metropolis m

Where the energy comes from, Bonner Kunstverein, 2014/2015

Als er een sector is waar de mate van transparantie naar ondoorzichtigheid neigt, dan is het wel de kunstwereld. Ze wordt gekenmerkt door een uiterst geritualiseerd systeem dat functioneert op basis van complexe sociale processen en waardenregimes. Sinds kort lijken de grenzen tussen het commerciële, het kritische, academische en publieke veld te vervagen. Er wordt tegenwoordig moeiteloos tussen de vroegere schotten bewogen, en de scheidingslijnen van het commerciële/kritische of publieke/private worden zelfs in een en dezelfde loopbaan overschreden. Hieruit vloeit een nieuw type taken voort, een hybridisering van functies waarvan men zich binnen de kunstwereld welbewust is. (Deze tekst verscheen eerder in METROPOLIS M Nr 6 2014-2015 ONZICHTBAAR & THE CURATED SELF)

De reeks schilderijen waarmee de Duitse kunstenaar Jana Euler in 2009 debuteerde, kan begrepen worden als een rechtstreekse reactie op dit fenomeen. Onder de titel Ambition Universe exposeerde ze bij een Weens kunstenaarsinitiatief zes realistisch uitgevoerde werken op groot formaat met titels als Daniel Gnam, Wolfgang Koschmieder of Diedrich Ceccaldi. Net zoals de titels bestaan uit een voor- en achternaam die eigenlijk niet bij elkaar horen, stelde Euler visueel hybride figuren samen. De lichamen met bijna hysterisch uitnodigende handen van bevriende kunstenaars zoals Manuel Gnam, Andrei Koschmieder en Nicholas Ceccaldi dragen de hoofden (of zijn het grijnzende maskers?) van invloedrijke figuren uit de kunstwereld zoals curator Daniel Birnbaum, kunstenaar/curator Wolfgang Tillmans of criticus Diedrich Diederichsen. De fotocollages die Euler als edities maakte bij de tentoonstelling, dragen dezelfde titels als de drie laatste schilderijen van de serie: Ruth Suckale, Harald Waechtler en Werner Denny. Ze functioneren volgens hetzelfde principe waarbij een vreemd hoofd en lichaam opnieuw samengesteld worden. Deze reeks evoceert de angstaanjagende context waarbinnen een beginnende kunstenaar zijn weg moet zoeken en het onvermijdelijke belang van netwerken die bepalend kunnen zijn voor artistiek succes.

Jana Euler, Wolfgang Koschmieder, 2009, oil on canvas, 114 x 93 cm, Courtesy Jana Euler & dépendance, Brussels

Die zoektocht naar een eigenheid laat zich voelen in de meerdere iconografische lagen die Jana Euler in haar schilderijen verwerkt. In de serie hybride portretten van Ambition Universe contrasteren de figuren op de voorgrond met de weergave van sterrenbeelden op de achtergrond. Deze variëren van een schematisch sterrenteken (zoals bij Wolfgang Koschmieder) tot een figuratief beeld van een teken uit de dierenriem (de leeuw bij Diedrich Ceccaldi). Euler schuift een populair idioom zoals dat van de astrologie achter de krampachtig expansieve portretten van decision makers uit de kunstwereld.

In latere werken wordt de gelaagdheid steeds complexer. Tegelijkertijd laat Euler de traditionele schilderkunstige indeling van de compositie in voor- en achtergrond vaak gradueel achter zich. Een voorbeeld hiervan is de reeks van drie doeken die Euler toonde in de New Yorkse galerie Real Fine Arts in 2012 met als titel Overpainted. Het gaat om een zelfportret en om de portretten van twee bevriende (vrouwelijke) kunstenaars. Voor- en achtergrond lopen helemaal in elkaar over. In Identity forming processes overpainted bijvoorbeeld, wordt Eulers hyperrealistische zelfportret ritmisch onderbroken door drie penselen en door schematisch geschilderde figuurtjes en karikaturale gezichtsprofielen. Deze verschillende lagen maken het beeld op het eerste zicht erg complex, maar staan met elkaar in verband. Elkaar versterkend vormen ze het portret van een kunstenaar die op zoek is naar een eigen artistieke en sociale identiteit.

Jana Euler, Whitney, 2013, oil on canvas, 190 x 300 cm, courtesy Jana Euler & dépendance, Brussels

In Whitney (2013) gaat Euler hierin nog een stap verder. Zo laat ze ook het terugkerende ritme van de motieven voor wat het is, om binnen een vlak op groot formaat een vrije associatie bij elkaar te schilderen op basis van homoniemen: van Whitney Houston tot het New Yorkse Whitney Museum. Het schilderij bestaat uit één grote beladen compositie die geschilderd werd met het oog op een specifieke context. Het maakte deel uit van de Whitney Biennial die eerder dit jaar voor het laatst plaatsvond in het oude gebouw dat weergegeven is op het doek. Het was een bijzondere editie omdat voor het eerst ook niet-Amerikaanse kunstenaars tot de biënnale werden toegelaten. Het belang van een dergelijk overzees evenement voor een jonge Europese kunstenaar als Jana Euler is niet te onderschatten.

