metropolis m

Arturo Kameya, Opaque Spirits, Marres Maastricht, 2024 ©Gert Jan van Rooij

Voor de tentoonstelling Opaque Spirits bij Marres in Maastricht transformeerde Arturo Kameya, samen met Claudia Martinez Garay, het statige pand in een hotel van mislukkingen en verlangen. Vertrekkend vanuit persoonlijke ervaringen en scherpe observaties van de sociaal-maatschappelijke context om hem heen, creëerde Kameya voor elke kamer een nostalgisch ogend interieur waarvan de betekenis lang niet altijd eenduidig is.

Arturo Kameya (1984) put uit zijn herinneringen, ervaringen, verbeelding en culturele referenties om immersieve en vaak vervreemdende installaties te maken. Voor zijn huidige presentatie in Marres neemt hij de harde realiteit van zijn thuisland Peru en de tekortkomingen van de Peruaanse staat kritisch onder de loep.

Kameya en zijn partner en collega Claudia Martinez Garay (1983) verlieten beiden hun geboortestad Lima voor een residency aan de Rijksakademie in Amsterdam. Nu wonen ze al meer dan zes jaar in Nederland. Wonen in het buitenland heeft Kameya’s band met Peru versterkt en hem in staat gesteld kritisch na te denken over zijn eigen land en het Latijns-Amerikaanse continent: ‘Het contrast tussen de hoofdstad Lima en de rest van het land waar ook de inheemse gemeenschappen wonen, is veel grotere dan hier. In Peru is alles gecentraliseerd en de taalbarrière belemmert de onderlinge communicatie. Door corruptie en het gebrek aan informatie van de overheid hebben mensen die buiten de provincie Lima wonen geen inspraak in regeringsbeslissingen en hebben ze op hun beurt weinig vertegenwoordiging en steun.’

Arturo Kameya, Opaque Spirits, Marres Maastricht, 2024 ©Gert Jan van Rooij

Metafoor voor mislukte staat

Toen directeur Valentijn Byvanck hem uitnodigde om te exposeren in Marres, hoefde Kameya niet lang na te denken: ‘Ik wist meteen dat ik het antieke pand in een hotel wilde ombouwen. Dit concept is geïnspireerd door de Venezolaanse schrijver José Ignacio Cabrujas (1935-1995) die het hotel gebruikt als metafoor voor een mislukte staat. Hij benadrukt hiermee het disfunctionele gedrag van zowel regeringen als burgers, waarmee systemen van corruptie, armoede en ongelijkheid in stand worden gehouden. Het hotel in Marres is een metafoor voor Peru als een falende staat: als de manager (de staat) er niets om geeft, waarom zouden de gasten dat dan wel doen?’

De tentoonstelling is een verbijsterende ervaring. Hoewel ik al eerder bij Marres ben geweest, had ik nu het gevoel een compleet ander gebouw binnen te stappen. Kameya creëerde tien kamers die spelen met conventionele kenmerken van hotelkamers, door gebruik te maken van een sterke scenografie. De kamers op de begane grond en de eerste verdieping hebben elk een specifieke sfeer gekregen. Sommige zijn klein, verduisterd en besloten, anderen juist groot en verlicht door tl-lampen die in schril contrast staan met de gedempte kleuren van de muren en schilderijen. Het zachte palet van lichtgeel, blauw- en groentinten doet denken aan de kleuren van Lima, de woestijnstad waar Kameya opgroeide.
Kameya wijst me op de verlichting, volgens hem een essentieel element in de tentoonstelling. ‘Ik heb het meeste natuurlijke licht geblokkeerd en kunstlicht gebruikt om een ongemakkelijke sfeer op te roepen’, vertelt hij. ‘Ook deze keuze is geïnspireerd door Cabrujas. In een interview uit de jaren negentig vraagt hij zich af waar een mislukte staat eigenlijk goed voor is, behalve dan om de schijn op te houden. Ik besloot door te werken op dit idee door de hotelgasten te verwezenlijken als geesten, als overblijfselen uit het verleden. Hiermee wil ik een griezelige en unheimliche sfeer toevoegen aan het hotel als een allegorie, waar ook objecten een sterke aanwezigheid hebben.’

De titel van de tentoonstelling, Opaque Spirits, ontleende Kameya uit het boek Poetics of Relation (1990) van de Caribische schrijver en filosoof Édouard Glissant (1928-2011). Hierin roept de auteur op tot ondoorzichtigheid als fundamenteel recht, als manier om menselijke en culturele diversiteit te bewaken door te leren waarderen wat niet volledig kan worden begrepen. Volgens Glissant kan de volledige transparantie van de staat tot gevolg hebben dat waardevolle culturele verschillen verloren gaan, wat weer kan leiden tot uniformisering. Kameya past dit concept ook toe in zijn eigen praktijk: ‘Niet alles wat ik maak hoeft transparant te zijn of tot in detail te worden uitgelegd.’

Unheimische vertrouwdheid

Elke kamer vertegenwoordigt een moment of situatie uit het dagelijks leven, vaak in een schijnbaar absurde setting, waarmee Kameya licht schijnt op de harde sociaaleconomische realiteit van het leven in Peru. Op de begane grond komen bezoekers binnen in wat lijkt op een verlaten badhuis met betegelde wanden en een kapot gasfornuis. In een hoek van de ruimte zitten twee geesten van karton tegenover elkaar naar hun telefoon te staren, terwijl andere figuren verderop aardappels aan het schillen zijn. Kameya benadrukt dat de culturele achtergrond van verschillende bezoekers hun ervaring zal beïnvloeden: ‘Een bezoeker uit Latijns-Amerika zal de meeste elementen herkennen en er emotioneel op reageren; ze zouden zich zelfs thuis kunnen voelen in dit hotel. Nederlanders daarentegen zullen een andere ervaring hebben. Dat is niet erg, ik wil juist dat bezoekers de ruimte bevragen en proberen te begrijpen waar ze naar kijken.’

