metropolis m

Widline Cadet, ‘Nan Letènite/In Eternity’, 2021

Voor het vijfde huis in onze zomerse serie woonhuizen waar vandaag hedendaagse kunst te zien is, nemen we je mee naar Huis Marseille in Amsterdam. Tegenwoordig huist hier een fotografiemuseum, maar de uitbundige ornamentatie van het pand verraadt een gelaagde geschiedenis. Eli Witteman, die het Huis als kind al veel bezocht, merkt op hoe de tentoonstelling van Widline Cadet de dialoog aangaat het met het pand.

Verborgen achter een torenhoge steiger aan de openliggende Keizersgracht in Amsterdam, prijkt een zeventiende-eeuwse gevelsteen waarop ‘Marseille’ staat: de steen waaraan het fotografiemuseum dat in het pand huist zijn naam te danken heeft. Huis Marseille, waar ik als kind al veel kwam, is toe aan de eerste grote restauratieoperatie sinds de opening in 1999 en staat op het moment van mijn bezoek volledig in de steigers. De tuin, waarin mijn oma en ik tijdens de beginjaren van het museum hazelnoten mochten rapen voor de hazelnootpasta, is op het moment nauwelijks begaanbaar, en de tuinzaal is wegens restauratie gesloten. 

De stichter van het museum is Jos de Pont, een telg van de familie die ook Museum De Pont in Tilburg financiert. De vader van Jos de Pont had in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw een advocatenkantoor op Keizersgracht 401. Zijn zoon, Jos dus, bewoonde als student aan het begin van de jaren zestig de bovenste verdieping, boven het kantoor. Toen het pand zo’n dertig jaar later te koop kwam te staan, kocht Jos de Pont het aan met de bedoeling er een culturele bestemming aan te geven. Dat werd fotografiemuseum Huis Marseille. In 2013 werd met museum uitgebreid met het naburige pand, Keizersgracht 399.

Huis Marseille, foto Eddo Hartmann

  

Huis Marseille, foto Eddo Hartmann

Door de jaren heen heeft er een verscheidenheid aan fotografen geëxposeerd in Huis Marseille. Ondanks de nieuwe functie van het pand, heeft het museum het huiselijke karakter behouden. De grote ramen, houten balken en de ornamenten aan het plafond geven elke kamer een geheel eigen karakter met elk eigenzinnige gekkigheden. Hoe verhouden de exposerende kunstenaars en de curators zich tot het feit dat het museum er zo huiselijk uitziet? Volgens Désirée Kroep, de junior conservator van het museum, wordt er in de samenwerking met de exposerende kunstenaars altijd rekening mee gehouden dat de ruimtes geen white cube zijn en de huiselijke en eigenzinnige sfeer behouden en soms zelfs gebruikt wordt. Kunstenaars die eerder exposeerden in Huis Marseille, zoals Viviane Sassen, Chikako Watanabe, Nhu Xuan Hua en Candida Höfer, gingen in hun exposities expliciet de dialoog aan met het gebouw.

Evenals de eerdergenoemde kunstenaars, speelt de ongebruikelijk huiselijke sfeer van het museum ook een rol voor Widline Cadet, wier werk op dit moment tentoongesteld wordt bij Huis Marseille. De kunstenares werd op Haïti geboren en verhuisde op tienjarige leeftijd naar New York: met haar werk poogt ze de iconografie van Haïtiaanse cultuur weer te geven door elementen uit haar jeugd te reproduceren. De expositie Take This with You / Pran sa avèk ou reflecteert op Cadets migratieachtergrond door het gebruik van zowel oude als nieuwe beelden, foto’s van haarzelf en foto’s van anderen. Door middel van herhaling spelen Cadets foto’s zowel met herkenning als vervreemding. Op veel van de foto’s staan verschillende Zwarte vrouwen, vaak in eenzelfde houding naast elkaar. Voor sommige foto’s creëerde Cadet dubbelgangers in Photoshop. Hierdoor is het niet duidelijk of de vrouwen zussen zijn of dezelfde persoon. Ook is het soms moeilijk te zien hoeveel mensen er daadwerkelijk op de foto staan. Cadet laat je verdwalen in de beelden, zonder antwoord te bieden op de vragen die ze oproepen.  Cadet koost er bewust voor om enkel Zwarte vrouwen op de foto te zetten, omdat ze zich automatisch verwant aan hen voelt en zich tegen het stereotypisch afbeelden van deze vrouwen wil verzetten.

Widline Cadet, 'Yon etranje ki pa sanble youn #2/A Stranger Who Doesn’t Look Like One'#2, 2019

Veel van Cadets foto’s refereren duidelijk aan haar jeugd, bijvoorbeeld door de kleding die erin wordt gedragen: een aantal van de vrouwen op de foto’s draagt de geruite jurkjes die het Haïtiaanse schooluniform voor meisjes zijn.

Sommige foto’s zijn op bijzondere manier bewerkt en gaan daardoor met elkaar de dialoog aan op een manier die ik nog niet eerder heb gezien: in een aantal op posterformaat afgedrukte foto’s heeft Cadet een klein kader gemaakt, waarin een andere foto zit, ingelijst met eenzelfde lijst die om de grote foto heen zit. Binnen die kleinere kaders zitten soms andere foto’s, maar in een aantal gevallen worden er video’s afgespeeld, zoals een interview met Cadets moeder, waarin Cadet haar ondervraagt over haar familieverleden. Het gemis is pijnlijk zichtbaar, want antwoorden krijgt ze van haar moeder niet.

