Art in the New Field of Visibility
Het verbindende thema van de manifestatie Art in the New Field of Visibility is ‘de complexe interactie tussen media en kunst binnen de context van het debat over de rol en de functie van beelden in onze samenleving’. Op initiatief van het Nederlands Instituut voor Mediakunst en de Roemeense curator Maria Rus Bojan, en in samenwerking met De Brakke Grond, De Appel, Maison Descartes, het Roemeense Culturele Instituut Boekarest en het Goethe-Instituut Amsterdam, werd in dit kader een serie tentoonstellingen, screenings en lezingen georganiseerd. Ondanks de nogal brede opzet is het programma niet onsamenhangend of vol bonte uitspraken, eerder opvallend homogeen. De verschillende presentaties stellen allemaal het medium video centraal en hebben de hedendaagse samenleving, zoals die ons via de media voorgespiegeld wordt, als thema. In dat opzicht was er sprake van een coherente manifestatie. Toch bleef de ambitieuze vraagstelling, zoals die uiteindelijk in de tentoonstellingen werd uitgewerkt, eenzijdig belicht.
In het Nederlands Instituut voor Mediakunst is de door Rus Bojan zelf samengestelde tentoonstelling Ready Media te zien. De term, die aan het kunstenaarscollectief kinema ikon is ontleend (zelf overigens niet in de tentoonstelling vertegenwoordigd), drukt volgens de curator een artistieke realiteit uit, te weten ‘de kameleontische, visuele samenvoegingen van onze tijd’. De werken die voor Ready Media zijn geselecteerd, zouden de verschillende strategieën, houdingen en reacties van de kunstenaars op de ‘generaliserende media-ervaring’ reflecteren. Dit toch al moeilijk te begrijpen uitgangspunt wordt in de korte, begeleidende tekst van de tentoonstelling in nog meer wollige frasen gehuld. Er wordt gesteld dat Duchamps esthetiek van de readymade tot voor kort nog steeds als normatief gold, waartegenover nu een complexe kunstervaring staat, die zowel gebruik maakt van ‘het aloude’ Duchamp-principe, alsook de ‘excessieve hoeveelheden informatie van verschillende bronnen (…) tot een nieuwe textuur weeft’. Dan maar eens kijken of de werken in de tentoonstelling enig statement maken over, of licht werpen op de ons omringende mediacultuur.
Meest opvallend is de video-installatie Forever (2006) van Julika Rudelius, waarin een aantal rijke, Amerikaanse vrouwen over hun uiterlijk aan het woord is. Hun streven naar eeuwige schoonheid in relatie tot hun leeftijd, wordt in een serie portretten op enigszins ironische wijze in beeld gebracht. Hoewel de idee van schoonheid via de media wordt gecommuniceerd en uitgebuit, laat Rudelius de individuele strijd van de vrouwen zien, die meer een sociaal dan mediaal verschijnsel vertegenwoordigt. In relatie tot andere werken in de tentoonstelling, zoals de video FAQ (part 1) (2006) van Sagi Groner, waarin een opeenstapeling van found footage-beelden uit verschillende tijden en gebieden over de kijker heen wordt gestort, gaat Forever een veel intelligentere discussie aan over de uitwassen van een maatschappij die door de media wordt beheerst. Het werk laat ons niet slechts de stereotype beelden uit onze hedendaagse mediacultuur zien, maar onderzoekt nauwgezet de onderliggende, sociale structuren die daarmee verbonden zijn. Daaruit wordt duidelijk dat ‘de media’ niet meer als een aparte entiteit binnen onze samenleving kunnen worden beschouwd, maar onlosmakelijk verbonden zijn met alle aspecten daarvan.
Ook in het videoprogramma Distorted Fabric, dat Nataša Petrešin voor De Appel samenstelde, wordt getoond hoe diep de effecten van de media zijn doorgedrongen tot de dagelijkse beleving van de werkelijkheid. Naast een permanente vertoning van de video Distracted Bullets (2006) van de Libanese kunstenaars Joana Hadjithomas en Khalid Joreige in het Schaduwkabinet, liet zij in twee avonden een aantal videowerken zien (van onder andere The Atlas Group / Walid Raad, Sebastián Diaz Morales, Clemens von Wedemeyer & Maya Schweizer en Daya Cahen). Refererend aan het brechtiaans episch theater, waarin het publiek wordt geïnstrueerd kritische distantie in acht te nemen ten aanzien van wat zich op het podium afspeelt, proberen de ‘docu-fictieve’ vertellingen die Petrešin toonde, het gangbare geloof in de authenticiteit van televisie- of videobeelden omver te werpen.
De kleurrijke, nachtelijke uitzichten over de stad Beiroet die in Distracted Bullets worden getoond, moeten met enig scepticisme worden bekeken. Het betreft immers een serie door vuurwerk begeleide festiviteiten waarbij, net als in de oorlogen die eraan vooraf gingen, slachtoffers vielen als gevolg van rondvliegende ‘feestkogels’.
Hadden de videowerken die in De Appel slechts eenmalig werden getoond, gemakkelijk in een samenhangende tentoonstelling kunnen functioneren, de videowerken in de tentoonstelling Investigations die in Maison Descartes te zien waren, deden dat niet. De lange video’s van gemiddeld tachtig tot negentig minuten leenden zich niet voor een presentatie, waarbij men losjes op daarvoor bestemde poefen naar kleine monitoren moest turen. Door de lengte en concentratie die nodig was om de video’s te kunnen volgen, ontstond geen relatie tussen de afzonderlijke werken of met de manifestatie als geheel.
De presentatie Corcoran, die in De Brakke Grond te zien was, concentreerde zich daarentegen weer op een heel specifiek aspect van de hedendaagse mediacultuur, dat vergaande sociale consequenties heeft. Curator Zoran Eric toonde een aantal videowerken waarin de bewakings- en controlemechanismen van onze tijd centraal staan.
Hoewel de thematiek van de afzonderlijke presentaties en de manifestatie in zijn geheel interessant zijn, is de uitwerking niet erg vooruitstrevend. Het resultaat ervan is kennelijk gedateerd aandoende mediakunst, die niets anders doet dan de beelden uit de media eindeloos kopiëren en repeteren in een poging de inhoudsloosheid ervan aan te tonen. Maar deze discussie wordt al sinds het ontstaan van de videokunst gevoerd, en heeft zijn bestaansrecht binnen onze ‘kameleontische’ beeldcultuur onderhand verloren.
Nathalie Zonnenberg