metropolis m

Aan de hand van gesprekken met vrienden en oud-docenten reconstrueert Sanneke Huisman het leven van de charismatische Shah Jahan, die in 2015 stierf aan hartfalen. De zoon van Bengaalse immigranten in Birmingham, die van zichzelf vond dat hij vervloekt was, maakte indruk als kunststudent in Oxford en aan De Ateliers, vooral met de serie Pizza Boys, waar hij zijn leven lang aan bleef werken.

Een slanke jongen in een wit shirt staat voorovergebogen. Met een hand brengt hij een sigaret naar zijn mond, de andere hand heeft hij in zijn zak. Nonchalant, serieus en goedverzorgd staat hij tegen een warmoranje achtergrond. Achter hem doemt een duister bos op, enkele vleermuizen hangen onheilspellend om hem heen. Het is een schilderij dat Sara van der Heide in 2003 maakte van Shah Jahan (1976, Sylhet, Bangladesh – 2015, Birmingham, Groot-Brittannië), de kunstenaar die zij leerde kennen tijdens hun gezamenlijke werkperiode aan De Ateliers. De afgelopen weken heb ik via zijn vrienden en collega’s kennis mogen maken met deze veelzijdige kunstenaar en een bijzonder mens. De veelkleurigheid van Shahs persoonlijkheid en de demonen in zijn leven keren in alle gesprekken terug. Shah bleef, in de woorden van iedereen die hem goed kende, ongrijpbaar.

Shah Jahan (volledige naam: Mohammed Shah Jahan Miah) was van jongs af aan geïnteresseerd in kunst. Hij behaalde zijn bachelor Fine Arts aan The Ruskin School of Art, onderdeel van de Universiteit van Oxford, waar hij vriendschappen sloot met kunstenaars Nathaniel Mellors en Mick Peter. In Oxford werd ook de kiem gelegd voor een hechte vriendschap met bankier en verzamelaar Josep Turro Bassols, die daar wiskunde en filosofie studeerde. Turro Bassols was tot Shahs dood nauw bij hem betrokken en heeft hem financieel ondersteund door werk te kopen. In 1998 vertrok Shah naar Amsterdam voor een werkperiode aan De Ateliers. Directeur Dominic van den Boogerd weet zich nog veel van Shah te herinneren. ‘Shah was altijd erg keurig gekleed, alsof hij zo van een Britse kostschool afkwam’, vertelt hij, ‘maar dat was natuurlijk niet zo.’ Shah groeide als zoon van Bengaalse immigranten op in een eenvoudig milieu. ‘Shah was een bijzondere jongen, dat merkten we meteen. In het eerste gesprek dat ik met hem had, vertelde hij mij dat hij vervloekt was.’

Het eerste jaar aan De Ateliers verliep goed. Shah was een vrolijke en geliefde deelnemer. Zijn begeleiders, destijds onder meer Rob Birza, Marlene Dumas en Georg Herold, waren zeer enthousiast over het werk. ‘Maar in de zomer van 1999, net voor de start van het tweede jaar, kregen we een fax van de broer van Shah. Shah was ziek en opgenomen in een kliniek,’ vertelt Van den Boogerd. Uiteindelijk zou Shah dat jaar niet naar De Ateliers terugkeren en werd besloten dat hij een jaar later aan zijn tweede jaar mocht beginnen. Shah wilde dan wel een groot atelier, en kreeg dat ook, bovenaan de trap op de eerste verdieping. ‘Toen hij terugkwam was Shah veranderd. De medicatie had hem pafferig en sloom gemaakt. Hij lag vaak hele dagen te slapen op de bank in zijn atelier.’ Hij was minder productief, wat geheel indruiste tegen de production die hij in lijn met de door hem geliefde Warhol verkondigde. Wat hij maakte, was echter wel vaak raak. Zoals blijkt uit de serie Pizza Boys, onderdeel van een project waaraan hij tot zijn dood heeft doorgewerkt en dat naast schilderijen bestaat uit businesscards, handdoeken, briefpapier en een kledinglijn. De in De Ateliers vervaardigde serie bestaat uit vijf portretten ten voeten uit van pizzabezorgers, geschilderd op met tape aan elkaar geplakte stukken karton. De afzonderlijke figuren nemen allemaal net een andere pose aan. De loop paintings, zoals de kunstenaar ze noemde, laten zich het beste omschrijven als een popartversie van de foto’s van Eadweard Muybridge. Ze geven blijk van Shahs interesse in en kennis van de kunstgeschiedenis. De hoofdrol is echter weggelegd voor zijn drie idolen: Andy Warhol, Joseph Beuys en Michael Jackson. Alledaagse pop en sociaal-sjamanisme vinden elkaar in een vorm van pop art magic, zoals Nathaniel Mellors het noemt.

