metropolis m

BOEK
Jorinde Seijdel, Liesbeth Melis (red.), Open! Art, Culture & the Public Domain. Key Texts 2004-2012

Doordat SKOR door de bezuinigingen ophoudt te bestaan, is het door hen gefinancierde magazine Open gedwongen zich opnieuw uit te vinden. Dit ‘cahier over kunst en het publieke domein’, zoals de ondertitel van het tijdschrift luidt, zal verder gaan als zelfstandige stichting die zich richt op ‘experimenteel gedachtegoed over kunst, cultuur en het publieke domein’, waarbij samenwerkingen en een digitaal platform centraal staan. Als afscheid van het magazine is het boek Open! Art, Culture & the Public Domain. Key Texts 2004-2012 verschenen.

Open heeft binnen Nederland en ook daarbuiten naam verworven met het bundelen van het theoretische debat rondom kunst en de openbare ruimte, dat juist in het afgelopen decennium flink is opgeleefd. Daarbij heeft het zich, zoals hoofdredacteur Jorinde Seijdel schrijft in het voorwoord, gericht op ‘de gevolgen van de huidige processen van privatisering, mediatisering en globalisering’, in themanummers met titels als ‘Transparantie’, ‘Autonomie’ en ‘(Im)Mobiliteit’. Dat was als gevolg van 9/11, de politieke moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh in Nederland en de Arabische lente ook een verregaand gepolitiseerd debat. Seijdel meent dat Open daarin een eigen toon aansloeg, niet academisch, journalistiek of illustratief, maar ‘experimenteel en kritisch’.

In het boek zijn de negentien geselecteerde teksten simpelweg op chronologische volgorde gezet, om de ontwikkelingen op het gebied van het publieke domein weer te geven. Binnen dit kader worden thema’s als veiligheid, autonomie, transparantie, populisme en privacy besproken door auteurs met uiteenlopende achtergronden. Hierdoor wordt een breed, multidisciplinair perspectief op het hoofdonderwerp geboden. De openbare ruimte verschijnt er als een oorlogsgebied, waar gevochten wordt voor het behoud van oude sociaaldemocratische waarden. Gaandeweg het boek lijkt dat meer en meer een verloren strijd.

De toon wordt gezet door de speciaal voor het boek geschreven inleiding van ‘huisschrijver’ Brian Holmes, cultuurcriticus, die probeert het karakter van Open en de sociale theorie die er in is ontwikkeld onder woorden te brengen. Aan de hand van de tekst van Marc Schuilenburg over het oplossen van de instituten in een gefragmenteerd of meer ‘open’ geheel, laat Holmes zien hoe Open niet alleen bepaalde tendensen in de samenleving analyseert, maar ook aangeeft hoe er op te reageren.

Een duidelijk voorbeeld hiervan is de tekst van Yves Citton over populisme uit 2010. In plaats van het populisme te beschouwen als een radicaal nationalistisch fenomeen, bestudeert hij hoe populistische mechanismes op een alternatieve manier kunnen worden ingezet, namelijk als verzet tegen de aanstichters van de financiële crisis. Hij geeft aan dat er niks mis is met de retoriek van het populisme, enkel met de inhoud. Eenzelfde retoriek kan ook voor positieve doeleinden gebruikt worden, mits de tegenstanders van de radicaal nationalisten dit onderkennen en aanvaarden. Een dergelijk idealistisch en positief perspectief is geen uitzondering. Veel auteurs pleiten daarvoor, en keuren een conservatieve houding tegen zogenaamd onomkeerbare processen af.

Het auteursrecht is hier een ander voorbeeld van. Stephen Wright gaat in op het verzet tegen digitale verspreiding van teksten met auteursrecht. Volgens hem is het ongewild en onmogelijk om deze processen tegen te werken, waarna hij de bedrijfswereld aanraadt zich op de positieve effecten te richten, in plaats van krampachtig vast te houden aan vergane verdienmodellen. Hiermee betoogt hij in essentie hetzelfde als Geert Lovink, die de hegemonie van de gevestigde media aankaart. Hij positioneert de opkomst van blogs als informele informatievoorziening als positief verschijnsel: als aanvulling en alternatief op de gevestigde media en niet als bedreiging, want alle informatie is gekleurd en hoe meer

informatie, hoe completer en daarmee beter het beeld.

Veel van de teksten eindigen met een vergelijkbare opdracht. De auteurs geven aan dat we niet moeten vastzitten in conservatieve denkwijzen met vastomlijnde ideeën, maar open moeten staan voor verandering – hoewel we deze wel degelijk met een kritisch oog moeten bekijken en ondervragen.

De minpunten van de bundel liggen in de bijna alomvattende positiviteit ten opzichte van opkomende tendensen en in het gebrek aan context. Uit elk nummer van Open is slechts één tekst gekozen. Ik vraag mij af waarop deze keuze is gebaseerd, en vooral welke teksten niet zijn gekozen en om welke reden. Het eenvoudigweg overnemen van de originele tekst en redactionele introductie is te gemakkelijk: meer context had niet misstaan, in een nawoord – of uitgebreider voorwoord – waarin alle behandelde onderwerpen en teksten in een groter geheel worden geplaatst.

Dit neemt niet weg dat Open er mettertijd in is geslaagd een imponerende hoeveelheid beschouwingen van denkers van naam samen te brengen, die bij elkaar een prikkelende, diepgravende visie ontwikkelden op iets wat ons allen aangaat: de openbare ruimte.

Vincent van Velsen

masterstudent architectuurgeschiedenis aan de Vrije Universiteit en kunstgeschiedenis aan de Universiteit Leiden, stagiair bij Metropolis M

Jorinde Seijdel, Liesbeth Melis (red.), Open! Art, Culture & the Public Domain. Key Texts 2004-2012, nai010 publishers/SKOR, 2012. ISBN 978-94-6208-003-4

Vincent van Velsen

is redacteur Metropolis M en conservator Stedelijk Museum Amsterdam

Recente artikelen