metropolis m

Meredith Monk, Rotation Shrine, 2023, De Oude Kerk, Amsterdam, Hartwig Art Foundation, foto Gert Jan van Rooij

De performances van de tachtigjarige kunstenaar Meredith Monk zijn internationaal bekend, maar een overzichtstentoonstelling bleef uit. De Oude Kerk in Amsterdam heeft de primeur: daar worden in haar eerste museale overzicht Monks vroegere performances vertaald naar beeldende kunstinstallaties en voert de kunstenaar ook nieuw werk op. Helena Julian ging langs en sprak Monk over de tentoonstelling die vanaf vandaag een vertakking heeft in Haus der Kunst in München.

Een calling ontvangen betekent voor kunstenaar Meredith Monk (New York, 1942) dat iets of iemand je oproept tot actie. Het is vervolgens aan jou om te beslissen of je een antwoord geeft. Haar overzichtstentoonstelling bij de Oude Kerk in Amsterdam deze titel geven, is een oproep om samen te komen. Tijdens een gesprek daags voor de opening merkt de tachtigjarige Monk op dat we ons in een moeilijke tijd bevinden. Kunst kan hier een belangrijke rol in spelen, zegt ze. Het kan werken als een antidotum, maar alleen als de kijker datgene wat ze ziet meeneemt in haar dagelijkse werkelijkheid. Het zijn betekenisvolle woorden van een kunstenaar die actief is sinds de jaren zestig en werk maakte tijdens verschillende globale contexten en crisissen. Als zij het zegt, hoop ik dat het waar is.

Meredith Monk, Offering Shrine, 2023, De Oude Kerk Amsterdam, Hartwig Art Foundation, foto Gert Jan van Rooij

Hoewel Monks performances internationaal bekend zijn, bleef een overzichtstentoonstelling tot nu toe uit. De Oude Kerk werkt voor Calling samen met de Hartwig Art Foundation, die eerder in 2023 Monks performance Indra’s Net naar het Holland Festival bracht. Beatrix Ruf, directeur van de stichting, treedt op als curator en licht toe dat de tentoonstelling deel uitmaakt van een langetermijnproject: naast de Oude Kerk is de tentoonstelling ook bij Haus der Kunst in München te zien en wordt er gewerkt aan een uitgebreide monografie.

Zaalopname '16 Millimeter Earrings' (1966/1998). In 'Meredith Monk: Calling' (2023). Gepresenteerd door Oude Kerk Amsterdam en Hartwig Art Foundation. Foto Gert Jan van Rooij

Je zou Monk een multidisciplinaire kunstenaar kunnen noemen. Ze is immers zowel vocalist en componist als stage designer, filmmaker en performer. Toch is die noemer van ‘multidisciplinariteit’ niet gepast; het suggereert een onderscheid in media dat er voor Monk niet is. Als kind leerde ze de ‘Dalcroze eurhythmics’ aan: een methode waarbij muziek en ritme worden aangeleerd door lichamelijke bewegingen, vernoemd naar de Zwitserse pedagoog die haar begin 20ste eeuw ontwikkelde. Waar zingen voor Monk haast vanzelf ging – ze is de vierde generatie zanger in haar familie – was beweging haar niet aangeboren. Inmiddels zijn de twee echter onafscheidelijk voor de kunstenaar. Wat in haar jeugd geïntroduceerd werd als een methode waarbij alle vormen van perceptie nauw met elkaar verweven zijn, werd bepalend voor haar kunstenaarschap: ‘Mijn werk vereist een nauwkeurige omgang met elk van de mediums die ik gebruik én het vermogen om die verschillende media samen te brengen tot één iets’.

 ‘Mijn werk vereist een nauwkeurige omgang met elk van de mediums die ik gebruik én het vermogen om die verschillende media samen te brengen tot één iets’

Het oudste werk dat in de tentoonstelling te zien is getuigt van die voor Monk aloude methode. 16 Millimeter Earrings (1966) is een assemblage van performance, objecten, kostuums, film, licht, vocale en instrumentale muziek. Het is de wijze waarop al die elementen in elkaar geïntegreerd worden, en de manier waarop ze onderling communiceren, die Monk zo boeiend en belangrijk vindt. Haar composities beginnen vaak bij geluid: bij een klank, stem of melodie. Daarmee past Calling in een langere reeks van tentoonstellingen bij Oude Kerk van kunstenaars die geluid in installaties verwerkten, van onder anderen Janet Cardiff & George Bures Miller en Susan Philipsz. Monk brengt echter ook het lichaam achter het geluid naar voren.