Het schilderij van de pizzabezorger met onheilspellende grimas, dat op het eerste oog een zelfportret lijkt, heeft inderdaad iets weg van Michael Jackson. In het werk en beeldarchief van de kunstenaar keert de afbeelding van een met pet en pilotenbril vermomde Jackson vaak terug. Kunstenaar Bert Frings, bevriend met Shah vanaf hun eerste jaar aan De Ateliers, vertelt: ‘Shah had een enorm archief aangelegd; een koffer vol afbeeldingen die hij met zich meedroeg.’ Wat Frings trof was de onverwachte onderlinge samenhang van het materiaal, waarin het persoonlijke en het universele samenkwam. Pizzakoeriers, auto’s, voetbal, Bangladesh, familie en exotische dieren vormden een logische eenheid in de wereld van Shah. In eindeloze video’s met jaren tachtig DIY-esthetiek, registreerde Shah zijn eigen werk op doek, collages, foto’s en andere videoschermen. Dat deze schermen op hun beurt soms weer zijn beplakt met speelgoeddieren en andere objecten, zorgde voor een vervreemdend effect. Voor een ander werk heeft Shah een pornofilm als uitgangspunt genomen. Hij werkte de film frame voor frame uit tot een fotografische beeldanalyse waarin hij het spanningsveld tussen statisch en dynamisch onderzocht. Media zijn in het werk in beweging; komen uit elkaar voort zoals waarheid en fictie in het leven van de kunstenaar zelf.

Marlene Dumas geeft me inzicht in haar correspondentie met Shah. De twee schreven elkaar tijdens en ook nog lang na zijn verblijf aan De Ateliers. Opvallend is de inventiviteit en veelzijdigheid die zijn schrijven kenmerkt. Sommige brieven zijn uiterst formeel, andere speelser, maar vrijwel altijd worden ze voorzien van kleine woordspelingen, een cryptisch citaat of een bijzondere afsluitende zin. Mijn oog valt op een brief van de hand van Dumas zelf, verstuurd aan Shah vanuit een hotel in Cambridge. Ze refereert hierin grappend aan de pizzabezorger, door de veiligheidsinstructies die ze op haar kamer aantrof te citeren: ‘“1. Don’t answer the door in a hotel or motel room without verifying who it is. If a person claims to be an employee, call the front desk and ask if someone from their staff is supposed to have access to you room and for what purpose.” (How does one know the pizza boy is really the guy who’s got your pizzas?)’. Niet veel later wordt er bij de studio van Dumas aangebeld. Het is de bezorger van de Volkrant die een nieuwjaarswens komt brengen. ‘Zie je’, zegt Dumas, de passage over de pizzabezorger memorerend, ‘Shah is echt nog een beetje hier.’

Het latere werk van Shah werd onsamenhangender en was vaker politiek van aard. Meer en meer lijken stemmingswisselingen het leven en werk van Shah te hebben beheerst. Periodes van paranoia en versuffing door medicatie wisselden elkaar af. Josep Turro Bassols maakte hem als een van de weinigen in zijn laatste jaren mee. ‘Natuurlijk herinneren we ons Shah vooral als charismatisch en cool, maar in de laatste periode kon hij heel moeilijk zijn. Zijn thema’s werden duister en soms was het eng bij hem in de buurt te zijn’, vertelt hij. In collages ageerde Shah fel tegen de Amerikaanse politiek en het consumentisme. Bovenal werd religie in het werk van de gelovige Shah een terugkerend onderwerp. ‘Ik zie Shah als een linguïst. Via alledaagse symbolen interpreteerde en analyseerde hij als geen ander de huidige tijd. Hij doorzag machtsverhoudingen op politiek-religieus niveau. Shah had een vooruitziende blik’, aldus Turro Bassols.

In 2005 vergrootte Shah een voorpagina van een krant uit tot monumentaal formaat en voorzag het van zijn Pizza Boy-logo. De pagina toont een foto van de Kameroense voetballer Marc-Vivien Foé die in 2003 op het veld stierf aan een hartaanval. Was dit een voorbode? Wist Shah, die in 2015 zelf stierf aan hartfalen, wat hem te wachten stond? Bert Frings haalt me terug uit deze koortsige analyse. ‘Wat Shah trof, was niet de inhoud, maar de compositie van het beeld’, zegt hij. De krantenfoto vertoont inderdaad overeenkomsten met de liggende figuur uit De Slag bij San Romano van Paolo Uccello, een van de vroegste voorbeelden van verkorting als perspectiefmethode in de schilderkunst. Shah probeerde grip te krijgen op de wereld om hem heen door beelden te verzamelen en te analyseren. In zijn kunst gaf hij zowel het alledaagse als de kunstgeschiedenis een nieuwe betekenis.

Sanneke Huisman

is schrijver en curator

Met dank aan Cees van den Burg van PARTS Project in Den Haag. Hij heeft mij veel over Shah Jahan verteld en me in contact gebracht met zijn vrienden en collega’s.

 

Personal Pop – Shah Jahan

PARTS Project, Den Haag

18.02.2018 t/m 29.04.2018

Sanneke Huisman

Recente artikelen