Lost at Sea
Lost at Sea
De religieuze lading van een kunstwerk
In de Watertoren in Vlissingen hebben drie kunstenaars, Marion van Wijk, Koos Dalstra en Ivan Dobrev, een ode gebracht aan het laatste werk van Bas Jan Ader: In Search of the Miraculous. In deze onafgemaakte triptiek komt de mentaliteit van Ader, een mentaliteit die hij gemeen had met veel kunstenaars uit de jaren zeventig, tot een hoogtepunt. Hij dacht langs strenge, conceptuele lijnen, had een voorkeur voor het immateriële en zette uiteindelijk het inzetten zijn eigen leven in. Bas Jan Aders mislukte overtocht in een veel te klein bootje over de immense oceaan, vormt het inmiddels beroemde middenluik. Zijn boot is door vissers uit La Coruña gevonden en van de kunstenaar is nooit meer iets vernomen. Een zeemansgraf?
Paul Andriesse heeft een prachtige monografie over Ader geschreven en de kunstenaar wordt regelmatig geëerd met een tentoonstelling. Lost at Sea in de Watertoren volgt op een overzichtstentoonstelling in 2001 in Het Domein in Sittard. Met bijna religieuze toewijding heeft Marion van Wijk bijna iedereen die met Ader óf met z’n bootje te maken heeft gehad, geïnterviewd. Maar niets nieuws onder de zon, het geheim van The Miraculous wordt alleen maar groter en groter. Hoe meer je erover leest in het werkkabinet dat Van Wijk samen met Dalstra heeft ingericht, hoe botter de werkelijkheid ons vragend achterlaat. In een paar details licht wel iets op van zijn persoonlijkheid. Mary Sue Andersen, zijn vrouw, vertelt aan Marion van Wijk dat hij boeken over de filosoof Hegel in z’n boot meenam. Ader, die pas na de kunstacademie filosofie was gaan studeren, zou volgens Mary Sue ook serieuze bedoelingen hebben gehad met deze studie, hij had inmiddels z’n masters gehaald en dacht eraan de studie af te maken. Een andere betrokkene bij de films van Ader noemt hem gekscherend Doctor Rock. De filosoof in spe bleek ook een rokkenjager in een oude Porsche.
Koos Dalstra refereert op zijn beurt aan deze anekdote in een werk waarmee de tentoonstelling opent. Love lezen we aan een rode draad, die van een jerrycan naar een, stoffen, rode Porsche leidt. Maar dit materie-achtig schilderwerk van Dalstra vloekt helaas met Aders intenties. Ivan Dobrev maakte herkenbare gipsen koppen van Ader en legde één kop op een wit altaar en noemde het geheel The Prayer in White. Onmiddellijk denk ik: zal Ader gebeden hebben op z’n bootje? Hij had een enorme bewondering voor z’n vader: een predikant, een avontuurlijk reiziger en een martelaar in de Tweede Wereldoorlog, die om het leven kwam toen Ader twee was. Een verdieping hoger etaleert Dalstra met zeven schilderijen zijn kundigheid als schilder, maar het vergroot de mist die om Ader op zee hangt. Marion van Wijk komt dichter bij Ader. Hoog boven in de Watertoren, in het waterreservoir, wordt duidelijk waarom deze plek als locatie is gekozen: de ruimte is een kleine besloten kosmos in de nabijheid van de zee. Van Wijk borduurde allerlei uitspraken op golvende strookjes in primaire kleuren, die vervolgens weer op zeil zijn bevestigd. Jammer genoeg zitten er geen citaten tussen uit Hegels esthetica. Maar in de combinatie van primaire kleuren en horizontale lijnen spreekt Mondriaan een woordje mee.
Bas Jan Ader was voor weken overgeleverd aan die machtige zee, hij kan daar een uniek gevoel van versmelting met het universum hebben gevoeld. Hij was er romantisch genoeg voor. Het sleutelbegrip van de romantische ideologie is immers eenheid. ‘In de Middeleeuwen werd het als de hoogste vorm van pelgrimage beschouwd om je in een klein bootje op zee over te geven aan weer en wind en daarmee je leven letterlijk in Gods hand te leggen’, schrijft Paul Andriesse. Misschien was Ader op zee eindelijk vrij, ver weg van zijn alledaagse problemen met Mary Sue, die rondliep met een kinderwens. Bas Jan Ader werd 33 jaar oud. In I’m too sad to tell you speelde hij al een beetje voor Christus.
Pedro Bakker