metropolis m

Zwermintelligentie is cruciaal voor de vierde grote industriële omwenteling. Naar aanleiding van de tentoonstelling van Anne de Boer bij Tetem plaatst Maarten Buser een aantal kunstwerken bij elkaar die met behulp van technologie de slimme en verfijnde decentrale organisatievorm van dieren als bijen, mieren en spreeuwen imiteren.

Een mier of bij lijkt in zijn eentje maar een simpel, kwetsbaar diertje. In groepen kunnen deze en andere dieren echter complexe taken uitvoeren. Ze functioneren binnen een systeem waarbinnen ze elk hun eigen, eenvoudige taken hebben, waarmee ze gezamenlijk complex werk kunnen verzetten, zoals het bouwen van een ondergronds nest. Deze gedecentraliseerde, maar georganiseerde manier van werken is een belangrijk voorbeeld voor zwermintelligentie. De volgende fase van de industriële productie draait op dit soort zwermen, vertelt de Nederlandse kunstenaar Anne de Boer (1987). Hij legt me, naar aanleiding van zijn zaalvullende installatie The Swarm (2019) bij Tetem, uit dat een belangrijke praktische toepassing van zwermintelligentie te vinden is in de Smart Industry, die ook bekendstaat als Industry 4.0: de vierde ingrijpende industriële omwenteling. 

De eerste fase van de gemechaniseerde industrie draaide op stoomkracht; de tweede op elektriciteit en de beroemde lopende band. Automatisering via robotica en ICT-systemen geldt als Industry 3.0. De vierde fase is een productieproces dat gekenmerkt wordt door afzonderlijke systemen die elk een deel van de productie op zich nemen, maar ook continu in verbinding staan – inderdaad, als een zwerm. Wanneer een van die delen uitvalt kan er snel een alternatief of een reparatie aangevraagd worden. Cruciaal is dat er snel gecommuniceerd kan worden; dat wordt

mogelijk gemaakt door 5G. Een belangrijke verandering is dat door zwermintelligentie de route van het productieproces niet langer vastligt. De Boer heeft het over de ‘fabriek’, tussen aanhalingstekens dus, omdat dat concept binnen Industry 4.0 gedecentraliseerd wordt. Er is dan niet langer één groot, centraal gebouw waarin de productie plaatsvindt, maar van een zwerm van kleinere elementen die de productie op zich nemen. Doordat zij constant in verbinding staan met elkaar en met externe partijen – de grondstofleveranciers bijvoorbeeld, of degenen die ervoor zorgen dat de producten bij de klant terechtkomen – staat het productieproces niet langer vast, zoals met de lopende band het geval was. Dat maakt het mogelijk dat er gemakkelijker overgeschakeld kan worden op goedkopere grondstoffen of dat het product gepersonaliseerd kan worden. Waar momenteel, ook in de kunstwereld, veel gekeken wordt naar big data, vermoed ik sterk dat Industry 4.0, naarmate die op steeds grotere schaal toegepast wordt, geïntegreerd raakt in het dagelijks leven én tegelijkertijd op zekere afstand en onzichtbaar blijft – zoals de industrie eigen is – een veel belangrijker thema gaat worden. Daarmee wordt dus ook het begrijpen van zwermintelligentie belangrijk. 

In de speciaal voor Tetem ontwikkelde installatie The Swarm staat de insectenzwerm model voor een bepaalde manier samenwerken tussen een aantal Raspberry Pi-minicomputers. Anders dan je op basis van de titel zou verwachten zwermen de computers niet door de ruimte, maar blijven ze op hun plaats. De installatie functioneert binnen de driehoek technologie-natuur-mens, maar zonder dat die laatste centraal staat. In de begeleidende tekst in de expositiezaal zet De Boer vraagtekens bij het streven om menselijke intelligentie op kunstmatige wijze (gedeeltelijk) te imiteren: ‘Much of the effort in replicating human abilities turns either too complicated or too expensive to realize. Or, as full a reproduction it is inefficient in relation to the often simpler tasks requested.’ In deze geest heeft hij elk van de Raspberry Pi’s een eigen taak meegeven. De complexe taak die ze samen op zich nemen is, opmerkelijk genoeg, juist weer heel menselijk van aard: het opvoeren van een tragedie. Eén scherm toont het insect dat de hoofdrolspeler is; vier andere laten landschappen zien die je als decor kunt opvatten. Weer een ander toont tekstfragmenten uit de beroemde novelle De gedaanteverwisseling (1915) van Franz Kafka op haar scherm. De woorden uit de novelle laat die laatste Raspberry Pi ook over de speakers klinken als de gesproken tekst van het toneelstuk. De video- en audio-input, die door De Boer is gemaakt, wordt door de apparaten in willekeurige volgorde afgespeeld. De muziek is ook in fragmenten verdeeld en wordt lukraak door een andere Raspberry Pi ingezet en weer gestopt. Al deze computertjes hebben hun eigen vorm van intelligentie en afzonderlijke bewegingsvrijheid en, zo je wilt, ook elk een eigen willetje.

