Jeanne van Heeswijk en Afrikaanderwijk Coöperatie, Mobile of Interdependency (Acts of Balance), 2014, onderdeel van tentoonstelling Trainings for the Not-Yet bij BAK, basis voor actuele kunst, Utrecht, foto: Tom Janssen
Oefeningen voor de toekomst – Jeanne van Heeswijk in BAK
Jeanne van Heeswijk pakt bij BAK uit met een overzicht van belangwekkende sociale kunst uit de afgelopen jaren van haarzelf en een keur aan (internationale) kunstenaars die komende weken ook zelf ‘live’ van de partij zijn om trainingen te verzorgen. Jorne Vriens bezocht de opening en liet zich inspireren om (bijna) zelf in actie te komen.
Jeanne van Heeswijk presenteert een overzicht van haar eigen werk en van anderen die eveneens sterk sociaal betrokken zijn. Ondanks het doorgaans immateriële karakter van sociale kunst is er in BAK, basis voor actuele kunst in Utrecht opvallend veel werk te zien. Naast enkele videoregistraties van performances en bijeenkomsten, vaak de enige manier waarop een groter publiek kennis kan maken met vluchtige sociale interactie, zijn er veel installaties en archiefstukken van voorgaande projecten tentoongesteld.
De tentoonstelling zou geen recht doen aan deze kunstvorm als er alleen werd teruggekeken op ‘good practices’ uit het verleden. Van Heeswijk start ook nieuwe projecten tijdens de tentoonstelling. De Trainings for the Not-Yet bijeenkomsten moeten de deelnemers vaardigheden bijbrengen om vorm te geven aan de nabije toekomst, zo vertelt Van Heeswijk me tijdens de opening. Die blik op een toekomst die al bijna is aangebroken, onderscheidt haar werk van andere kunstvormen die een aanspraak doen op de verbeelding van een alternatieve toekomst. Het zijn geen utopische vergezichten met melk en honing als hoofdingrediënten, maar de bijeenkomsten bieden het ‘gereedschap’ om er iets van te maken.
Tijdens een residentie, als een van de ‘fellows’ van BAK in het afgelopen jaar, legde van Heeswijk de contacten met mensen die komend najaar trainingen gaan verzorgen. Het samenwerken met anderen, vaak heel gewone mensen (buurtgenoten), is de methode die Van Heeswijk al jaren met veel succes toepast en haar uitnodigingen voor projecten over de hele wereld hebben opgeleverd. In de tentoonstelling wordt dat het duidelijkst zichtbaar in het overzicht op de muur waar schematisch weergegeven verbindingen tussen mensen, gemeenschappen en instanties samen een netwerk vormen.
Uit de documenten op de tentoonstelling blijkt welke projecten geslaagd zijn afgerond of nog steeds lopen – ook zeker een vorm van succes. Op de markt in de Rotterdamse Afrikaanderwijk bijvoorbeeld gaat een groep bewoners en marktkooplui voedselverspilling tegen door te recyclen. In het geval van een bakkerij in Liverpool die gesloopt zou worden, is de lokale gemeenschap erin geslaagd om deze plek voor betaalbare baksels te behouden. Een tijdlijn bij dit project brengt stadsvernieuwing in verband met het verjagen van mensen in oudere buurten. Daarnaast zijn er foto’s, schorten en tassen met slogans te zien die bij het project horen. Ondanks al deze documentatie van het project blijft het lastig om te begrijpen wat ervoor heeft gezorgd dat het project een succes werd.
De presentatie reikt geen blauwdruk aan voor toekomstige projecten. Volgens Van Heeswijk gaat het daar ook niet om: ‘Het is belangrijk genoeg om aan te geven hoe solidariteit tot stand komt.’ Het is haar erom te doen mensen te activeren. In die zin mis je in de presentatie wel aandacht voor de praktijk waarop dat gebeurt in didactische elementen. Om meer inzicht in de praktijk van de sociale actie te krijgen zul je zelf aan de trainingen moeten deelnemen.
[blockquote]Jeanne van Heeswijk: ‘Het is belangrijk om aan te geven hoe solidariteit tot stand komt’
Wel direct duidelijk is dat voor het slagen van de kleinschalige projecten vertrouwen, doorzettingsvermogen en een hoop geduld nodig is. Wanneer je met Van Heeswijk praat, lijken dat precies kwaliteiten zijn waar ze goed in is. Optimisme verdringt bij haar elk spoor van cynisme; het werkt aanstekelijk. Zo beschouwd is hier misschien wel sprake van, tjsa, een zekere spiritualiteit: het vertrouwen van een groep in de goede afloop door met elkaar te volharden ondanks een buitenwereld die op een minder rooskleurige toekomst afstevent. Het is een vorm van bonding die het uiteindelijke doel lijkt, in ieder geval het resultaat ervan is en belangrijker lijkt te zijn dan alle materiële winst die daar verder uit resulteert.
Het meedoen aan de trainingen werpt ongetwijfeld bij menigeen, in ieder geval bij mij, wat drempels op. Tenzij je van karaoke houdt (het onderwerp van de karaoke is wel onder meer de ‘witte suprematistische cultuur’, dus ik weet niet of het zo hilarisch wordt als bij het gemiddelde bedrijfsuitje). Dat zit hem deels ook in de woordkeus waarmee het project in BAK wordt geïntroduceerd en waarin bepaalde zaken klaarblijkelijk moeten worden ‘geradicaliseerd’: het kijken bijvoorbeeld, de collectiviteit en het lokale. Uit de teksten in BAK spreekt een sterke politieke lijn, zoals in de uitleg van ‘collectieve kennis’, die wordt getypeerd met ‘samenwerking, veerkracht, verzet, solidariteit, vreugde, waardigheid, zorg en kameraadschap’. Dit is taal voor yogaleraren of verstokte communisten, waar veel mensen allergisch op zullen reageren. Natuurlijk is dit type project niet voor iedereen bestemd, maar uit dit soort teksten valt moeilijk op te maken voor wie dan wel.
Tachtig Utrechters hebben tijdens het openingsweekend alvast meegedaan aan gesprekken over hoe zij de toekomst van de stad voor zich zien. Het credo op de muur ‘All Time is Local’ werd daarmee waargemaakt. Het is duidelijk dat deze vorm van kunst de unieke kracht heeft om mensen te verbinden, vooral rondom voor hen belangrijke thema’s. Als gewone bezoeker is het echter niet altijd helder wat te doen met deze (voorlopige) resultaten, terwijl de maatschappelijke thema’s zoals gepresenteerd in de tentoonstelling schreeuwen om actie.
Jeanne van Heeswijk, Trainings for the Not-Yet, BAK, basis voor actuele kunst, Utrecht, 14.9 t/m 12.1.2020
HIER het programma met alle trainingen
Jorne Vriens
is kunsthistoricus