metropolis m

Bekoorlijk dierenactivisme
Het hondenleven volgens Charlotte Dumas

Na paarden, wolven en tijgers is Charlotte Dumas (1977) het afgelopen jaar teruggekeerd naar de hond als onderwerp van haar foto’s. Vanaf 4 september wordt in Foam_Fotografiemuseum Amsterdam een selectie van haar werk tentoongesteld.

Sinds haar afstuderen in 2000 fotografeert Charlotte Dumas uitsluitend dieren. Een portret van een dier leent zich volgens haar het best voor de reflectie op emoties. Het onderwerp van haar afstudeerproject was agressie. Ze fotografeerde vechtende mensen, maar die verbeelding van geweld vond ze te eenduidig, te direct verwijzend naar een menselijk verhaal. Zo kwam ze uit bij politiehonden, agressief bijtend in mannen in dikke pakken tijdens hun training. Hoewel de hondenportretten de ervaring van de kijker een bepaalde richting uit stuurden, lieten ze toch meer ruimte voor interpretatie. Van vechtende politiehonden ging ze naar politiepaarden in actie, naar paarden die stil staan, naar liggende wolven en tijgers. Haar werk ontwikkelde zich in een paar jaar tijd van foto’s vol wreedheid en actie naar kalme, intieme portretten.

De agressie is nu alleen nog sluimerend aanwezig, bij de wolven en tijgers die in gevangenschap leven. De foto’s tonen de tragiek van het gekooide beest. Maar ook de foto’s van de honden en paarden roepen een wat zwaarmoedige sfeer op, zo monumentaal, verstild en sereen als ze in beeld zijn gebracht. Het dier op een voetstuk, maar tegelijkertijd onttroond. Het diffuse licht zorgt voor een buitengewoon melancholische sfeer.

Het dier in de kunst is er altijd geweest, van de dertigduizend jaar oude grotschilderingen van Lascaux tot de zeventiende-eeuwse koeien van Paulus Potter en de paarden van Delacroix en Géricault uit de negentiende eeuw. Het dier wordt afgebeeld als mythologisch fenomeen, als symbool voor deugden en ondeugden, als trofee van de jacht. In de hedendaagse kunst is de belangstelling voor het dier sinds enige jaren zelfs buitengewoon groot, een ontwikkeling die parallel loopt aan het uitvoerige maatschappelijke debat over dierenwelzijn dat recentelijk wordt gevoerd.

Voor het eerst in de geschiedenis is er een politieke partij voor dieren en zijn nertsfokkerijen en kistkalveren veelbesproken onderwerpen in de Tweede Kamer. Filosofen buigen zich over de ethische aspecten van onze omgang met dieren. Paul Cliteur meent bijvoorbeeld dat de mens binnen een halve eeuw in schaamte terug zal kijken op zijn moreel blinde vlek: de wrede behandeling van het dier in de bio-industrie. Erno Eskens haalde met zijn boek Democratie voor dieren afgelopen mei zelfs het NOS-journaal. Belangrijke oorzaken van de toenemende maatschappelijke betrokkenheid bij dieren zijn wetenschappelijke inzichten die de mens in biologisch opzicht steeds meer gelijkstellen aan het dier, en de bewustwording van de nietsontziende wijze waarop wij dieren gebruiken voor ons eigen belang.

Vanuit de kunst wordt het dierendebat op meer dubbelzinnige en soms radicale wijze aangezwengeld. Marco Evaristti stelde in een Deens museum goudvissen in een blender tentoon. Het publiek kreeg de mogelijkheid aangeboden de beesten te pureren. De Costa-Ricaanse kunstenaar Guillermo Vargas liet in een museum een hond verhongeren. In eigen land zorgde Tinkebell voor commotie door haar eigen huiskat de nek om te draaien en er een handtas van te maken. Deze kunstenaars tasten ethische en juridische grenzen af om te wijzen op de dubbele moraal die het Westen erop nahoudt als het om de behandeling van dieren gaat. Zonder gewetensnood worden miljoenen koeien en varkens geslacht die nooit daglicht hebben gezien, maar we vertroetelen onze huisdieren als kinderen en zijn gekrenkt als op Domino Day een mus wordt gedood. Zodra het beest een gezicht krijgt, krimpt onze maag ineen.

Ook Charlotte Dumas kaart met haar foto’s deze politieke en maatschappelijke discussie aan, zij het subtiel. Zij fotografeert uitsluitend dieren die door mensen in een benarde positie zijn gebracht: wilde dieren die in gevangenschap leven en honden die zijn afgedankt en op straat zwerven. Momenteel werkt ze aan een serie over een ander actueel onderwerp binnen de discussie over dierenrechten: circusdieren. Vaak is een glimp van de leefomgeving van de dieren, die Dumas de toeschouwer biedt, genoeg om je een voorstelling te kunnen maken van de weinig florissante omstandigheden waaronder ze leven.

Van alle dieren van Dumas ontroeren de honden het meest, waarschijnlijk omdat zij het dichtst bij ons staan en slapend in een doos op straat zo duidelijk aan hun lot zijn overgelaten. Ook de tijgers en wolven zijn, ondanks hun spreekwoordelijke sluwheid, verrassend genoeg zeer aaibaar. Hier overheerst de schoonheid van het beeld, door de uitgebalanceerde compositie, de lichtval, de bijna aaibare vachten. Het is ook niet Dumas’ bedoeling om te choqueren, of de toeschouwer haar persoonlijke visie op te dringen. Alles draait om de emoties die het dier zelf oproept. Dumas meent dat mooie beelden beter in staat zijn bewustzijn te creëren dan foto’s van evident leed.

Soms lijkt het alsof de dieren is gevraagd te poseren, zo perfect is hun houding. Vooral de paarden zijn net modellen, tragisch maar tegelijkertijd fier. Het is deel van haar methode: ze neemt haar tijd met gevolg dat de dieren zich van de aanwezigheid van de fotograaf bewust zijn. Volgens Dumas observeren de dieren evengoed haar als zij hen, en dat is aan hun houding of blik te zien. Ze gebruikt daarbij een standaardlens, zodat de afstand die de toeschouwer op de foto ervaart ook de werkelijke afstand is die ze heeft tot het dier. De voelbare aanwezigheid van de mens geeft de foto’s een extra dimensie. We komen zó dicht bij het dier dat we hem zien als een individu met herkenbare emoties en eigenschappen.

Aan die extreme humanisering van de dieren ontleent Dumas’ werk zijn identiteit en betekenis, maar tegelijkertijd is het een teken van de complete ontsporing van de westerse omgang met het dier. Het zal mogelijk niet haar bedoeling zijn, maar met haar humane dierenportretten bevestigt Dumas de voortgaande vervreemding van de natuur door de westerse mens. Ze laat zien hoe weinig de westerse mens nog in staat is het dier een dier te laten zijn.

Manon Braat is kunsthistoricus en freelance publicist

Werk van Charlotte Dumas is te zien in:

– Museum of the City of New York, New York

Dutch Seen: New York Rediscovered10 juni t/m 13 september 2009

-Foam_Fotografiemuseum, Amsterdam

Paradis (solotentoonstelling)

4 september t/m 22 november 2009

– Museum voor Modern Kunst, Arnhem

Made in Arnhem: Invites11 september t/m 11 november 13 2009

Manon Braat

Recente artikelen