuele traditie, ik denk dan aan Marinus Boezem en Ger van Elk. Naast eten en opwarming zien we in de tentoonstelling ook enkele schaakperformances voorbijkomen. Schaken speelde ook een belangrijke rol in het leven van Cardena.
CG: Een bekende performance is het naspelen van een partijtje schaak van Marcel Duchamp, uitgevoerd met Jean-Clarence Lambert, die ook aan de kooksessie meedeed. De zetten staan uitgeschreven op een appel. Aan het eind van de partij klemmen de twee de appel tussen hun hoofden en verlaten de ruimte. In de naar het RKD gebrachte collectie vond ik nog een schaakperformance, uitgevoerd tijdens zijn overzichtstentoonstelling in Boijmans in 1981. Het is een heel ritueel waar ook voedsel en opwarming aan te pas komen. Cardena speelt tegen schaaklegende Jan Timman. Ze leggen de zetten in ongekookte spaghettistengels voor hen op tafel, waarna ze deze in een pan kokend water doen. Later werd de gekookte spaghetti aan het publiek geserveerd.
SH: En dan nog even over de huidige hedendaagse interventie. We zien een fluoriserend geel object, balancerend op een bal. De kleuren gaan een mooie relatie aan met een werk van Cardena hier in de ruimte. Het is wel een opvallend braaf werk van Christian Friedrich.
CG: Ja, dat klopt. Friedrich heeft zich vooral laten inspireren door Cardena’s werk uit de jaren zestig. In deze periode maakte Cardena meer installaties en objecten, eveneens erotisch getint. Het werk van Friedrich is een altaar. Hij gebruikte hiervoor een werk dat deels al bestond, maar paste het wel speciaal voor de tentoonstelling aan. Het staat recht tegenover Somos Libres?!, een videowerk waarin twee homoseksuele mannen hun thuisland ontvluchten op zoek naar een vrij en tolerant land. Weer een heel persoonlijk werk van Cardena. Kunst en leven liepen bij hem altijd door elkaar.
SH: Je hebt tot aan zijn dood met en voor Cardena gewerkt. Hoe was dat?
CG: Toen hij erg ziek was, heeft hij besloten euthanasie te laten plegen. Hij leefde heel bewust en vol passie toe naar zijn einde. Dat was heel bijzonder om te zien. Hij bleef er altijd charmant uitzien, en bleef gek op leuke jongens en goed eten. Ik werd regelmatig naar Holtkamp gestuurd om kroketten en meringues voor hem te halen. Praten werd voor hem steeds moeilijker, maar via gebaren konden we nog met elkaar communiceren. We hebben veel gelachen.
De tentoonstelling is nog tot 20 augustus te bezoeken.
Foto’s zijn gemaakt door Diego Diez, met uitzondering van de detail foto.
Sanneke Huisman