metropolis m

Optimundus
M HKA, Antwerpen

Wanneer ik in het M HKA de tentoonstelling Optimundus van Jos de Gruyter & Harald Thys uitloop springen mij twee werken uit de collectie van het M HKA in het oog. Leo Copers’ Gouden strop en stoel (1979) en Suchan Kinoshita’s Uitzicht (2002). Copers’ werk bestaat uit een goudgeschilderd stoeltje met roodfluwelen zitting waarboven een goudkleurige strop hangt, Kinoshita’s werk toont twee comfortabele stoelen op een donkerrood tapijt die voor een raam staan en uitzicht bieden op de wereld buiten het museum.

Het is niet moeilijk je voor te stellen hoe een van de protagonisten uit de zes getoonde videowerken van De Gruyter & Thys bungelt aan Copers’ gouden koord of apathisch voor zich uit staart in een van Kinoshita’s stoelen, zonder zich bewust te zijn van het uitzicht. Wat de video’s gemeen hebben is dat zij alle een sombere, gespannen en in zichzelf gekeerde belevingswereld tonen. In de twee meest recente videowerken, Das Loch (2010) en Les énigmes de Saarlouis (2012), zijn de acteurs inmiddels vervangen door eenvoudig geconstrueerde poppen, wat de vervreemding nog groter maakt. De kunstenaars kozen ervoor met poppen te gaan werken nadat ze eerst hun acteurs op een steeds mechanischer manier hadden laten optreden.

De videowerken worden in een afgesloten ruimte op een groot scherm geprojecteerd. Das Loch toont, met behulp van vervormde computerstemmen, de onbeholpenheid van de idealistische schilder Johannes, die gelooft in de universele betekenis van kunst, tegenover het machismo van de videomaker Fritz. Johannes lijkt model te staan voor het werkproces van De Gruyter & Thys zelf, dat door hen wordt omschreven als ‘lang kijken, lijden, een grote portie angst en opwinding en dan langzaam het plan uitvoeren’. In Les énigmes de Saarlouis legt de tweeling Kitty & Katty de toeschouwers met een monotone, vervormde computerstem een reeks raadsels voor. Concrete antwoorden worden niet gegeven. De toeschouwer wordt bovendien weinig tijd gegund om na te denken, voordat het volgende raadsel wordt opgedist. Het lijkt een soort test, waarvan je bij voorbaat al weet dat je er niet voor zult slagen.

De diverse poppen die in de films zijn gebruikt keren terug in de tentoonstellingsruimte. De koppen zijn van piepschuim, waar eenvoudigweg wat haar op is geplakt en wat gelaatstrekken op zijn geschilderd. Het lichaam bestaat uit stalen buizen waar stof overheen is gedrapeerd. Ze ogen alsof ze in een of ander naargeestig buurthuis liefdeloos in elkaar zijn geklust. Desalniettemin bezorgt de zorgvuldige plaatsing in de tentoonstellingsruimte hen een onvermoede sculpturale kwaliteit. Dit geldt met name voor de tweeling Kitty & Katty, die hoog boven de bezoekers uittorent en een pinnige blik de ruimte inwerpt. Toch vraag je je af wat de meerwaarde ervan is om deze ‘attributen’ of ‘rekwisieten’ los van de videowerken te tonen. Kitty & Katty vormen weliswaar een indrukwekkende sculptuur, maar zonder het videowerk heeft die maar weinig zeggingskracht. Dit geldt ook voor de andere sculpturen. Zonder de lading die het videowerk eraan geeft, krijgen ze iets koddigs.

Volgens de begeleidende tekst waren de kunstenaars in de tentoonstelling in het M HKA uit op het bereiken van een soort lege stilte, een confrontatie tussen de blikken van de elementen in de tentoonstelling en die van de bezoekers. De Gruyter & Thys blijken er bovendien niet vies van de bezoekers op een beschaafde manier te straffen. Het zijn vooral de tartende video’s, met dikwijls onverdraagbare stemgeluiden en ongemakkelijke stiltes, die hieraan bijdragen. Die geven je het gevoel alsof je al veel te lang met een obsessief-compulsieve vriendin door een vreemde stad loopt. Alles wat je zegt wordt door haar anders geïnterpreteerd. Door de voortdurende miscommunicatie ben je inmiddels de radeloosheid nabij, maar je mag nog niet naar huis. Onaangenaam verwarrend en irritant.

Alexander Mayhew

freelance kunstcriticus,

Den Haag

Alexander Mayhew

Recente artikelen