Sarah Sze, Flash Point (Timekeeper) 2018. Mixed media installation, wood, stainless steel, video projectors, acrylic, archival pigment prints, ceramic and tape © Sarah Sze, © ZKM
Wanneer gaan we eindelijk iets doen? – bij de uitreiking van de Spinozalens aan Bruno Latour
Vanavond wordt de Spinozalens, de tweejaarlijkse prijs voor een internationaal vermaarde denker over ethiek en samenleving, uitgereikt aan Bruno Latour. In het kader daarvan organiseert De Ambassade van de Noordzee deze week installaties, tentoonstellingen en lezingen. Wat maakt zijn denken zo belangrijk voor dit moment?
‘We waren een wereld gewend, we gaan over, we muteren naar een andere wereld’[1], schrijft techniek- en wetenschapssocioloog en filosoof Bruno Latour in Oog in oog met Gaia – acht lezingen over het Nieuwe Klimaatregime. Het woord ‘muteren’ is hier van belang: want waar vaak over de huidige tijd gesproken wordt als een ecologische ‘crisis’, vindt Latour dat begrip problematisch. Simplificerend ook, en onterecht geruststellend: het impliceert dat de toenemende aanwezigheid van CO2 in de atmosfeer, de hoger wordende zeespiegel en de zuurder wordende oceaan zaken van voorbijgaande aard zijn, die wij als mens wel even kunnen oplossen.
‘Was het maar alleen een crisis! Was het maar een simpele crisis!’roept Latour uit [2]. Dat wat we gewoon zijn een ‘crisis’ te noemen zou ‘eerder zou moeten worden bestempeld als een diepgaande mutatie van onze verhouding tot de wereld’ [3]. De milieueffecten op lange termijn zijn in feite het gevolg van gebrekkig handelen in het verleden: de alarmbellen gaan al decennia lang af, maar ze lijken oorverdovend. Wanneer gaan we eindelijk iets doen? En waar moeten we beginnen? Met een radicaal andere kijk op hoe we ons tot onze omgeving en de niet-menselijke entiteiten om ons heen verhouden, stelt Latour.
Het beeld van de mens als gescheiden van de natuur heeft desastreus uitgepakt, zoveel is duidelijk. Latours visie ontvouwt zich echter niet als een romantische terugkeer naar de natuur. Hij gaat juist voorbij aan de gehele oppositie natuur/cultuur, en daarmee ook aan het onderscheid tussen subjecten en objecten. Waar het typisch modern is om aan de mens een onderscheidend handelsvermogen toe te schrijven, erkent Latour dat niet-menselijke entiteiten tevens actoren zijn: het idee van de mens dat als subject omringende objecten controleert en domineert wordt daarmee teniet gedaan. Rik Peters weidt hierover uit in dit portret dat hij van Latour schreef voor Metropolis M een aantal jaren geleden.
Voorbij zulke dualismen presenteert Latour de diepgaande mutatie als een ‘co-evolutie van aard-en wereldsystemen waarin mensen, andere levende wezens, objecten, materie en technologieën in complexe netwerken met elkaar samenhangen’, zoals Alice Smits in een eerder artikel voor dit tijdschrift uitlegt. De aarde, of Gaia, is geen neutraal decor waar enkel mensen ten toneel treden; het is een komen en gaan van menselijke en niet-menselijke actoren die allen eigen handelingsvermogens hebben en interacties met elkaar gaan.
In dat netwerk zijn techniek en wetenschap niet moreel neutraal: zij kunnen zich niet in de neutrale omgeving van een laboratorium distantiëren van sociaal-maatschappelijke vraagstukken. Latour was dan ook een van de eerste die de wetenschapswereld als een soort antropoloog benaderde, die laboratoria binnenstapte om te zien wat wetenschapper doen, in plaats van zich enkel te buigen over de verzamelde en schijnbaar neurale, objectieve resultaten.
‘Bruno Latour is een van de eerste denkers die technologie als maatschappelijke factor is gaan duiden’, stelt het juryrapport. ‘Technologie is, net als de wetenschap, moreel niet neutraal, zo vindt Latour. Niet alleen gebruikers zijn verantwoordelijk voor de techniek die zij kiezen, ook de bedenker en maker ervan dragen morele verantwoordelijkheid.’
‘Latour verlaat de ivoren toren van de academie en engageert zich met de empirie. Daardoor heeft zijn denken een enorme impact, ook op de kunst(geschiedenis en -theorie)' stelt het juryrapport
Het rapport gaat verder: ‘Latour verlaat de ivoren toren van de academie en engageert zich met de empirie. Daardoor heeft zijn denken een enorme impact; niet alleen op de technologie, maar ook op andere vakgebieden zoals de antropologie, de onderwijskunde en de kunst(geschiedenis en -theorie). Latour spreekt zich regelmatig uit over de actualiteit, of het nu om de klimaatcrisis, Covid-19 of de internationale politiek gaat.’
Dat Latour het kunstpubliek niet uit de weg gaat blijkt bijvoorbeeld uit deze lezing bij Veem House for Performance een paar jaar terug, waar hij in gesprek ging over zijn destijds gepubliceerde boek Facing Gaia.
