metropolis m

Ann-Sofi Sidén
Warte mal!

De Zweedse kunstenaar Ann-Sofi Sidén verbleef in 1999 zo’n vier maanden in de Tsjechische plaats Dubi aan de grens met Duitsland. Eens een welvarend kuuroord, staat het dorp sinds de fluwelen revolutie vooral bekend om zijn bloeiende seksindustrie met als twijfelachtige attractie de langste tippelzone van Europa. Onder de titel Warte Mal!; Prostitution after the Velvet Revolution maakte Sidén een omvangrijke video-installatie over het dorp, de uit het Oostblok afkomstige prostituees, sommigen van hun (Duitse) klanten, de pooiers, politie en locale ‘ondernemers’.

De installatie die is opgesteld in de Londense Hayward Gallery opent met een witte unit met daarin twee videocabines voorzien van rode bekleding, een monitor en een bank. Op de monitors worden interviews getoond. Links is de Duitse machinist Klaus te zien, rechts de Tsjechische ex-prostituee Miluse. Een neutrale stem stelt uiteenlopende vragen over hun achtergrond, het werk als prostituee en hun relatie tot Dubi. Sidéns interviewtechniek houdt het midden tussen gedegen onderzoeksjournalistiek en human interest. Het levert opmerkelijk open en eerlijke gesprekken op waarin we naast hun persoonlijke verhaal ook meer leren over de ins en outs van prostitutie. Over Miluse komen we bijvoorbeeld te weten dat ze voor 1989 lid was van de Communistische Partij. Na haar echtscheiding begin jaren negentig was het voor haar onmogelijk om een normale baan te vinden en moest ze letterlijk de straat op om haar kinderen te eten te geven. Na negen jaar als prostituee te hebben gewerkt heeft Miluse nu een baan als schoonmaakster en leeft ze gelukkig samen met Klaus, voorheen een van haar vaste klanten. Behalve de in totaal zestien interviews zijn er ook opnames van de omgeving en het dorp, gemaakt vanuit een rijdende auto in documentaire stijl. Er zijn schokkerige beelden van de hoeren die langs de weg hun klanten oppikken, van meisjes die schaars gekleed ’s nachts in de portieken staan en van een afstand in de gaten worden gehouden door hun pooiers.

Sidén heeft gekozen voor een zo objectief mogelijke bandering. Op geen enkel moment is de toon moralistisch of sensationeel. In de gesprekken is de situatie voor en na Die Wende een terugkerend thema. Hiermee is Warte Mal! niet alleen een portret van een dorp in handen van de prostitutie, maar tevens een illustratie van de sociaal-maatschappelijke en economische veranderingen in Oost-Europa sinds het vallen van de muur.

Warte Mal! Bestaat in grote mate bij de gratie van de verhalen en ervaringen van de hoofdpersonen – iets waar je als kunstenaar weinig aan toe hoeft te voegen. Toch verschilt Sidéns Warte Mal van een gemiddelde sociaal-antropologische documentaire. De kracht van het werk schuilt in de opbouw, in de opeenvolging van de levensverhalen waar je gaandeweg kennis van neemt. De lay-out van de video-installatie heeft nog het meeste weg van een ‘walk-in documentaire’. De tentoonstellingsarchitectuur met witte videocabines, de wandprojecties, de soundscape met het geroezemoes in de cafés en de abstracte façades, vormt als het ware een virtuele plattegrond van Dubi. Wanneer je de eerste ruimte verlaat kom je in een smalle gang met aan het eind een café. Er heerst een ontspannen sfeer, er wordt gelachen, gedronken, gedanst en geflirt: hier zitten de hoeren buiten werktijd. Wanneer je de bar verlaat en je weg vervolgt naar de volgende locatie, word je geconfronteerd met een andere kant van de realiteit: de hoeveelheid units is verviervoudigd, en de verhalen die worden verteld zijn lang niet meer zo rooskleurig. De drugs- en drankproblemen komen aan bod, de onderdrukking door de pooiers, collega-prostituees die op een dag verdwenen zijn en waarvan nooit meer iets vernomen is, de uitzichtloosheid van veel van hun levens. Het laatste interview met een meisje dat onherkenbaar in beeld gebracht is, is zelfs zo schokkend, zo onwerkelijk, dat het alleen op zijn plek lijkt in de sensatiepers of in sociologische rapporten.

Sidén heeft met deze installatie een vorm weten te vinden die de formule van een ruimtelijke presentatie overstijgt. Niet alleen omdat ze de sfeer heeft weten te reanimeren in een tentoonstellingsruimte, maar vooral omdat het de toeschouwer dwingt zich – fysiek – te verhouden tot het getoonde. Na een tijdje realiseerde ik me dat het misschien niet zozeer de vraag is of Sidén wel ethisch verantwoord is omgegaan met de vrouwen van Dubi, of háár motivatie wel integer is, maar dat deze vraag bij mij, de bezoeker, wordt neergelegd. Sidéns merites is misschien niet zozeer de keuze van en haar betrokkenheid bij het onderwerp, maar de vorm waarin ze het presenteert en daarmee de toeschouwer positioneert. Mijn empathisch vermogen wordt getoetst. Wil ik de glazen videocabines betreden of blijf ik ‘veilig’ door het raam kijken? Ben ik bereid om dertig minuten van mijn tijd uit te trekken om te luisteren naar de verschrikkelijke verhalen, of zap ik liever door naar het café? Blijf ik hangen in de romantische introductie met het eind-goed-al-goed verhaal van Klaus en Milusa of stel ik me ook open voor Dubi’s harde realiteit die laag voor laag wordt blootgelegd?

Christel Vesters

Recente artikelen