metropolis m

Van no-go area tot culturele broedplek. Amsterdam-Noord is het speelterrein van Amsterdams bestuurlijke en creatieve elite. Met de opening van de Tolhuistuin, Eye, A’DAM en A-Lab lijken de contouren bepaald. Of nog niet?

Noord was zo’n typisch verkeerde-kant-van-de-rivier-gebied dat zich net zo zou kunnen ontwikkelen als het westen van Glasgow in de jaren negentig en het oosten van Londen rond 2000. Het stadsdeelbestuur zag dat in en liet toen de industrie vertrok, eerst het eigen initiatief toe, vooral dat van kunstenaars, en vervolgens de markt en projectontwikkelaars. De stad is nu geopend naar het water, maar door de crisis nog niet helemaal ingericht als ooit door het stadsbestuur werd bedacht. Vooralsnog zijn de kunstenaars dan ook niet van plan zomaar te vertrekken, waar ook geen reden voor is. Er is nog plek genoeg.

‘Noord was geen grijs gebied, er gebeurde al veel meer dan wij wisten’, vertelt Chris Keulemans, artistiek leider van de Tolhuistuin. In 2006 trof hij een bijna ouderwets actief verenigingsleven aan onder bewoners en vele kunstenaars uit alle generaties. Vanuit het idee dat ze enigszins vergeten werden door de overkant zijn de bewoners van Noord gewend het zelf te doen. ‘Net zoals in Rotterdam geldt ook in Noord: Niet lullen, maar poetsen.’

De omgeving langs de IJ-oever is grofweg te verdelen in drie gebieden. Te beginnen bij de westelijke NDSM-werf, vroeger de grootste scheepswerf van Nederland maar tegenwoordig een self-made city waar zo’n 200 mensen uit de kunstsector, horeca, creatieve industrie en politiek een poging doen om samen te werken. Tevens de plek waar Nieuw Dakota in 2010 neerstreek, en Vous Etes Ici sinds 2012 de loods ernaast huurt. De galerie begon er ook een beurs voor werk op papier: Amsterdam Drawing.

Aan de oostkant vind je het Storkterrein met de Kromhouthal, genaamd de Overkant. Het is gekocht door een woningcorporatie die er over vijftien jaar woningen wil gaan ontwikkelen, maar tot die tijd openstaat voor tijdelijke projecten. Het was bijna de nieuwe locatie van Art Amsterdam. Nu zijn de Dansmakers er gehuisvest, is er een tentoonstellingsruimte en komt er binnenkort een commercieel mediabedrijf uit Hilversum.

Het derde gebied, Overhoeks, is met de komst van Eye, A’DAM (voormalig Toren Overhoeks), de Tolhuistuin, A-Lab en de Tolhuistuin met onder andere de Open Coöp, eigenlijk al onderdeel van het centrum van Amsterdam geworden. Nieuwe samenwerkingsvormen worden aan de lopende band ontwikkeld onder het motto ‘we doen het met elkaar’.

Volgens Keulemans was het succes van Noord ondenkbaar zonder deze typische Amsterdam-Noord-mentaliteit. Maar evenmin zonder de bemoeienis van een enthousiast stadsdeelbestuur dat kunst en cultuur als onmisbaar beschouwde voor de ontwikkeling van Noord. Wat gebeurt er nu de stadsdelen aan macht hebben ingeboet en veel beslissingen weer vanuit de centrale gemeente worden genomen? Staan die raadslieden ook zo positief tegenover experimenten in kunst en cultuur of kiezen zij voor de commercie? Niemand kan het zeggen. Sommige kunstenaars op de NDSM-werf vrezen het ergste en gaan in protest, anderen maken zich minder druk en vertrouwen op de kracht van het collectief. Keulemans heeft weinig angst voor een invasie van grote commerciële projectontwikkelaars. ‘En stel dat het wel gebeurt, dan is iedereen inmiddels zo thuis in Noord dat er wel weer een andere plek wordt gevonden. Er is nog erg veel vage ruimte. Bovendien hoor ik al mijn hele leven uitingen van angst voor het grote geld, en zie ik de kunst altijd slim vooruitlopen.’

Volgens Louis Pirenne, cultureel aanjager in Noord, ontwikkelt de IJ-oever zich wel, maar schuilen tussen de grote lappendeken aan wijken nog altijd een aantal probleemwijken. In dat opzicht is de reputatie van Noord hipper dan het er in werkelijkheid is. Daarnaast is het stadsdeelbestuur streng in het verlenen van vergunningen, net als in de andere stadsdelen, en wordt er regelmatig geklaagd over geluidsoverlast. Pirenne: ‘Ik vind het heel leuk dat Noord zich ontwikkelt, maar het is niet het paradijs of de oplossing voor al uw creatieve problemen.’

Toen Pirenne in 2009 cultureel aanjager werd van Noord had Eye net de beslissing genomen om zich aan de IJ-oever te vestigen. Daarnaast trof Pirenne bij zijn komst een ambitieus maar onrealistisch plan aan: Nieuw Dakota. De lasloods van de NDSM-werf zou worden omgebouwd tot een verzamelgebouw met een grote expositieruimte waaromheen zich minstens tien topgalerieën zouden vestigen, ook wel het MoMA aan het IJ genoemd. Het plan ging niet door en pas na aanpassing van de plannen op realistischer schaal kwam Nieuw Dakota zoals wij het nu kennen. De grotere droom is daarmee nog niet ten einde. Louis Pirenne wil samen met Nieuw Dakota, Vous Etes Ici en wellicht andere galeries een permanente plek organiseren om de beeldende kunst in Noord beter zichtbaar te maken. Dat kan in de vorm van een outlet, of in de vorm van een instituut. Het liefst op de NDSM-werf.

Hoewel er op de NDSM-werf bijna tweehonderd kunstenaars zitten, zijn zij volgens Pirenne nog te weinig zichtbaar. ‘Het is een beetje een jungle.’ Bij de twee andere gebieden is het duidelijk wat van wie is en bij wie je moet zijn, maar de NDSM-werf is ontzettend versnipperd en verbrokkeld; er spelen altijd vijf of zes verschillende belangen. Je voelt hier verreweg de meeste spanning tussen de oude pioniers die veel bereikt hebben en de opkomst van commercie en grote mediabedrijven en hoofdkantoren als die van VNU, HEMA en Red Bull.

Het moge duidelijk zijn: Noord is nog lang niet uitgespeeld en er staat ons wat betreft de beeldende kunst nog veel te wachten. En wanneer ik Pirenne en Keulemans vraag of deze ontwikkeling tijdelijk is moeten ze allebei lachen. ‘Tijdelijk is een heel rekbaar begrip in Noord. Bovendien is het pas net begonnen.’

Pam Roos ten Barge

Recente artikelen