Zijn toewijding aan kunst blijkt nog sterker uit de door hem en Peter Weibel bedachte en gecureerde tentoonstelling Critical Zones – Observatories for Earthly Politics die momenteel bij ZKM (Zentrum für Kunst und Medien Karlsruhe) te zien is. Het is de vierde in een reeks [4] ‘thought-exhibitions’ waar Latour en Weibel, directeur van ZKM, nu zo’n twintig jaar mee bezig zijn.
Latours ‘thought-exhibition’ vertaalt zich als een tentoonstelling-als-gedachte-experiment: het is voor Latour een manier om een alternatief te bieden aan de vaak nog afstandelijke en abstracte manieren waarop over ecologie geschreven en gesproken wordt.[5] In het medium van de tentoonstelling ziet hij de mogelijkheid een niet-lineaire, ruimtelijke en persoonlijke begripsvorming van ecologie teweeg te brengen. ‘Observeren’ betekent in de tentoonstellingstitel meer dan alleen ‘kijken naar’. In lijn met de Latijnse oorsprong van het woord, behelst het ook een ‘in acht nemen’, en ‘zorgen voor’ de kritieke zone die onze leefwereld momenteel is. Critical Zones wil van bezoekers actieve ‘observatoren’ maken, met een oog voor het niet-menselijke.
‘Dat de natuur een eigen stem heeft die in onze democratie gehoord moet worden, is een van de meest vernieuwende gedachtes van Latour’ stelt het juryrapport. ‘Het leidt tot een andere omgang met planten, dieren en alles wat niet-mens is.’ Een rivier, een verkeersdrempel of een paling: het zijn allemaal dingen die zich uitspreken volgens Latour. Maar hoe nemen we hun stem serieus? Hoe gaan we voorbij een metaforische lezing van ‘de stem van de natuur’ naar een realistische lezing, waarbij we daadwerkelijk rechtdoen aan het handelsvermogen van niet-menselijke entiteiten en aan die entiteiten de nodige zeggenschap toeschrijven? Hoe kunnen we ons in het niet-menselijke perspectief verplaatsen?
Deze week worden een aantal pogingen gedaan door de Ambassade van de Noordzee. Op verschillende locaties in Amsterdam en Rotterdam worden de perspectieven van dingen, planten, dieren en mensen in en rond de Noordzee uitgelicht. ‘De zee en het leven in de zee is van zichzelf’, is het uitgangspunt van de Ambassade.
‘Dat de natuur een eigen stem heeft die in onze democratie gehoord moet worden, is een van de meest vernieuwende gedachtes van Latour’
In de schietbaan van het Marineterrein in Amsterdam pogen kunstenaars Sheng-Wen Lo en Yi-Fei Chen het leven van een paling inzichtelijk te maken. Hun interactieve ruimtelijke installatie F/EEL wil het publiek ‘individueel en fysiek de avonturen van de paling [laten] ervaren’. Ze geven toe hoe moeilijk dat is: ‘Hoewel het nooit helemaal zal lukken om de subjectieve ervaringen van de paling volledig te vertalen naar menselijk perspectief zullen onze inspanningen – in tegenstelling tot helemaal niets proberen – ons in staat stellen om te verbeelden, te twijfelen en te bevragen.’
Ook in Garage Rotterdam wagen kunstenaars zich aan niet-menselijke perspectieven: dit weekend opende daar de tentoonstelling A New Order, A New Earth waar ook De Ambassade van de Noordzee werk laat zien.
Morgen en overmorgen zijn avonden in Spui25 en De Balie georganiseerd; in Spui25 onderzoekt jurist en schrijver Laura Burgers de haalbaarheid van Latours ‘parlement der dingen’, oftewel het daadwerkelijk geven van een stem aan ‘niet-mensen’ binnen onze rechtsstaat. In De Balie presenteert De Ambassade van de Noordzee ‘drie Noordzeecasussen die nieuwe perspectieven verkennen voor de natuurlobby’. Sheng-Wen Lo komt er spreken, en daarnaast ook antropoloog Darko Lagunas, wetenschapper en directeur Waddenacademie Katja Philippart, kunstenaar Theun Karelse, landschapsarchitect Thijs de Zeeuw en kunstenaar Xandra van der Eijk.
De uitreiking is vanavond hier te volgen. Met Bruno latour en o.a. Femke Halsema, Donna Haraway en Chantal Mouffe
[1] Bruno Latour. Oog in oog met Gaia – acht lezingen over het Nieuwe Klimaatregime. Uitgeverij Octavo Publicaties, 2007, p.21
[2] idem
[3] idem, p.22
[4] Hieraan vooraf gingen: Iconoclash in 2002, Making Things Public in 2005, and Reset Modernity! in 2016
[5] Dat ruimtelijk maken van filosofie in tentoonstellingen kent haar oosprong in Lyotards Les Immatériaux: een tentoonstelling in het Centre Georges Pompidou in Parijs in 1985. Vorig jaar is het boek Spatial Philosophy: Lyotard and the Idea of the Exhibition uitgegeven, geschreven door Daniel Birnbaum en Sven-Olov-Wallenstein, waarin het idee van een ruimtelijke filosofie, van filosofie-als-tentoonstelling, onderzocht wordt.
Critical Zones – Observatories for Earthly Politics is nog t/m 8 augustus 2021 te zien in ZKM: https://zkm.de/en/exhibition/2020/05/critical-zones
Marsha Bruinen
is webredacteur bij Metropolis M