Woord versus beeld

De picturale diversiteit in Eulers werk zet ook door in de verschillende manieren waarop ze omgaat met het woord. Het is opvallend dat vrijwel al haar werken een titel dragen. Het toekennen van titels lijkt een weloverwogen keuze, wellicht ingegeven door de visuele complexiteit van haar werken. Waar men als toeschouwer zich wel eens kan verliezen in de vrije associatie van motieven en in de meerdere lagen van haar schilderijen, reiken de titels sleutels aan tot interpretatie. Een titel zoals Painting out of focus of friends leaving to Berlin (2012) is bijvoorbeeld zowel beschrijvend als evocatief. Toch beperkt de relatie tussen woord en beeld zich in Eulers werk niet louter tot het toekennen van titels. In verschillende doeken bepaalt het woord grotendeels de compositie. The B-motions are trying to control their bodies, but the faces talk and money is overpowering (2011) bijvoorbeeld bestaat uit zeventien figuren in hemd en pak die afdrijven op vlotten en wiens cartooneske gelaatstrekken samen de letters mind body evolution vormen. In de recente reeks Fuck you Goethe (2014), momenteel te zien in haar eerste institutionele solotentoonstelling in Kunsthalle Zürich, staat het woord helemaal centraal. De titel klinkt als een scherpe afwijzing van het culturele verleden van haar geboorteland en refereert ook naar de recente populaire cultuur. Euler ontleende de titel aan de Duitse filmkomedie Fack ju Göthe uit 2013. De werken bestaan uit overlappingen van alle letters uit de titel, steeds vanuit een ander perspectief of geschilderd met andersoortige tekens (tekstuele en antropomorfe letters).

Jana Euler, Painting out of focus of friends leaving to Berlin, 2012, acrylic on canvas, 180 x 140 cm, Courtesy Jana Euler & dépendance, Brussels

Minder gebruikelijk voor een kunstenaar wiens oeuvre hoofdzakelijk bestaat uit schilderkunst, is Jana Eulers’ aandacht voor de context waarin haar werk wordt getoond. In haar recente reeks Where the energy comes from 1, 2, 3 (2014), ook te zien in Zürich, gaat ze op zoek naar het perspectief dat een schilderij op een vlakke muur kan genereren. De tot zo’n twee bij twee meter uitvergrote stopcontacten doen de muren bijvoorbeeld kleiner lijken dan ze eigenlijk zijn. Voor een presentatie in de Londense galerie Cabinet in 2013 schilderde ze de titel van haar tentoonstelling When expectations meet needs verspreid over de verschillende muren van de ruimte. Slechts vanuit één vluchtpunt in de galerie kon men zowel de hele titel lezen als alle werken in een oogopslag zien. Bij verschillende andere exposities gaf ze de ruimte dan weer vorm door er wanden van mat plastic in te plaatsen. Het plastic was niet transparant waardoor de muren als het ware neutraal werden. Enkel het licht kon erdoorheen schijnen, waardoor men als bezoeker niet afgeleid werd door andere beelden. In de reeds vermelde tentoonstelling in Real Fine Arts gebruikte ze dit type wanden om voldoende ademruimte voor elk werk te creëren. Tegelijkertijd dwongen ze de bezoeker ertoe een parcours te lopen in de vorm van een vraagteken. Het schilderij The body of the exhibition (2012) maakte het traject zichtbaar dat de toeschouwer onbewust moest afleggen. Op het doek is een menselijke figuur te zien met de ogen gesloten, wiens lichaam de vorm van het tentoonstellingsparcours volgt. De opengesperde ogen in verschillende kleuren die bovenop het lichaam van de man geschilderd zijn, vormen een echo van de ogen van de toeschouwers. Hierdoor kijkt het schilderij als het ware terug.

Kijken en bekeken worden

Voor een beeldend kunstenaar vormt het zicht één van de belangrijkste zintuigen. De blik tijdens het schilderproces bepaalt namelijk het eindresultaat, het beeld. In een reeks werken in Kunsthalle Zürich onderzoekt Euler in welke mate een werk dat ze met één of twee ogen heeft gemaakt kan verschillen van een doek dat vrij uit het hoofd geschilderd is zoals Men painted with no eyes (2014). Men painted with one eye (2014) is een geschilderde kopie van een foto, terwijl Men painted with two eyes (2014) een schilderij is naar levend model. Naast de titels verduidelijken in Zürich ook vloerstickers van open en gesloten ogen dit principe. De drie werken zijn in hun uitvoering geheel anders, zowel wat betreft directheid als qua beweging en penseelstreek. Een gelijkaardig visueel experiment is de reeks Painting out of focus, drie doeken die Jana Euler in 2012 schilderde met airbrush. Hierin onderzoekt ze een van de fundamentele vraagstukken in de schilderkunst, namelijk hoe men de werkelijkheid rondom zich kan weergeven. Ze schilderde de drie werken steeds vanaf een andere afstand van de drager: 10, 15 en 20 cm. Hoe verder ze de airbrush van het doek hield, hoe onscherper, hoe meer out of focus het resultaat werd. Verschillend ten opzichte van andere werken die met penseel zijn geschilderd, is uiteraard het verdwijnen van de toets. Hierdoor doen de doeken erg vlak aan.