Zo cirkelt Monk tijdens het concert op de dag na de opening samen met twee leden van haar Vocal Ensemble, Katie Geissinger en Allison Sniffin, langzaam rond het publiek, terwijl ze het korte lied Calling zingen. De ruimte van de kerk wordt zo lichamelijk ontsloten. Daarna volgt een soort one woman show waarin Monk naadloos oudere en nieuwe liederen aan elkaar weeft, vaak door middel van een korte historische contextualisering van het stuk. Ze gebruikt minimale versterking. Zij en haar zangers zijn gekleed in glimmende donkerpaarse en kardinaalrode stoffen. Ze draagt enkele solo a capella stukken voor, zoals Click Song #1, waarin ze neuriënde keelgeluiden maakt en tegelijkertijd met haar tong ritmisch tegen haar gehemelte klikt. Monk beschrijft het als ‘een duet voor een enkele stem’.

Optreden van Meredith Monk, samen met twee leden van haar Vocal Ensemble: Katie Geissinger en Allison Sniffin. Daags na de opening van 'Meredith Monk: Calling' (2023). Gepresenteerd door Oude Kerk Amsterdam en Hartwig Art Foundation. Foto Maarten Nauw

Schijnbaar moeiteloos volgen de liederen elkaar op, slechts gescheiden door een slok water of een herpositionering van haar voeten. Monk heeft niets meer te bewijzen en treedt op uit vreugde. Wie wel eens zangles heeft gevolgd, heeft beslist te horen gekregen dat het beste resultaat behaald wordt met een ontspannen gezicht. Niet alleen is Monk ontspannen, ze glimlacht terwijl ze zingt en lijkt plezier te hebben in het kijken en luisteren naar haar performers. Dat besluit ze in een solo uitvoering van I’m a happy woman, een lied uit 2018 waarin ze haar ervaringen van het vrouw-zijn benoemt: ‘happy’ vervangt ze afwisselend met ‘hungry’, ‘sassy’, ‘angry’, ‘tender’, enzovoort. Iets later, in de introductie van Scared Song, adresseert ze de huidige tijd die voor haar in het teken staat van collectieve angst. Als je die angst kan lokaliseren, zegt Monk, kan je er doorheen bewegen en het loslaten, voordat het losbarst in geweld. De kerk is muisstil, luisterend naar de meest verontrustende compositie uit de selectie; schelle akkoorden op het keyboard komen samen met Monks bibberende intonatie, die uiteindelijk uitmondt in ijl gehijg. 

Schijnbaar moeiteloos volgen de liederen elkaar op, slechts gescheiden door een slok water of een herpositionering van haar voeten. Monk heeft niets meer te bewijzen en treedt op uit vreugde

Optreden van Meredith Monk, samen met twee leden van haar Vocal Ensemble: Katie Geissinger en Allison Sniffin. Daags na de opening van 'Meredith Monk: Calling' (2023). Gepresenteerd door Oude Kerk Amsterdam en Hartwig Art Foundation. Foto Maarten Nauw

Wie het oeuvre van Monk in 2023 verkent, vraagt zich vanzelfsprekend af wat de legacy van deze kunstenaar is. Wat laat ze na aan de huidige generatie jonge kunstenaars? Monk erkent dat de wereld er in de jaren zestig anders uit zag; men respecteerde kunst en er was veel ruimte om te performen. Toch was het ook toen zij begon aan haar carrière niet makkelijk om je staande te houden als kunstenaar; ze leefde in kleine New Yorkse appartementen, zonder warm water. ‘Maar ik voelde dat het kunstenaarschap mijn taak was’, zegt ze. ‘Dat bedoel ik op een vreugdevolle manier; het is een mooi leven om te kunnen doen wat in je zit.’

