metropolis m

Oss

Museum Jan Cunen

03/02/2013 t/m 25/08/2013

Zonder zich er al te veel op te laten voorstaan, heeft Museum Jan Cunen de afgelopen jaren een prijzenswaardige traditie opgebouwd. Sinds 2004 presenteert het museum met regelmaat eerste museale solotentoonstellingen van Nederlandse fotografen. Na Martine Stig, Viviane Sassen, Elspeth Diederix en Scheltens & Abbenes is het in Oss momenteel de beurt aan Henk Wildschut (1967). Het museum kiest met hem voor het eerst voor een documentair fotograaf.

Wildschut won in 2011 de Dutch Doc Award voor zijn fotoserie Shelter, waaraan hij over een periode van vijf jaar werkte, en waarin hij de erbarmelijke, zo je wilt on-Europese, omstandigheden in beeld brengt waarin illegalen leven langs de grenzen van ‘Fort Europa’. Shelter vond zijn oorsprong in 2005, toen Wildschut net buiten Calais op een klein stuk bos stuitte waar talloze illegale immigranten uit uiteenlopende landen als Irak, Afghanistan, India, Somalië, Eritrea en Nigeria verbleven. Deze migranten – voornamelijk jonge mannen – waren allen uit op een overtocht naar Engeland. Ze hoopten deze als verstekeling in een schip of vrachtauto te maken. Wildschut richtte zijn camera niet op de illegalen zelf, maar op de provisorische hutten die zij hadden gebouwd in afwachting van de kans op een illegale oversteek.

Al die schuilplaatsen – opgetrokken met touw en takken uit dekens, pallets, karton, plastic en ander materiaal dat voorhanden was – getuigen van menselijke volharding, en wellicht nog wel meer, van een diep verlangen naar waardigheid. De verzorgde wijze waarop iemand zijn jas heeft opgehangen, het geduld waarmee een kleed is opgevouwen: het is aangrijpend om te zien. Wildschut legt het allemaal zonder franje vast, heel droog en direct, steeds in hetzelfde heldere licht. Zijn foto’s ontroeren, maar worden nergens sentimenteel; ze zijn sociaal geëngageerd, maar nooit drammerig. Ze laten zien dat de vaak gebezigde clichébeelden van de illegaal als zielig, willoos slachtoffer of als parasitaire profiteur allebei geen recht doen aan de waarheid.

Shelter heeft een prominente plek in de tentoonstelling in Oss, die eerder thematisch dan retrospectief van opzet is. De twee thema’s die er als een rode draad doorheen lopen zijn die van ontheemding en isolement. Ze komen het meest indringend tot uiting in Wildschuts fotoserie over het vrachtschip Sandrien, dat in 2001 van de Nederlandse overheid de Amsterdamse haven niet uit mocht varen omdat het asbest bevatte en in India met de hand gesloopt zou worden. Als gevolg daarvan zat de Indiase bemanning anderhalf jaar vast aan boord en raakte hun geld voor voedsel en verwarming op. Mede door de publicatie van Wildschuts fotoserie – de verveling en lethargie druipen van de bemanning af – ontstond er een mediahype, waardoor de bemanning eindelijk werd uitbetaald en vliegtickets kreeg. Soms kan fotografie levens veranderen.

Ingegeven door zijn interesse in de romantiek en tragiek van het zeemansbestaan, voer Wildschut in 2004 zelf drie weken mee op een vrachtschip van Rotterdam naar New York. Hij kwam bedrogen uit: zowel het leven aan boord als de uitzichten bleken buitengewoon saai. Om zichzelf bezig te houden, begon Wildschut de oceaan ’s nachts te fotograferen met behulp van een enorme flitser. Het resulteerde in sublieme foto’s van onpeilbaar diepe wateren. In Oss worden ze samen met de film Soep (2005) tentoongesteld, waarin gaarkeukensoep met onbestemde kleur eindeloos heen en weer deint in een bord, in beweging gebracht door de golven op zee. Het is verleidelijk dat bord soep te beschouwen als een metafoor voor het bestaan van de personen in Wildschuts werk, maar daarmee zou je ze tekort doen. Hoe hulpeloos ze ook lijken te zijn, overgeleverd aan externe factoren, er blijkt uiteindelijk altijd een uitweg.

Niels van Maanen

kunsthistoricus en criticus, Amsterdam

Niels van Maanen

Recente artikelen