metropolis m

Van oudsher hebben bomen in de cultuur een gidsrol. Ze wijzen de weg, terwijl de mens vaak loopt te dwalen. Juist het afgelopen jaar lijkt in enkele tentoonstellingen en boeken dat idee van de boom als oude, wijze raadgever weer op te spelen. 

 

Tel de ringen in een boomstam en een wereld gaat open. Dendrochronoloog Valerie Trouet won dit jaar de Jan Wolkersprijs voor het beste natuurboek. Ze legt in het boek uit hoe aan de hand van het verhaal van de ringen geschiedenissen zich ontvouwen, met name met betrekking tot het klimaat. In een online interview uit 2019 vertelt ze dat ze momenteel vooral de effecten van de veranderende straalstromen op het klimaat onderzoekt. Het verschijnsel wordt in de wetenschap pas sinds de jaren vijftig bijgehouden en bestudeerd, maar zij kan uit de jaarringen gegevens halen die tot driehonderd jaar teruggaan. Er zijn belangrijke lessen voor de toekomst aan te ontlenen. 

De boom als levend geheugen, als bron van wijsheid en inzicht; in de cultuur is het een eeuwenoud gegeven. Trouet werkt in Arizona met de bristlecone pine, een van de oudste bomensoorten die de planeet telt en die in dat gebied vaak vijfduizend jaar oud zijn. Ik lees op internet hoe wordt geprobeerd die enorme leeftijd tastbaar te maken. Er wordt beschreven wat de bomen allemaal hebben overleefd: de bouw van de piramides in Egypte, het Romeinse Rijk, de middeleeuwen en de renaissance en moderne tijd. Vijfduizend jaar, het blijft ook met deze voorbeelden onvoorstelbaar lang.

In zijn boek The Good Ancestor (2020) spreekt Roman Krznaric over ‘bomentijd’. Hij dicht bomen met hun lange levens een cruciale rol toe bij het begrip kweken voor een andere tijdsbeleving dan de korte termijn, die het leven van de moderne mens dicteert. ‘The art of long-term thinking may lie in the capacity to think in “tree time”, a scale of hundreds and thousands of years that can open our minds to the depths of time.’ Krznaric ziet de bomen als de bemiddelaars van deep time, de geologische of evolutionaire tijd die een nog veel langere tijdspanne beslaat en daardoor voor de mens nog onvatbaarder is. Zij werkt op de schaal van een veelvoud van de leeftijd van zelfs de oudste boom.

Ik moet denken aan de groeiende hoeveelheid bomen die ik afgelopen jaar in tentoonstellingen zag. Zou de bomentijd een factor zijn? Vermoedelijk niet bij Carroll Dunham en Albert Oehlen, die begin dit jaar hun vrij hectische bomenschilderijen exposeerden in de Kunsthalle Düsseldorf. Maar wel bij hun overbuur van dat moment in K20, Edvard Munch, waar een hele bomenzaal was ingericht rondom een schilderij van een enorme oude eik. De bomentijd telt ook mee in de tentoonstelling Among the trees in de Hayward Gallery in Londen, waar tot eind oktober een brede doorsnee van actuele bomenkunst werd getoond. In het persbericht wordt gerept van ‘meditatieve werken waarin kunstenaars onderzoeken hoe bomen – met aanzienlijk langere levens dan die van de mens – ons uitdagen in ons denken over tijd’. Eenzelfde verhaal is terug te lezen bij Diepgeworteld, de omvangrijke, aan bomen gewijde tentoonstelling die in november opende in het Dordrechts Museum. In de toelichting wordt als verklaring voor hun interesse gegeven dat we door ‘de klimaat- en de gezondheidscrisis ons steeds meer bewust van de waarde van de natuur zijn. Ecologisch, maar ook spiritueel. Bomen zorgen voor schone lucht, beschutting en verkoeling, maar bieden ook rust en ruimte voor bezinning. Ze spreken al eeuwenlang tot de verbeelding van schilders, figureren in oude verhalen en zijn geladen met symboliek.’ 

Bij Nous Les Arbres, een tentoonstelling die tot en met afgelopen januari te zien was in Parijs bij Fondation Cartier, werd een iets minder romantische toon aangeslagen. Daar werden de bomen opgevoerd als activisten, die met ingehouden woede hun recht van bestaan opeisten (ze zijn met veel meer dan de mens, ze leven al veel langer op aarde en fungeren bovendien als klimaatopruimers in plaats van vervuilers). In Parijs werd de boom besproken als de centrale figuur in de klimaatstrijd die toenemend systemisch van karakter is en niet alleen de processen van modernisatie, urbanisatie en industrialisatie bekritiseert maar daarbij het gehele kapitalistische systeem dat met zijn consumptie-ideologie ons denken heeft gekoloniseerd.

Krznaric trekt in The Good Ancestor fanatiek ten strijde tegen de instant bevrediging van de consumptiecultuur, zijn aandacht voor het hier en nu en de aan zelfdestructie grenzende dynamiek van exploitatie en circulatie. Het consumentisme verwoest niet alleen de aarde, maar ook de menselijke geest, met zijn buitensporige aandacht voor de korte termijn. Productiecurves stijgen, terwijl de aandachtspanne daalt. Veel mensen halen niet eens meer het einde van een pagina van een boek (of van dit artikel). Krznaric ziet hoe tegenkrachten zich beginnen te organiseren in de vorm van een globale beweging die, aangevoerd door een jonge generatie, ons probeert ‘te bevrijden van de verslaving aan de tegenwoordige tijd’. Ze propageren ‘een nieuw tijdperk van het langetermijndenken’ dat zich keert tegen wat hij omschrijft als de tirannie van de klok, het speculatieve kapitalisme, de waanzin van permanente vooruitgang en de politieke obsessie met het hier en nu. Hij formuleert diverse methodes die deze verandering van perspectief zouden bevorderen, zoals een beter besef van de erflatenschap, ‘kathedraal-denken’ (grootschalige projecten waarvan de realisatie meerdere decennia duurt), de verbeelding van meer diverse vormen van beschaving (buiten die van het neoliberale westen), en het streven naar transcendente, de hele wereld omvattende goede doelen. Het zijn overigens geen nieuwe kwaliteiten die hier worden beschreven, maar juist eigenschappen die de mens heeft gebracht waar hij nu is. Het brein heeft tenslotte het vermogen te denken aan de korte, maar ook aan de lange termijn. Je moet dat alleen wel willen benutten.