De vraag hoe ze haar muziek kan doorgeven aan de volgende generatie dringt zich steeds nadrukkelijker op. Met haar House Foundation werkt ze aan het verzamelen en vormgeven van haar partituren. Voor haar vroege werken die geen partituur hebben maar mondeling gedeeld werden met haar ensemble (de ‘guardians’ van haar werk) stelt ze ‘Monk Rules’ op. Met die richtlijnen hoopt ze de directheid van geluid in stand te houden; een adem is even belangrijk als een noot, benadrukt Monk, en een partituur slechts het skelet van het stuk. Tijdens de looptijd van de tentoonstelling bij de Oude Kerk zal zij een groep jonge lokale performers ook het stuk Celebration Service aanleren, als een concrete overdracht van geleefde kennis.

Meredith Monk, Bloodline Shrine, 2018, De Oude Kerk Amsterdam, Hartwig Art Foundation, foto Gert Jan van Rooij

Meredith Monk, Bloodline Shrine, 2018, De Oude Kerk Amsterdam, Hartwig Art Foundation, foto Gert Jan van Rooij

Zaalopname 'Hand Reflection' (2018). In 'Meredith Monk: Calling' (2023). Gepresenteerd door Oude Kerk Amsterdam en Hartwig Art Foundation. Foto Gert Jan van Rooij

De tentoonstelling zelf is ook een poging om haar performatieve werk levend te houden en te vertalen. De Oude Kerk noemt het een overzichtstentoonstelling en dat is feitelijk waar: Calling brengt vijftien werken van de jaren zestig tot nu op niet chronologische wijze samen. Maar meer dan een retrospectief, leest de tentoonstelling als een betekenisvolle poging om een ruimtelijke vertaling te maken van performance. Verspreid door het hoofdgedeelte van de kerk hangen drie lijvige schermen met daarop werken uit 2018 en 2023, met beeldmateriaal dat eerder geïntegreerd werd in performances. De bijbehorende soundtracks worden afwisselend de ruimte ingestuurd. Zo kan het zijn dat je voor het ene scherm staat terwijl de soundtrack van het andere scherm verderop afgespeeld wordt. De kerk wordt zo een lichaam waar je als bezoeker doorheen kan bewegen; van het ene lichaamsdeel naar het andere.

In de buitenste schil van de kerk en de vele kamers en kapellen daaromheen treffen we de verschillende altaren aan die Monk over de jaren heeft gemaakt; volgens de kunstenaar een manier om uit te nodigen tot stilte

Zaalopname 'Rotation Shrine' (2021). In 'Meredith Monk: Calling' (2023). Gepresenteerd door Oude Kerk Amsterdam en Hartwig Art Foundation. Foto Gert Jan van Rooij

‘Dit is de macrokosmos van de tentoonstelling’, vertelt Ruf over het centrale gedeelte van de kerk. Hier nodigt het werk uit tot een collectieve ervaring. In de buitenste schil van de kerk en de vele kamers en kapellen daaromheen bevindt zich volgens de curator de microkosmos die ruimte biedt voor individuele contemplatie. Daar treffen we de verschillende altaren aan die Monk over de jaren heeft gemaakt; volgens de kunstenaar een materiële manier om uit te nodigen tot stilte in de dagelijkse drukte.

Het werk ATLAS, een driedelige opera uit de jaren negentig, wordt in de Oude Kerk vertaald naar een ruimtelijke installatie. Hier wordt het verhaal van hoofdpersonage Alexandra en haar zoektocht naar spirituele zelfontdekking verteld aan de hand van een levensgroot silhouet van een paard, een zwart-witvideo van een galopperend paard, een verlichte wereldbol en een aanzwellend lied gespeeld door strijkers. Met deze combinatie van vorm en klank hopen Monk en de tentoonstellingsmakers de intentie van het originele werk te bewaren. Toch voelt deze conceptuele, gereduceerde weergave van die oorspronkelijk zo immense opera wat mager. Alles in de ruimte refereert aan Monk, maar juist door die nadrukkelijke aanwezigheid van referenties word ik bewust van Monks eigen afwezigheid. In de kleinste kamer van de kerk kan je kijken naar een documentaire die toont hoe ze lesgeeft en zorgdraagt voor de leden uit haar ensemble. De hartelijkheid en generositeit waar ik Monk mee associeer, mis ik in de ietwat eenzame installaties. De centrale vraag in Calling lijkt niet alleen hoe Monks performances te vertalen naar visuele kunstinstallaties, maar óók hoe daarbij de bezieling en geladenheid van het origineel te bewaren.

