metropolis m

Nu de gemeentelijke collecties in de westerse wereld te maken hebben gekregen met verlammende bezuinigingen floreren de geglobaliseerde privéverzamelaars en veilinghuizen. In hun kielzog hebben de ‘freeports’ een grote vlucht genomen. De belastingvrije vrijhandels- en opslagplaatsen voor de superrijken blijken de grootste verzameling van beeldende kunst in de wereld te herbergen. Dit gerucht kan niet worden bevestigd omdat de inhoud van de depots onbekend is om de veiligheid ervan te garanderen.1 Over deze kunstwerken in opslag wordt minder belasting geheven omdat ze zich ‘in transit’ bevinden. De freeport is het perfecte ‘museum’ voor kunst die puur als investering is aangeschaft, omdat het kunstwerk kan wisselen van eigenaar, tussen verzamelaars en veilinghuizen, zonder het te hoeven verplaatsen. Terwijl de kunst met elke transactie wel meer waard wordt.

De oudste freeport in Genève werd opgericht om wijn, goud en andere waardevolle spullen op te slaan, maar vandaag de dag is kunst het primaire goed dat wordt opgeslagen bij de meest recente freeportinitiatieven in Singapore en Luxemburg. In opdracht gemaakte kunst siert de heilige muren van deze nieuwe opslagfaciliteiten. Ze lijken, zo blijkt uit de weinige afbeeldingen die beschikbaar zijn, museale ruimten te zijn voor een elitepubliek van privéverzamelaars en kunstmarktprofessionals. Volgens de mediatheoreticus en kunstenaar Hito Steyerl is de freeport door zijn geglobaliseerde autonomie, die buiten de wetten van de staat valt, ‘one of the most important art spaces in the world right now’.

Rotterdams antwoord op deze exclusieve opslag van cultuur is Het Collectiegebouw in Rotterdam. Dit ‘publiek toegankelijk kunstdepot’2 zal als wereldprimeur worden opgeleverd in 2018 en bestaat op dit moment alleen in digitale vorm. Het plan is om particuliere verzamelaars uit te nodigen om hun schatten er te tonen naast publieke collecties, op rekken die inzicht geven in het depotbestaan van kunst. Het project is in potentie een geslaagd voorbeeld van een publiek-private samenwerking, en wil bijdragen aan de verbetering van de betrekkingen tussen verzamelaars en musea. In vergelijking voelt de ‘freeport’ als een archaïsch separatisme. Het was misschien daarom slechts een kwestie van tijd voordat particulier eigendom en opgeslagen kunst werden blootgesteld aan de tweeledige politiek van het verhogen van de transparantie en de schijnbare ongebreidelde drift van de deeleconomie om overcapaciteit in dienst te stellen van het publiek.

Nu veel openbare collecties lijden onder ernstige overheidsbezuinigingen heeft Stichting Onterfd Goed een betaalbare ‘adoptieregeling’ voor ‘verweesde’ kunstwerken opgesteld. Stichting Onterfd Goed werd opgericht in 2012 door drie ondernemers die een kans zagen in de ontmanteling van Scryption in 2011, een museum over de geschiedenis van het schrijven in Tilburg. Het decentraliseert het eigendom door museale objecten bij individuen en niet-museale organisaties te plaatsen. Het project is gericht op het ‘de-institutionaliseren van de zorg en het eigendom van erfgoed’.5 In 2013 was het begin toen via Facebook en Twitter een uitnodiging is verspreid om een collectie van schrijfmachines van de schrijver Willem Frederik Hermans te herhuisvesten.

De term ‘adoptie’ is een technisch woord voor ‘verwerving’, een handeling die vergemakkelijkt wordt door het relatief flexibele afstootbeleid in Nederland – met bijpassende regeling. De regeling is populair gebleken bij het Nederlandse publiek en heeft ook de belangstelling gewekt van COMCOL, The International Committee for Collecting en hun Europese werkgroep ‘collectiemobiliteit’. Stichting Onterfd Goed weet hoe men de collectiemobiliteit kan bevorderen door het vergroten van de efficiëntie van het uitlenen door middel van centralisatie en gaat verder dan een retoriek van ‘mobiliteit’ en beweegt in de richting van volledige financiële en gedecentraliseerde liquiditeit.6

Als de freeport een van de belangrijkste kunstcentra van het moment is (Steyerl), dan is Stichting Onterfd Goed met zijn slimme crowd sourcing en social media-gebruik het ‘museum van het internettijdperk’. Ze verbindt het publiek met de verantwoordelijkheid voor het culturele erfgoed, een leven met museale objecten en nodigt uit tot vertraging door het aangaan van een materiële relatie. In lijn hiermee worden bij het Collectiegebouw bezoekers ‘levende restauraties’ beloofd die de infrastructuur van de zorg voor kunstwerken verandert in een tastbaar performatief spektakel. Dit gaat verder dan een louter op eindgebruik georiënteerde beleving en kan daardoor het publiek bewust maken van de gehele ecologie van het materiële bestaan van kunst. En zo blijken al deze voorstellen die een aanzet lijken in de richting van een meer vloeibare consumptie uiteindelijk opnieuw verhoudingen in specifieke gebieden te materialiseren.

Uit het Engels vertaald door Loes van Beuningen

1 Imogen Foulkes, ‘Geneva’s art storage boom in uncertain times’, BBC News, 02.01.2013 via:  http://www.bbc.co.uk/news/world-europe-20696126

2 http://www.rotterdamcityblog.com/collectiegebouw-boijmans-beuningen-museum/

3  Hito Steyerl, ‘Duty Free Art’, E-flux journal (maart 2015) 63 via: http://www.e-flux.com/journal/duty-free-art/

4 Léontine Meijer-van Mensch, ‘Statement from the chair’, COMCOL International Committee for Collecting Newsletter 22.07.2013, via: http://network.icom.museum/fileadmin/user_upload/minisites/comcol/Newsletter/Newsletter22.pdf

5 https://claudiaporto.wordpress.com/2014/02/10/dealing-with-orphaned-collections-a-solution-to-de-assessment-in-closed-museums/

6 Eva de Swaan, ‘Collections Mobility in the Netherlands: A proposal for a central loads coordinating facility’, COMCOL International Committee for Collecting Newsletter 22.07.2013, p.36-41, via: http://network.icom.museum/fileadmin/user_upload/minisites/comcol/Newsletter/Newsletter22.pdf

Helen Kaplinsky

is curator en schrijver

Recente artikelen