Tijdens zijn studie in Amsterdam kwam Kameya voor het eerst in contact met het dekoloniale discours: ‘Zes jaar geleden was het dekoloniale discours nog erg academisch en westers-georiënteerd, maar gelukkig vindt er steeds meer verschuiving plaats richting een meer inclusief perspectief. Voorheen draaide het vooral om hoe mensen aan de andere kant van de wereld leven. Ik vond dit niet passen bij de Latijns-Amerikaanse realiteit. Mensen in Peru en veel andere landen willen helemaal niet vanuit een eurocentrische hoek bekeken worden. Ze zijn druk bezig om de eindjes aan elkaar te knopen en zijn gewend om met weinig middelen te leven. Ze hebben helemaal geen tijd om hun leven vanuit een intellectueel discours te beschouwen; het leven gebeurt gewoon en je moet het maar zien bij te benen. Die down-to-earth mentaliteit zit ook in mijn werk.’

Een opvallend onderdeel van de presentatie zijn twee grote naar adem happende sculpturale vissen in de grootste zaal op de eerste verdieping, een verduisterde ruimte waarvan de ramen bedekt zijn met grote beschilderde panelen. Hij maakte ze op basis van een 3D-model, waarvoor hij samenwerkte met technicus Hans Janssen. De naar adem snakkende vissen zijn deels geïnspireerd op een werk van de Peruaanse schrijver en kunstenaar Juan Javier Salazar (1955-2016) die vissen vergelijkt met de onwetende massa: net zoals vissen gelukzalig in de zee zwemmen, zich niet bewust van wat hen te wachten staat, leven de meeste mensen hun leven zonder zich te realiseren dat hun lot al besloten ligt in het systeem waarbinnen ze opereren.

Soundscapes

Ook de soundtrack die Garay maakte, speelt een belangrijke rol in Marres. Ze vertelt: ‘Terwijl je ervoor kunt kiezen om weg te kijken van een schilderij, kun je niet ontsnappen aan muziek en geluid.’ Het dompelt je onder in de tentoonstelling en draag ook bij aan de culturele specificiteit ervan: ‘Als ik aan Peru denk, denk ik aan radio. Er zijn veel radiostations, maar het grappige is dat hun afspeellijsten door de jaren heen niet veranderen. Het is alsof ze al tientallen jaren vastzitten in de tijd.’ Voor een afgezonderde kamer op de eerste verdieping, waarin centraal een klein bewegend meubelstuk staat met kleine religieuze voorwerpen en andere decoratieve stukken, maakte Garay een afspeellijst van de liedjes waar ze vroeger naar luisterde toen ze opgroeide: ‘Dit waren de liedjes waar mijn ouders naar luisterden. Ik herinner me dat ik ze vroeger niet leuk vond, maar nu zijn ze mijn favoriet geworden.’

Spiritualiteit en religie zijn diep geworteld in de Peruaanse cultuur. In de meeste hotelkamers van Kameya zijn religieuze voorwerpen opgenomen. Terwijl je door de tentoonstelling beweegt, kom je fotolijstjes tegen van de Maagd Maria, kleine beeldjes van Jezus en een schilderij van het Laatste Avondmaal. Op een tv-scherm is een religieuze ceremonie te zien, in andere kamers hoor je religieuze radio-uitzendingen op de achtergrond. Het werk dat mij het meest aanspreekt is Rosarito (Rozenkrans), een installatie die pontificaal in de hal op de begane grond staat en feitelijk bestaat uit een bierfontein. Aan de muur hangt een groen schilderij waarop gekruiste handen staan afgebeeld die een rozenkrans vasthouden. Uit het schilderij steekt een kraan waar bier uit stroomt in drie kannen die eronder zijn geplaatst, waaruit het bier in de fontein klotst. Gehuld in een blauwachtig schijnsel kan de fontein door de religieuze connotaties tegelijkertijd worden opgevat als een verwijzing naar gevoelens van collectieve schuld als de noodzaak om berouw te tonen.

Hechizo

Kameya en Garay vertellen dat mensen in Peru gewend zijn om te leven met wat ze voorhanden hebben. Dit werd vooral zichtbaar tijdens het gewapende conflict in de jaren tachtig, toen mensen die op het platteland in extreme armoede leefden, geen toegang hadden tot materiaal en thuis hun eigen wapens maakten met wat ze maar konden vinden. Kameya past deze praktijk van hechizo, oftewel de DIY-praktijk, toe in zijn artistieke praktijk, met name in zijn installaties. Zo verwerkte hij schroot, afgedankte voorwerpen en versleten voorwerpen in de tentoonstelling. Kameya vergelijkt het leven in Peru met het leven in Nederland, een veilig land met veel mogelijkheden, dat weer zijn eigen uitdagingen heeft: ‘Er is een beperkt aantal hulpbronnen in de wereld en we moeten ons aanpassen aan de veranderingen. Door conflicten en klimaatverandering zullen meer mensen naar het noorden trekken. We zien dat rechtse regeringen dit proberen tegen te gaan, maar dat is natuurlijk niet realistisch. We moeten allemaal met minder leren leven.’

Arturo Kameya: Opaque Spirits
Marres, Maastricht
7.3 t/m 26.5.2024

Isabel Ferreira de Sousa

is schrijver en doceert aan Maastricht Institute of the Arts

Recente artikelen