Meredith Monk, Quarry, 1976-1998, De Oude Kerk Amsterdam, Hartwif Art Fiundation, foto Gert Jan van Rooij

De makers slagen daar beter in bij Silver Lake with Dolmen Music: een mixed media herinstallatie van het werk uit 1981, waarbij zes stoelen staan opgesteld op een zilverkleurig, weerspiegelend, ovaalvormig oppervlak in het priesterkoor voorin de kerk. Omringd door een cirkel van stenen, kan de bezoeker plaatsnemen en een koptelefoon opzetten. Oorspronkelijk waren het de zes performers die plaatsnamen op de stoelen en de stem- en cellosuite uitvoerden. Waar het geluid elders vooral uit luidsprekers komt en zo stuurt op een collectieve ervaring, maken de koptelefoons een betrekkelijk intieme ervaring van Silver Lake mogelijk. Het is niet duidelijk of de muziek die jij hoort, ook gehoord wordt door de vijf andere deelnemers. Tijdens de live uitvoering van het stuk kijken de performers elkaar aan vanuit de parallel geplaatste stoelen; dat draagt bij aan hun interactie en verbondenheid.

De centrale vraag in Calling lijkt niet alleen hoe Monks performances te vertalen naar visuele kunstinstallaties, maar óók hoe daarbij de bezieling en geladenheid van het origineel te bewaren

Zaalopname 'Atlas' (1991/1998). In 'Meredith Monk: Calling' (2023). Gepresenteerd door Oude Kerk Amsterdam en Hartwig Art Foundation. Foto Gert Jan van Rooij

Zaalopname 'Silver Lake with Dolmen Music' (1981). In 'Meredith Monk: Calling' (2023). Gepresenteerd door Oude Kerk Amsterdam en Hartwig Art Foundation. Foto Maarten Nauw

Tijdens de opening van de tentoonstelling neemt een museumdirecteur van een instituut verderop in de stad tegenover me plaats. Onzeker over of oogcontact ook in de installatie thuishoort, kijk ik maar naar de weerspiegeling van de verlichte gewelven op de zilveren ondergrond van de installatie. De zes stemmen in mijn oor articuleren snel, gedreven en met intentie. Het is alsof je een conversatie waarneemt die in de verte plaatsvindt; je hoort niet zozeer de exacte inhoud maar vooral de resten van een taal. De klank is tijdloos, lijkt vooraf te gaan aan een specifieke taal of muzikale cultuur. Dat idee van tijdloos geluid bevindt zich in het hart van Monks praktijk. De kunstenaar gebruikt een arsenaal van klanken en tonen, gezucht, gelach, gekir en gefluister en werkt zo aan een desintegratie van taal.

Wanneer ik Monk vraag wat voor haar persoonlijk de waarde is van deze overzichtstentoonstelling, antwoordt ze dat je als performancekunstenaar nooit de oorspronkelijke live ervaring van je werk kunt evenaren met visuele installaties. Wel biedt Calling haar de gelegenheid rode draden en connecties in haar praktijk te ontwaren. Terugblikkend ervaart ze haar oeuvre als consistenter en coherenter dan gedacht. ‘Wie was die vrouw van vroeger, en heb ik in mijn leven ooit wat anders gedaan dan werken?’, vraagt ze zichzelf hardop af. Glimlachend vertelt ze ook nu nog angst te ervaren wanneer ze aan een nieuw werk start. Het is belangrijk om steeds kleine aanwijzingen en dingen te vinden die je nieuwsgierig maken, volgens Monk. Zo blijf je als kunstenaar op je pad. De tentoonstelling viert een oeuvre dat niet alleen de tijd doorstaan heeft, maar ook na zestig jaar nog integer blijft.

De tentoonstelling Calling is bij de Oude Kerk te zien tot 17 maart 2024. Op 1 december 2023 en 16 februari 2024 klinken daar Monks Piano Songs. De parallelle tentoonstelling bij Haus der Kunst is tot 3 maart 2024 te zien

Helena Julian

is curator en schrijver

Recente artikelen