Machteld Rullens – Slim zijn over mensen
Na het winnen van de Koninklijke Prijs voor de Vrije Schilderkunst in 2019 ziet de buitenwereld Machteld Rullens graag als ‘het dozenmeisje’. Maar dat is een incomplete beschrijving. Het gaat voor Rullens over zo veel meer, zoals gemeenschap of falen.
We hebben elkaar een aantal jaar geleden ontmoet, waar en wanneer weet ik niet meer. Wat me, toen en iedere keer als ik haar zie, opvalt is de onbekommerdheid waarmee ze door het leven gaat. De manier waarop ze door de ruimte banjert, vrij van vrouwelijk voorwenden en tegelijkertijd delicaat in de wijze waarop ze ervoor kiest haar interne wereld vorm te geven. Problematische tegenstelling, ik weet het. Wellicht mag ik het naïeve bewustzijn hier emuleren en het gat dat ik voor mezelf aan het graven ben wat dieper maken met behulp van een beschrijving van haar uiterlijk.
Het eerste werk dat ik me kan herinneren is een werk waar ze zelf op te zien is. Den Haag, 2013. De tentoonstelling Now or Never #2 in het GEM. Samen met andere afgestudeerde studenten van de KABK toonde Machteld Rullens er werk en ik kan me de drie foto’s die ze exposeerde nog goed voor de geest halen. Drie foto’s waar ze zelf op staat, drie objecten in de hand. Hoekig en concreet in twee van de drie gevallen. Tastbaar en permanent afgebeeld, twee- en driedimensionaal in verhouding tot elkaar. En dan het andere object: van glas, doorzichtig en rond en door het materiaal is er de suggestie van breekbaarheid.
Op de foto’s is het donkerbruine haar opgestoken, een keurige, rechte pony met twee losse plukken aan weerszijden. Gehuld in een donkerblauwe wollen kokerrok en een lichtblauw overhemd dat bijna van boven tot onder is dichtgeknoopt waarbij de stof van het bovenste geopende knoopje wat trekt. We praten over haar twee zusjes, van wie er één een kakuitstraling zou hebben. Ik vroeg of ze ook een kakuitstraling denkt te hebben. Daar moest ze niet lang over nadenken: ‘Het zou mij niet passen, twee polo’s over elkaar heen’. En ze voegde toe dat het er meer awkward uit zou zien, meer fashion en edgy. Te vertalen als scherp of gespannen. In plaats van scherp kies ik hier voor hoekig.
Overigens, toen ik de woorden ‘awkward book’ op Google intypte, simultaan op zoek naar een adequate Nederlandse vertaling en het boek Awkwardness (2010) van Adam Kotsko, was de derde zoekhit het boek Normal People (2018) van de Ierse sterschrijver Sally Rooney. Ik zie het als een teken. Rullens werkt aan een kunstenaarspublicatie, uitgegeven door Zolo Press, met beeld van haar studio, werk en de mensen die in haar leven voorkomen, onder wie haar ouders. Met name haar moeder, een onderwijzeres die zich gemakkelijk leent voor de vragen van haar dochter, staat veel en graag op foto’s. Op een foto van de ouderlijke slaapkamer ligt haar moeder in bed en leest Conversations with Friends, het debuut van Sally Rooney uit 2017. The New Yorker noemde Rooney ‘slim over mensen’, omdat het boek doorspekt is met observaties over de manier waarop mensen zich tot elkaar verhouden.
In de tijd dat ik aan deze tekst werkte stuurde Rullens me een artikel waarin de schrijver het had over transmensen, hoe zij hun lichaam als taal aanwenden en tot het uiterste gebruiken om zichzelf te kunnen zijn. Daar herkende ze haar eigen verlangen in terug. ‘In het verlengde van je lichaam gebruik je kleur en vorm tot het uiterste’, zei ze. Ze beeldt niet af maar maakt iets met verf, alsof heel de traditionele opvattingen over schilderkunst haar gestolen kunnen worden. Wat ook zo is. Het is een grap die serieus kan worden genomen, als het even zo uitkomt. Naïviteit grenzend aan zelfbewustzijn.
Ze stelde dat het citaat van Susan Sontag over de modus waarin je ernstig moet falen van toepassing was op de manier waarop ze naar haar eigen praktijk kijkt. Zit daar wat, in dat verlangen te falen? Josje Hattink, een van de kunstenaars van het kortstondige collectief The Holls waar ze ook deel van uitmaakte schreef haar scriptie bij de KABK in 2012 over falen en koos de op Samuel Beckett geïnspireerde titel ‘Fail to learn. Over de invloed van het falen op het proces van het kunstenaarschap en de artistieke ontwikkeling’. Misschien geeft het concept falen ruimte, net als de manier waarop er geen ouder werk meer te vinden is op haar website. Buiten een verwijzing naar de website van haar galerist en wat teksten is het een lege ruimte. Ooit stond het verleden er wel op, geschapen voor vluchtig bezoek van derden zoals het de meeste kunstenaarswebsites vergaat. Niemand die het werk meer kan zien of er wat van kan vinden als ze er toen niet zelf bij waren.
