metropolis m

Ze schakelt behendig tussen schilderijen en sculptuur, tussen af en onaf, tussen een snik en een glimlach.

Ongeveer een jaar geleden rondde Aukje Koks (1977) een residency af bij Wiels met de presentatie van een opvallend werk. Fraud, Absence, Impossibility (2011) was het resultaat van een samenwerking tussen Koks en haar vriend Ištvan Išt Huzjan. Hij had een ruimtelijke installatie gemaakt en zij een monumentaal schilderij waarop ze fragmenten van een lichaam had weergegeven: een hand, een gesloten oog, een oor, billen, tenen, een penis. Het werk handelde over intieme menselijke relaties, maar het was ook een opvallende ode aan de schilderkunst zelf. Artistiek directeur Dirk Snauwaert toonde zich erg opgetogen over het werk van Koks. Hij vond het bijzonder dat iemand zich weer vol vuur op de schilderkunst gooide en er oplossingen voor vond, maar wat zou er zoal uit haar handen komen ná dit opvallende doek?

Ik spreek Aukje Koks in haar atelier in de Brusselse Dansaertwijk. Boven de schouw hangt een oude, versleten, zwarte paraplu die ook opduikt in een van haar schilderijen. A Serious Thought (2010) luidt de titel van het doek. Onder de zwarte vegen die het scherm van de paraplu voorstellen zit een lichter, hartvormig vlak, onderbroken door een fijn geschilderde steel en een handvat. Ik denk aan Magritte, regen, melancholie. De laptop waarop Koks haar werk toont heeft zijn beste tijd gehad. Het scherm is kapot maar met wat knijpen en wringen is het euvel weer verholpen. Om de een of andere reden vind ik het wel passend. Gladheid en dingen die van een leien dakje gaan vind je niet in Koks’ werk. Veel van wat ze schildert is nog niet af, is nog een schets of de reflectie op een object dat zo intens gebruikt is dat het bijna stuk is.

We praten over schilderkunst en de daaruit voortvloeiende zoektocht. Gelukkig betreft het een terrein dat telkens opnieuw veroverd kan worden. Want ook dat maakt Koks duidelijk: schilderkunst is een beladen medium dat niet zomaar vrijheid biedt. Er moeten stappen gezet worden, de schilderkunst zelf moet ook soms voor gek gezet worden. Onder meer daarom voegt Koks soms objecten aan haar werk toe. Undertones (2011) bijvoorbeeld is een recent schilderij van een De Chirico-achtig handschoentje onder een echte luxaflex. Het gebruik van het materiaal voelt een beetje kitscherig aan, al suggereert het ook iets over de manier waarop Koks met schilderkunst omgaat. Aftasten van grenzen is het, maar ook de wisselwerking tussen installatie- en schilderkunst wordt uitgediept. Al sinds haar tijd aan de Rijksakademie is Koks op zoek naar een breder soort schilderkunst, een vorm die het leven van elke dag kan insluiten. In die periode (2007–2008) schilderde ze Machine, tournez vite!!!, een trompe-l’oeil-achtige muurschildering met een deurklink, een foto en een papiertje waarop Koks zichzelf aanspoort tot harder werken. Parenthesis (2007), een installatie met uitgeknipt canvas blijkt een sleutelwerk. Koks schilderde het werk gedeeltelijk op de muur en gedeeltelijk op doek, én ze verwijst er ook naar kunst van anderen. In de vorm van bubbelende zeepbellen schilderde ze een dvd van Der Lauf der Dinge (van Fischli en Weiss) en een boek van Raoul De Keyser. Het zijn kunstenaars die erg belangrijk zijn voor Koks, maar ook het gegeven van opborrelende gedachten speelt een rol. En het zwarte gat: Aukje wijst erop dat haar werk vol zit met freudiaanse verwijzingen.

In het werk van Koks worden objecten geschilderd, uitgeknipt en op de grond gelegd. Schilderijen worden installaties en omgekeerd, sculpturen ontstaan buiten het doek om én erin. Een tafel die door Koks’ vader was gemaakt, maakte ze na en schilderde ze. Zoals ze aangaf in Parenthesis, is het principe verwant met Der Lauf der Dinge van Fischli en Weiss, de video waarin ook alles in elkaar grijpt en elke actie een reactie teweegbrengt. Toch is ze het niet volledig eens wanneer ik stel dat ze objecten ‘in en uit het doek schildert’. Op zich is dat toch te formeel: haar werk gaat ook over het echte leven, over schoenen, over symbolen, over ergens deel van uitmaken. Ik vraag haar waarom ze als Nederlandse in Brussel is komen wonen. Daar blijkt Wiels iets mee te maken te hebben, maar ze vond er ook een passender context voor haar werk. De paraplu à la Magritte deed het al vermoeden: niemand hangt zomaar om het even wat boven de schouw.

Els Fiers is kunsthistoricus, criticus en schrijver, Gent

Els Fiers

Recente artikelen