Euler onderzoekt bijvoorbeeld in welke mate een werk dat ze met één of twee ogen heeft gemaakt kan verschillen van een doek dat vrij uit het hoofd is geschilderd

Met airbrush hoeft Euler het doek niet meer aan te raken. Ze houdt alle verf die aangebracht wordt, visueel onder controle, terwijl een penseel net steeds een deel van het doek bedekt tijdens het schilderen. In de drie schilderijen wordt de compositie dermate geabstraheerd dat alles motief wordt. De diepte wordt nog slechts gesuggereerd door een voor- en achtergrond. Eulers onderzoek naar het scherpstellen van de blik doet denken aan recente studies over oogafwijkingen bij schilders en op welke manier dit hun artistieke productie heeft bepaald. Toen Claude Monet staar kreeg, zou zijn gevoel voor detail en contrast bijvoorbeeld verminderd zijn en zou hij donkerdere kleuren zijn gaan gebruiken.

De blik van de kunstenaar kan niet bestaan zonder datgene wat zich in dat blikveld bevindt. Eulers inspiratie voor haar thema’s en motieven haalt ze overal vandaan. Zo ontstaan vele beelden vaak vanuit haar onmiddellijke omgeving. In de series Ambition Universe of Overpainted zijn de modellen voor haar portretten bevriende kunstenaars. Daarnaast laat ze zich evengoed inspireren door de overvloed aan beeldmateriaal van het internet. Voor haar hyperrealistisch weergegeven portret van curator Jamie Stevens, die in 2012 met Euler samenwerkte aan haar tentoonstelling in de kunstenaarsruimte Cubitt in Londen, schilderde ze bijvoorbeeld het eerste beeld dat verscheen na een zoekopdracht naar zijn naam via Google Images. Curator Jamie Stevens bleek toevallig een naamgenoot te hebben: de toenmalige Britse kapper van het jaar. Is dit Eulers humoristische antwoord op de theorie over network painting die sinds enkele jaren aan haar werk wordt toegeschreven?

Bewust van het risico op overexposure heeft Euler ervoor gezorgd dat buiten beelden van haar werk verdere informatie over haar persoon op het internet schaars is

Ondanks het feit dat het internet stimulerend kan zijn, heeft het gemak waarmee beelden er kunnen reizen en gebruikt worden uiteraard ook een keerzijde. Zo wordt het de laatste jaren overspoeld door gênante smartphone foto’s of gehackte informatie. Via het internet kan men alles bekijken, maar wordt men zelf ook voortdurend in de gaten gehouden. Jana Euler lijkt bewust met dit risico op overexposure om te gaan. Buiten beelden van haar werk, is verdere informatie over haar persoon op het internet schaars. Ook heeft ze geen accounts bij pakweg Facebook, Twitter of Instagram. Misschien vanuit een weloverwogen strategie om zelf de controle te houden over het beeldmateriaal dat over haar gepubliceerd kan worden, schilderde Euler met Nude climbing up the stairs (2014) een naakt zelfportret voor haar tentoonstelling in Zürich. Net zoals het beroemde Nu descendant l’escalier (1912) van Marcel Duchamp, toont het werk de sequentie van gefragmenteerde houdingen die een naakt lichaam aanneemt wanneer het over een trap loopt. Het werk lijkt veeleer een statement te zijn dan een vormelijk citaat. De kunstenaar gaat de trap niet gedwee af zoals Duchamps model. Ze klimt de treden zelfbewust op tot ze achter de hoek verdwijnt. Door het schilderij aan de ingang van de expositie naast een trap te hangen, voert de bezoeker dezelfde beweging uit. Daarnaast functioneert het ook als een soort richtingaanwijzer. Het maant de bezoeker aan verder te gaan en binnen te stappen in Eulers verbeelding.

Deze tekst verscheen eerder in METROPOLIS M Nr 6 2014-2015 ONZICHTBAAR & THE CURATED SELF. METROPOLIS M KRIJGT GEEN SUBSIDIE. WE KUNNEN NIET ZONDER UW STEUN. HELP ONS EN NEEM EEN ABONNEMENT. ALS U NU EEN JAARABONNEMENT AFSLUIT STUREN WIJ U HET LAATSTE NUMMER GRATIS OP. MAIL UW NAAM EN ADRES NAAR [email protected] (ovv actie nr 3)

Jana Euler, Where the energy comes from, Bonner Kunstverein 6.12.2014 t/m 22.02.2015

Valerie Verhack

is assistent-curator bij M in Leuven

Recente artikelen