Omdat het pand op Keizersgracht 401 vijf kleine verdiepingen telt, heeft Cadet veel ruimtes van verschillende groottes en sferen moeten vullen. Zo is er een ruimte op de vierde verdieping waar ze achter neppe ramen in een tijdelijke muur foto’s heeft geplakt van uitzichten vanaf Haïtiaanse stranden. Op de vensterbank voor een van die ramen staat een klein fotolijstje met een kinderfoto van Cadet zelf. Aan de wanden van de ruimte zijn smalle houten planken bevestigd, volgepropt met nog veel meer foto’s van Haïti en de jonge jaren die ze er doorbracht.

Widline Cadet in Huis Marseille, foto Eddo Hartmann

Widline Cadet in Huis Marseille, foto Eddo Hartmann

In Haïtiaanse huishoudens staat de huiskamer centraal, al is het niet een ruimte die je zomaar betreedt. In de tentoonstelling wordt de huiskamer van Cadets moeder op verschillende manieren weergegeven. Zoals op de foto Sa yo se Premye Rido ou Achte mwen Renmen, Pa Gen Anyen ki ka Wè Soti nan Deyò (These Are the First Curtains you’ve Bought That I’ve Liked, Nothing Can Be Seen From Outside) prijkt een enorm boeket van plastic bloemen dat voor het gordijn van haar moeder staat, met daarnaast een tafel met een schoolfoto van de jonge Cadet. De poëtische titel is een directe uitspraak van haar zus aan hun moeder. Zo geldt dat voor meer titels: Nou Fè Pati, Nou Se, Nou Anvi (We Belong, We Be, We Long) is een uitspraak van de moeder van Cadet. De fotografe maakt daarmee impliciet duidelijk dat we voor poëzie niet ver hoeven te kijken, omdat die ook juist in het dichtbij zijnde, en tegelijk in het gemis, zit.

Widline Cadet, 'Nou Fè Pati, Nou Se, Nou Anvi/We Belong, We be, We Long', 2020

Op de laatstgenoemde foto is een aantal lichamen wederom gehuld in geruite jurkjes, met op de achtergrond een groot doek met dezelfde ruitjesprint. Ik raak in de war over hoeveel mensen erop staan: Cadet heeft door middel van Photoshop foto’s samengevoegd, armen verdubbeld en een hap uit een kuit genomen. Het is een typisch voorbeeld van die eerdergenoemde vervreemding door middel van herhaling: de jurkjes herkennen we, de dubbelgangers ook, maar deze foto wijkt af van de andere omdat hij zo zichtbaar gemanipuleerd is. Het kader waarin het achtergronddoek hangt, is duidelijk zichtbaar, waarmee Cadet het maakproces van de foto weergeeft. Hetzelfde doet ze bij het zelfportret Ki Jan Nou Wè Tèt Nou Nan Tan Kap Vini An #1 (How We See Ourselves In(to) The Future #1) waarop ze zelf de zelfontspanner vasthoudt. Door het maakproces ervan te tonen, plaatst Cadet ons enerzijds dichterbij de foto, maar anderzijds wordt duidelijk dat het een in scène gezet tafereel is waarvan Cadet de touwtjes in handen heeft.

In het souterrain van het museum wordt de video Views from home afgespeeld. De ruimte is aangekleed met een bank, een doorschijnend gordijn en een bos plastic bloemen, die precies lijken op die uit de huiskamer van Cadets moeder. De bank is afgedekt met doorzichtig plastic, wat typerend is voor Haïtiaanse huishoudens: bij bezoek mag er geen enkel smet of vuiltje te bekennen zijn. In de video zien we beelden van Cadets eerste bezoek aan Haïti na haar emigratie, die zowel met haar telefoon als met een camera gemaakt zijn. De grootte van het beeld wisselt doordat sommige beelden met een telefoon zijn gemaakt. Het geeft de video een gevoel van persoonlijkheid en intimiteit.

Widline Cadet, 'Salon R la/R's Living Room', 2019

Widline Cadet, 'Sa yo se premye rido ou achtemwen renmen, pa gen anyen ki kawè soti nan deyò/These Are the First Curtains You’ve Bought That I’ve Liked, Nothing Can Be Seen from Outside', 2020, collectie Huis Marseille

In een aantal zalen van het gebouw zijn nog altijd de plafondschilderingen van engelen te zien die herinneren aan de geschiedenis van het historische grachtenpand. Het is bijzonder om te zien hoe het zeventiende-eeuwse gebouw op het moment bewoond wordt door kunst waarin Zwarte vrouwen centraal staan. Zwarte vrouwenlichamen zijn door de geschiedenis heen vaak geseksualiseerd, geobjectiveerd en gestereotypeerd, maar Cadet neemt met haar foto’s het heft in eigen handen. Door Cadets beelden in de historisch beladen kamers van Huis Marseille te presenteren, vormen ze een nieuw narratief in dialoog met de engelen en ornamenten, waarin vrouwen van kleur verleden en toekomst samen laten smelten vanuit hun eigen geënsceneerde werkelijkheid.

De tentoonstelling Take This with You / Pran sa avèk ou van Widline Cadet is t/m 22 oktober 2023 te zien bij Huis Marseille. Voor meer informatie over het gebouw en de tentoonstelling, zie de website van Huis Marseille.

Eli Witteman

is schrijver

Recente artikelen