metropolis m

Em’kal Eyongakpa vertoont momenteel in het Van Abbemuseum een immersieve geluidsinstallatie waarin een hoofdrol is weggelegd voor water, dat zich klaterend en troostend aandient.

 

Mijn zicht krijgt maar moeilijk vat op de verduisterde ruimtes in het Van Abbemuseum waar het werk van Em’kal Eyongakpa vertoond wordt. Mijn gehoor neemt het over. Het kalmerende geluid van druppelend water leidt me door de duisternis, waar, als het oog aan de donkerte gewend raakt, langzaam diverse sculpturale structuren zichtbaar worden. Een mix van klanken en schimmen dompelt me onder in een totaalbeleving, die even magisch als kalmerend werkt. Hier en daar branden lampjes, er zijn bundels takken en onduidbare vormen. In elkaar verstrikte katoendraden en tientallen rode jerrycans geven kleur aan het geheel. Later hoor ik dat ze verwijzen naar de oliehandel in het door corruptie en geweld geteisterde geboorteland van de kunstenaar. 

Em’kal Eyongakpa (1981) is geboren in Mamfe, de hoofdstad van het departement Manyu in de meest westelijke regio Sud-Ouest in Kameroen. Pas na zijn studie plantkunde en ecologie aan de Universiteit van Yaoundé in Kameroen, besloot hij kunstenaar te worden en vertrok hij naar Londen. Daarna verbleef hij van 2012 tot 2014 aan de Rijksakademie in Amsterdam, waar hij nog altijd woont en werkt. Tahjèsè #3: where angels/ancestral sprits chant is de titel van het werk dat hij nu in Eindhoven vertoont. Het is onderdeel van het omvangrijke project sǒ bàtú (2015-2019), een werk dat het midden houdt tussen een geluidswerk en een monument, een ecologisch en historisch onderzoek en een archief, een aanklacht en een healing. sǒ betekent ‘baden’ of ‘reinigen’ in Kenyang, een taal gesproken in het stroomgebied van de rivier Manyu in het zuidwesten van Kameroen. sǒ bàtú laat zich vertalen als ‘om de oren te baden’ of ‘oorbad’. Het werk is onderdeel van een reeks installaties gewijd aan water. Het is een poging om collectieve geschiedenissen te bekijken door de lens van lokale kennissystemen, maar ook middels mycologie (het deel van de biologie dat zich bezighoudt met het onderzoek naar fungi) en etnobotanie (de studie naar de relatie tussen mensen en planten).

In al zijn multimediale werken staan rituelen, processen en transformatie centraal, die doorgaans gebaseerd zijn op uitgebreide veldstudies. De afgelopen jaren heeft hij een archief aan veldopnames opgebouwd, die hij maakte in West-Afrikaanse en West-Europese steden en verschillende (natuur)gebieden, bijvoorbeeld in het Congobekken (na de Amazone het grootste regenwoudgebied ter wereld), maar ook rondom de Bijlmer in Amsterdam. Als ik Eyongakpa vraag om een toelichting op zijn werk in het Van Abbemuseum, laat hij mij eerst fragmenten van zijn veldopnames horen. Hij vertelt dat het geluid van vogels sterk verbonden is met het dagelijkse leven in Kameroen: ‘In these rural areas, people do not have the need for a clock, because they have natural indicators of time.’ In plaats van de westerse structurering van tijd volgens een mechanische klok vertellen vogels de tijd, of waarschuwen ze wanneer er onheil op komst is. De geluiden van deze clock birds vormen het vertrekpunt van zijn sonische experimenten (of van zijn kinetische geluidssculpturen), genaamd barɨŋ báchɔkɔrɔk (2019). Eyongakpa’s streven om zoiets als een ‘sonische identiteit’ te ontwikkelen, is een alternatieve manier om los te raken van de koloniale overheersing, die mede door het voortdurende conflict nog steeds de identiteit van de bewoners in Kameroen vormt.

Barɨŋ betekent ‘aderen’ en báchɔkɔrɔk ‘klokken vogels’, samengevoegd: ‘de aderen van de klokken vogels’. Hij stelt zich voor dat de buizen waar het water doorheen druppelt de aderen van de vogels belichamen. In een ritme lijkend op de Euclidische deling, druppelt het water in de microfoons. Volgens Eyongakpa werkt de installatie op dezelfde manier als een modulaire schakelklok, maar is het daarnaast afhankelijk van de atmosferische druk van het water dat zich in de opvangbakken verzamelt. 