Een vroege voorloper van zwermintelligentie in de kunst zijn de Geluidsbeestjes van Felix Hess. Deze Nederlandse wetenschapper en kunstenaar bouwde al in de jaren negentig van de vorige eeuw apparaatjes met speakers die door de ruimte bewogen en in reactie op elkaar geluiden produceerden die geïnspireerd waren op de onderlinge communicatie van brulkikkers. De robotjes waren eenvoudig geprogrammeerd en zaten vol sensoren. Afhankelijk van hun positie in de ruimte en het geluid dat ze daar opvingen, creëerden ze ter plekke vaak complexe composities. Ik heb de concerten zelf (nog) niet meegemaakt, maar mij is door een ooggetuige verteld dat de geluidwerken van een ontroerende natuurlijkheid waren, als een zwerm op elkaar reagerende dieren, waar de mens wat onbeholpen doorheen liep. Hoewel de robotjes ook op menselijke aanwezigheid reageerden, maakten ze de indruk zich daar weinig van aan te trekken. Ze vormden samen een geheel eigen ecosysteem.

In recentere kunstwerken die zich verhouden tot de zwerm, is de menselijke aanwezigheid echter veel duidelijker, ook al lijkt zwermintelligentie vooral te draaien om de relatie tussen natuur en techniek (de term vindt haar oorsprong in de robotica). De Franse kunstenaar Pierre Huyghe bijvoorbeeld creëerde de veelbesproken installatie UUmwelt (3.10.2018 t/m 10.2.2019) in de Serpentine Gallery in Londen. Een zwerm levende vliegen speelde hierin een centrale rol. De mensen in de tentoonstelling, die zelf ook een zwerm vormden, reageerden op de honderden vliegen en op elkaar, waarop de beelden op de monitoren weer reageerden. Onduidelijk was volgens welke algoritmes al de bewegingen precies werden geanalyseerd en vertaald naar beelden, maar de algehele indruk die de installatie naliet werd door Corine van Emmerik op metropolism.com omschreven als een streven ‘voorbij de dominantie van het menselijk subject te denken en daarmee de positie van de mens, zeker in relatie tot het klimaat, te overdenken.’1

Waar de installatie van Huyghe misschien eerder ecologisch dan technologisch van aard was, vormde een werk in de expositie Coded Nature van Studio Drift in het Stedelijk Museum een vrij letterlijke kunstmatige vertaling van de ordenende kracht van de zwerm. In de publiekstrekker was een videoregistratie te zien van de performance Franchise Freedom (2017). Hierin is een zwerm van honderden drones te zien waarvan de algoritmische intelligentie en het gedrag geënt zijn op spreeuwen. Samen functioneren ze volgens het duo als ‘a poetic illustration of how we, as humans, strive to live autonomously within societies defined by rules and conventions’ (mijn cursivering).2 Het is interessant om te zien hoe de drones op elkaar reageren en in de lucht patronen vormen, maar vreemd genoeg lijken ze voor Studio Drift vooral een projectiescherm te zijn voor menselijk gedrag.  

The Swarm sluit goed bij dit rijtje aan omdat deze installatie het grote verschil tussen menselijk denken en kunstmatige (zwerm)intelligentie knap invoelbaar maakt, juist doordat de toneelopvoering mislukt. Neem alleen al de strakke, vijfdelige opbouw van tragedies, die hier ondermijnd wordt door computers die de tekst zonder gevoel voor verhaal of spanning in willekeurige volgorde steeds eindeloos opnieuw blijven monteren. De ‘clou’ is natuurlijk dat alle input door de apparaten puur als data gezien wordt, niet als iets dat emotioneel geladen kan zijn en daarom de juiste plaats moet krijgen binnen een verhaal met een spanningsboog. Net als Hess’ Geluidsbeestjes lijken de Raspberry Pi’s nauwelijks een boodschap te hebben aan de mens; je bent slechts een buitenstander terwijl de computers hun gezamenlijke werk uitvoeren. Het voelt allerminst alsof jouw intelligentie en die van The Swarm op elkaar lijken. Het is echter boeiend om de verschillen tussen menselijke intelligentie en die van zwermen behoorlijk concreet voor je te zien, zeker met het oog op een toekomst met Industry 4.0.

1 Corine van Emmerik, ‘Voorbij de mens in de door vliegen geteisterde microkosmos van Pierre Huyghe’, metropolism.com, 5.2.2019

2 Zie: www.studiodrift.com/franchise-freedom/

Anne de Boer, The Swarm
Tetem, Enschede 
9.1 t/m 10.5.2020

Maarten Buser

is dichter en kunstcriticus

Recente artikelen