Betekent dit dat ze vindt dat ze faalde in haar werk voordat ze de dozen had gevonden waar ze in 2019 de Koninklijke Prijs voor de Vrije Schilderkunst mee won? Dozen die het goed en fijn maken om elke dag naar je studio te gaan en daar te werken; en met een beetje geluk op de fietstocht terug naar huis wat schatten in de container aan te treffen. Dozen die na een paar jaar nog steeds niet vervelen. Let wel: het falen en de ruimte die dit kan geven, is mijn interpretatie. Zelf heeft ze het over relevantie en projecten waar conceptueel te hard aan moest worden getrokken. Al denkt ze langzamerhand steeds meer aan een film, geschoten in Japan, die moet worden uitgewerkt waarin twee mensen elkaar voor de camera leren kennen, kleine en grote vragen aan elkaar stellen die eenieder in de ontwikkeling van een vriendschap stelt. Wie ben je? Waar kom je vandaan? Oftewel, hoe verhouden mensen zich tot elkaar. Slim zijn over mensen. Maar ook wat haar rol en belang is als cameratorsend mens in hun midden.
Ze stelde ook dat alles waar ze iets mee doet, alles wat ze aanraakt op een bepaalde manier kunst wordt. Is ze dan Midas die alles in goud verandert? Of zullen we het houden bij de term die ze zelf gebruikte, die van ‘een levenspraktijk’? Langdurig van iets bewust zijn, maken en bedenken. In die volgorde, anders was ze wel designer geworden. Over het verschil tussen designer en kunstenaar zegt ze dat het voor ouders van kunstenaars best moeilijk moet zijn om hun kind zich tot een professionele surprisemaker te zien ontwikkelen. Ik vind het een leuk idee, de dozen als surprises te zien. Alleen valt er niet zachtjes mee te schudden om te horen wat erin zit. Ze zijn glanzend en heel erg leeg. Met het affe en platte van een glanzend en uitgehard oppervlak; het onaffe en driedimensionale van een kartonnen doos. Sommige mensen denken haar nu te kunnen plaatsen als het ‘dozenmeisje’.
Het is beklemmend. De druk om wat nieuws te maken dat net genoeg anders is om de buitenwereld het als nieuw te laten registreren, en tegelijkertijd genoeg gelijkenis vertoont om onderdeel uit te maken van een duidelijke signatuur die op de voorgrond kan treden zodat niemand haar kan betichten van inconsistentie.
Vergeet echter niet dat ze iemand is die erop staat met de analoge camera van haar vader met harde flits te werken. Een flits die van een sculptuur iets tweedimensionaals maakt en de relatie tot het beeld op papier compliceert. Maar vooral een camera waar de rolletjes van moeten worden ontwikkeld, waarop moet worden gewacht, soms een etmaal of meer. Eindbestemming onbekend. In die zin zit het nog steeds dicht op de wortels van het oudere werk: performances met anderen die de vrije hand kregen, ad-hoc-films van gebeurtenissen met vreemden. Het zichzelf moeilijk maken als keuze. Ervan overtuigd dat het kunstwerken die enkel vanuit het concept worden benaderd vaak ergens aan ontbreekt. Voor haar gaat het meer over werken vanuit een liefde voor iets. En over het besef dat herhaling niet mogelijk is als experiment bedachtzaam wordt aangevallen
Van de eenzaamheid die ik op haar projecteerde, blijkt ze weinig last te hebben. Haar residentie bij de studio van de Franse kunstenaar Neïl Beloufa in Parijs demonstreerde het belang van het werken in een gemeenschap, het om zich heen hebben van een losse verzameling mensen die op hun eigen manier met hun eigen interesses bezig zijn. Gemeenschap. Het is de insteek van haar publicatie, waarin haar persoonlijke leven als kunstenaar en mens centraal staat. Haar gemeenschap bestaat uit hen, maar ook uit haar kunst en die van andere kunstenaars die zich als een voetbalclub aan elkaar hechten en onderdeel uitmaken van het achteraf opgepikte DNA van een gekozen familie.
Alix de Massiac
is redacteur bij Metropolis M en maakt podcasts