De geluidsinstallatie Tahjèsè #3: where angels/ancestral sprits chant gaan over verschillende vormen van storytelling. Een van de volksverhalen in Kameroen gaat over het plaatsje Eshobi, ongeveer zeven kilometer vanaf de samenvloeiing van de rivier Manyu. Het verhaal gaat dat daar een portaal naar een andere dimensie gelegen is waaruit geesten van voorouders, barem in Kenyang, opduiken om bepaalde mantra’s te zingen. De rituele zang zou helend werken en beschermen tegen (toekomstige) conflicten. Eyongakpa heeft in 2016 in het gebied rondom de rivier Manyu geluidsopnames gemaakt die resoneren met het eeuwenoude verhaal. Daarnaast heeft hij ook geluidsopnames gemaakt van andere rivieren en oceanen in West-Europa. De elementen water, vuur en wind komen steeds terug in zijn werk. Hij heeft bijvoorbeeld in zijn studio in Amsterdam-Zuidoost het zachte ruisen van de wind door de kieren van ventilatieroosters opgenomen. Of in de bossen van Kameroen het verontrustende donderen van onweer en het kalmerende geluid van regendruppels die langs de takken stromen.

Eyongakpa vertelt over de gewapende strijd in Kameroen die het land heeft getraumatiseerd. Liggend aan de West-Afrikaanse Golf van Guinee, wordt het olie- en gasrijke land geteisterd door corruptie, piraterij en de felle concurrentie op de oliemarkt (o.a. Shell opereert hier). De koloniale geschiedenis heeft geleid tot een splitsing tussen Frans- en Engelstalig Kameroen. De Engelstalige minderheid, ongeveer twintig procent van de bevolking, wordt gemarginaliseerd en woont in het zuidwesten en noordwesten van het land.  Er heerst een voortdurende strijd, die met name de Engelstalige regio’s treft, en zorgt voor veel ontheemde burgers. Wie actief is bij verzetsbewegingen moet vaak vluchten en zich bijvoorbeeld voor lange tijd verschuilen in grotten of andere afgelegen plekken, zonder hygiënische voorzieningen, daglicht of schoon drinkwater.

Ook Eyongakpa heeft als kind moeten vluchten en zich verscholen in een grot in Zuid-Kameroen. In de installatie in het Van Abbemuseum is een kleinere ruimte gecreëerd die je binnen kunt treden als ware het een grot, mɔ ntai tabindɔ #4 (2019). Op de wand zijn met led-strips symbolen gevormd in Nsibidi, een systeem van pictogrammen dat gebruikt wordt door de gemeenschappen, zoals de Ngbe, die in het stroomgebied van de Manyu wonen. De sonische esthetiek is ontleend aan de inheemse gemeenschappen in Kameroen, zoals de Bakossi die op de Mount Manengouba en Mount Kupe in het Bakossi-gebied leven. Op een repetitieve manier worden diepe tonen herhaald, zoals boodschappen overgebracht werden op afstand met instrumenten als de membranofoon of de idiofoon. Ook hoor je stemmen onderschepte brieven van krijgsgevangenen voorlezen. Het geheel doet denken aan Tibetaanse sound baths waarin klankschalen je in eenzelfde staat van transformatie en healing brengen. Alle organische en anorganische materialen in Eyongakpa’s installatie, het druppelende geluid van het water, maar ook de lichtgevende symbolen en de objecten, interacteren met elkaar. Hij noemt zijn installatie een manier om de angsten van toen te overwinnen, een proces van healing: ‘These landscapes give allusion to “an alter” of “seemingly dead things” which can be reactivated by providing sufficient moisture.’ 

Eyongakpa vervlecht zijn verhalen in Eindhoven rond het geluid van water. Water als troost, als datgene dat boven al het andere mensen verbindt met de wereld om hen heen. Het geeft het geheel iets basaals, een oerkracht, maar tegelijkertijd komt de installatie ook futuristisch over, als een posthumanistisch landschap waarin dode en levende materie allerlei relaties aangaan. Als je die wat unheimische sfeer verbindt aan de stemmen van de politieke gevangenen, besef je dat de helende kracht van water hard nodig is.

Nadeche Remst

is kunsthistoricus

Recente artikelen