Zo menen ook de deelnemers van de Long Time Sessions tijdens de conferentie Strategies for Long-termism, die de Serpentine Galleries in Londen de afgelopen maanden bijeenbracht. Door een wijd scala van denkers en beschouwers, kunstenaars en creatieve onderzoekers werd gediscussieerd over manieren om af te wijken van de orde van de dag, in een poging begrip te kweken voor alternatieve vormen van ecologie en economie, die beter rekening houden met de wereld en met elkaar. Bij beluistering van de opnames die online zijn terug te vinden, spreken mij vooral de door diverse sprekers aangehaalde voorbeelden van long-termism in de kunst erg aan. Zoals Mel Chin die in 1994 verschillende planten op een vervuild stuk grond in de aarde zette. Die soorten zijn in staat om zware metalen aan de grond te onttrekken, om de aarde zo te reinigen van de door de mens veroorzaakte vervuiling, maar dat proces neemt wel enkele tientallen jaren. Door iemand werd The Clock of the Long Now gememoreerd, die ook bekend staat als de 10,000 Year Clock van The Long Now Foundation, die momenteel wordt gebouwd in een berg in de Texaanse woestijn en die bedoeld is om de komende tienduizend jaar met eenvoudige middelen en onderhoud accuraat te blijven tikken. Brian Eno verzorgt het klokkenspel dat eens per dag gaat klinken in een unieke sequentie, alle komende 3.652.500 dagen. 

Een ander interessant voorbeeld is de Future Library van Katie Paterson. Paterson, een Schotse kunstenaar die bekend is van eerdere projecten als een foto van een smeltende gletsjer en de inventarisatie van uitgedoofde sterren. Zij plantte in een bos bij Nordmarka ten noorden van Oslo tientallen bomen ten behoeve van een nog te drukken bloemlezing aan verhalen. Pas over honderd jaar zullen de bomen gerooid worden en omgezet in papier voor de te drukken boeken. Tot dat moment zal elk jaar een andere schrijver een tekst leveren, ten behoeve van de bibliotheek, die onder de hoede van een notaris tot het moment van publicatie in 2114 zal worden bewaard. Margaret Atwood leverde in 2014 het eerste verhaal.

Er zitten uiteraard heel veel dimensies aan dit kunstwerk, zowel cultureel als ecologisch. Paterson geeft er zelf een poëtische vertaling aan door te spreken van ‘een ademend kunstwerk’: ‘It has nature, the environment at its core – and involves ecology, the interconnectedness of things, those living now and still to come. It questions the present tendency to think in short bursts of time, making decisions only for us living now.’  Ze vertelt de honderd jaar met opzet te hebben gekozen. Het mag in geologisch opzicht niks zijn, maar valt net buiten de leeftijd van de mens, waardoor het iets confronterends heeft.

‘Bebossing als verlossing.’ Als het over bomen en langetermijnkunst gaat, komt direct Joseph Beuys’ fameuze bomenproject in Kassel in gedachten. In het kader van documenta 7 liet hij zevenduizend eiken in Kassel en omgeving planten, met telkens een stuk basaltzuil ernaast, als een monument voor de boom, voor de natuur, en, in tijden van een toenemende milieucrisis, een gezonde ecologie. 

Het was op de altijd wat gehypete documenta uiteraard ook een eerbetoon aan een andere opvatting van tijd dan gangbaar in de alsmaar jachtiger geworden kunstwereld, een markering die bovendien de herinnering aan Beuys in Kassel tot in lengte van jaren garandeert. Maar ik wil hier graag nog even de aandacht vestigen op een ander, minder in het oog springend werk uit Kassel, van enkele edities na Beuys. Mark Dion bracht tijdens de documenta 13 in 2013 in het Ottoneum een klein eerbetoon aan Beuys door een sample van een Kasselse eik op te nemen in zijn versie van een bomenbibliotheek of xylotheek, naar model van de xylotheek van Carl Schildbach (1730-1817). Anders dan bij Beuys, bij wie het eerbetoon aan de boom vooral een symbolische lading heeft, fungeert de boom bij Dion in zijn encyclopedische vorm en collectie van alle houtsoorten van het continent, als toonbeeld van wijsheid en kennis, die als quasi-boekbanden in houten samples opgeslagen zit. Ik zag de installatie destijds vooral als een curieuze Wunderkammer, maar weet dankzij de dendrochronologie van Trouet inmiddels beter: uit bomen valt daadwerkelijk een schat van kennis over de wereld te halen, voor nu en in de toekomst. 

Ik begrijp nu ook de tekst die Dion als toelichting op zijn missie gaf veel beter: ‘At a time when the models of production on which our world is based have been proved insufficient, and the arbitrary division of roles largely unjust, thinking about the way in which we sustain life on the planet is not just an interesting field of research but a crucial necessity.’ Uit het leven van bomen zijn belangrijke lessen voor de toekomst van de wereld te halen. 

Thema's

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen