metropolis m

De interesse voor water stuitte afgelopen Biënnale van Venetië op sceptische reacties, gezien de vele vliegbewegingen die de tentoonstelling veroorzaakt. Het weerhoudt de grote tentoonstellingen er niet van het onderwerp te blijven agenderen. Agnieszka Gratza bezocht afgelopen twee jaar diverse van deze grote tentoonstellingen en bespreekt enkele van de voor haar meest sprekende praktijken.

Water, een leefomgeving en essentiële bron voor ons en andere soorten, die we voor onze eigen doeleinden hebben aangewend zonder aandacht te schenken aan de gevolgen van ons ingrijpen voor het milieu, krijgt steeds meer aandacht van kunstenaars en curatoren over de hele wereld. Dit is mede vanwege het toenemende bewustzijn van klimaatverandering, zeespiegelstijging en andere urgente ecologische problemen – van overbevissing tot het storten van kernafval in water en diepzeemijnbouw – die van invloed zijn op water, de afnemende kwaliteit ervan en toegang ertoe. Maar denk ook aan de aanhoudende migrantencrisis die de Middellandse Zee heeft veranderd in een massazeegraf. Een golf van recente biënnales en kunstevenementen waar het vloeibare element een algemeen thema of een thematisch onderdeel was, weerspiegelt deze aanzwellende interesse in water.1

Onder de titel The Shoreline Dilemma ging de inaugurele Biënnale van Toronto (begonnen in het najaar van 2019 biedt het de komende vier jaar een doorlopend programma) over de vraag: hoe luisteren we naar en leren we van het meer waaraan de stad gelegen is? In hun statement vestigden curatoren Candice Hopkins en Tairone Bastien de aandacht op ‘de radicale hervorming van de waterkant van de stad, die de rechten van land en water in twijfel trekt in het licht van een versnelde ontwikkeling’. Net als de architectuurbiënnale van Chicago (CAB), die gelijktijdig plaatsvond in een andere stad aan de oevers van een van de Grote Meren, gaf The Shoreline Dilemma een prominente plaats aan landerkenning; het onderkennen dat een bepaalde gebeurtenis plaatsvindt in de voorouderlijke territoria van verschillende inheemse Amerikaanse volkeren. ‘Rights and reclamations’, één van de vier tentoonstellingsthema’s van CAB, ging over de rechten van mensen en natuur, net als het project Great Lakes Water School (2016-nu) van kunstenaar Oscar Tuazon, dat in het kader van CAB tijdelijk van de Michigan State University naar Chicago verkaste.

Kunstenaars, curatoren, milieuactivisten en leiders van inheemse gemeenschappen hebben onderzocht wat de juridische dimensies zijn van vraagstukken die betrekking hebben op de vele gedaanten van water en in het bijzonder de noodzaak om een wettelijk kader te creëren ter ondersteuning van de groeiende Rights of Nature-beweging. De Whanganui-rivier in Nieuw-Zeeland, die in 2017 de juridische status van een persoon kreeg op grond van het feit dat de Māori-bevolking de rivier als hun voorouder en een levend wezen beschouwde, heeft in dit opzicht een precedent geschapen. De Ganges en de Yamuna, heilig voor het Indiase volk, en de rivier Atrato in Colombia volgden al snel. In 2019 resulteerde een grassrootsinitiatief in de stad Toledo, Ohio in de Lake Erie Bill of Rights, die het jaar daarop echter door een rechtbank weer werd vernietigd. Het concept van personificatie van ecosystemen, dat effectief is gebruikt om vervuiling tegen te gaan, is niettemin problematisch omdat het impliceert dat de enige manier om onze rivieren en andere wateren te beschermen, is door ze als mensen te gaan behandelen.

De poëtische verklaring van de Toronto Biënnale erkende onder meer ‘de vele verloren rivieren die onder ons door de stad stromen en het water voortdurend naar het zuiden verplaatsen. Deze rivieren verbinden ons allemaal, fysiek en mentaal, met het meer.’ In een poging om de stad te verbinden met de waterkant vond het grootste deel van het drie maanden durende programma van The Shoreline Dilemma plaats op locaties aan of dicht bij het meer. Twee van de verloren rivieren van de stad inspireerden kunstenaar Maria Theresa Alves’ tweeledige werk: Phantom Pain (2019), een buitensculptuur in de vorm van een meanderende rivier die in het gazon van Riverdale Park West is ingebed en het eigenzinnige traject van de rivier Don weerspiegelt voordat die in de jaren 1880 werd rechtgetrokken als onderdeel van de stadsplanning, en de installatie Garrison Creek (2019), bestaande uit jutezakken gevuld met aarde en bestempeld met de naam van de kreek, die bewoners rond het Bedford Park opriep om het gelijknamige water op te graven, dat in de jaren twintig plaats had gemaakt voor woningen.

Verzamelingen van water

Onder leiding van lokale initiatieven als Lost Rivers en Rising Rivers, werden tijdens The Shoreline Dilemma speciaal voor het publiek opengestelde wandelingen de verborgen waterwegen van Toronto onderzocht. Dat idee is niet nieuw. De in Londen gevestigde kunstenaar Amy Sharrocks bracht al jaren geleden de loop van zes ondergrondse rivieren in Londen in kaart in een reeks openbare wandelingen die vanaf juni 2008 een jaar lang plaatsvonden. Haar langdurige betrokkenheid bij de substantie waaruit ons lichaam voor meer dan de helft bestaat en die twee derde van de planeet beslaat, is samengesmolten in haar Museum of Water, een verzameling publiekelijk geschonken werken en verhalen over water die sinds de oprichting in 2013 bijeen zijn gebracht. Het Museum of Water (de naam verwijst naar Roni Horns Vatnasafn/Libary of Water, dat sinds 2007 permanent gevestigd is aan de noordwestkust van IJsland) was voor het eerst te zien in het Londense Soho ter gelegenheid van de tweehonderdste verjaardag van epidemioloog John Snow (1813-1858), die ontdekte dat cholera een door water overdraagbare ziekte was. Hij herleidde de oorsprong van een grote uitbraak in 1854 tot de waterpomp in Broad Street. Bij die gelegenheid installeerde Sharrocks naast de historische waterpomp een waterbar waar alleen kraanwater werd geserveerd.

Het museum heeft sindsdien rondgereisd, waarbij het doorgaans twee jaar op dezelfde plek blijft. Het kostte de kunstenaar en haar lokale medewerkers achttien maanden om het water te verzamelen dat te zien was in vintage kasten langs de muur van Het Gemaal op Zuid, het watergemaal in Rotterdam-Zuid, waar het Museum of Water in september 2016 zijn deuren opende. Er werd gewerkt met verschillende talen om zo de meertalige bevolking van een van de meest diverse buurten van Europa toegang te geven tot de collectie, die een archief van mondelinge geschiedenissen vormt. 

De verschillende incarnaties van Sharrocks Museum of Water tonen hoezeer de waterwerken verbonden zijn aan een bepaalde context. Elke nieuwe plek roept andere vragen op over water en vraagt daarom om een locatiespecifieke aanpak. Zo reisde het museum in West-Australië met een mobiele trailer door de staat en al snel werd duidelijk dat het niet genoeg zou zijn om de collectie in ouderwetse kasten te presenteren. In Ontario, de volgende bestemming van het museum, is waterverontreiniging een grote zorg. Bovendien geldt er een onevenredig aantal wateradviezen (zoals dat je water eerst moet koken voordat je het kunt drinken) op land dat is toegewezen aan inheemse gemeenschappen. Deze zomer zou het Museum of Water in Toronto openen als onderdeel van het Luminato Festival, maar de uitbraak van het coronavirus heeft roet in het eten gegooid. ‘We worstelen ons door een wereld die momenteel wordt beheerst door een pandemie die is veroorzaakt door de slechte zorg voor onze wereld’, merkt Sharrocks op. ‘Milieurecht raakt ons allemaal.’

Oceaanleven

Joan Jonas’ Moving Off the Land II, dat in 2019 was te zien op de Biënnale van Venetië, is de inaugurele tentoonstelling in de onlangs geopende Ocean Space van de TBA21-Academy, die is ontworpen om de activiteiten en die van aangesloten kunstenaars, wetenschappers, activisten en onderzoekers samen te brengen en wordt ondersteund door Francesca Thyssen-Bornemisza. Sinds de lancering in 2011 behartigt het rondtrekkende platform de belangen van de zee, waarbij gebruik wordt gemaakt van de taal van de kunsten. Er is een aantal expedities georganiseerd naar afgelegen bestemmingen, zoals Vanuatu, Papoea-Nieuw-Guinea, Frans-Polynesië en Tonga, aan boord van een speciaal vaartuig, de Dardanella, waardoor de deelnemers een zeldzaam inzicht krijgen in de milieuproblemen van elke specifieke, bezochte plek en de oceaan als geheel. De ervaringen, ontdekkingen en artistieke output zijn intussen gepresenteerd op biënnales en kunstmanifestaties. Moving Off the Land werd in 2016 in een eerdere vorm getoond op een openbaar plein in Kochi, India als onderdeel van een parallel evenement georganiseerd door de TBA21-Academy, ter gelegenheid van de opening van de Kochi-Muziris Biennale, gewijd aan onder andere water en verborgen rivieren.

Voor Moving Off the Land II heeft Jonas een deel van het materiaal uit haar solotentoonstelling They Come to Us without a Word in het Amerikaanse paviljoen tijdens de 56ste Biënnale van Venetië in 2015 opnieuw gebruikt. Daar voegde ze beelden aan toe die ze had gefilmd voor de kust van Jamaica en tijdens bezoeken aan verschillende aquaria en ook opnamen van biofluorescerende zeedieren uit het archief van mariene bioloog David Gruber. Hij maakte ook de hydrofoonopnames van potvissen waarvan de klikgeluiden het schip van de Chiesa di San Lorenzo vulden, waar Ocean Space nu gevestigd is. De bewegende beelden werden geprojecteerd op monitoren en schermen in vijf kijkdozen en installaties die horen bij Jonas’ serie My New Theatre (1997-heden), maar die speciaal gemaakt zijn voor deze tentoonstelling. Bovendien heeft Jonas met glasmakers uit Murano samengewerkt om een set min of meer heldere spiegels te maken en een glazen sculptuur die doet denken aan een aquarium.

De tentoonstelling is inmiddels afgereisd naar het Museo Nacional Thyssen-Bornemisza in Madrid. Joan Jonas zei in een toespraak aan de vooravond van een performance in het Prado afgelopen februari, dat ze ‘de wonderbaarlijke kwaliteit, niet de tragedie van de onderwaterwereld’ wil laten zien, omdat iedereen inmiddels wel weet dat plastic vervuilend is. De gelaagde performance, die voortkwam uit de ‘lezingdemonstratie’ waarmee Jonas in Kochi experimenteerde, deed precies dat. Het bracht de majestueuze schoonheid, veerkracht en intelligentie over van vissen en andere zeedieren die leven in het wild of in gevangenschap. Jonas’ tederheid jegens hen was voelbaar, vooral in de manier waarop ze performde te midden van hun geprojecteerde beelden, waarbij ze zich aanpaste aan hun bewegingen, glijdend langs hun vluchtige contouren, alsof ze een van hen was.

Uit het Engels vertaald door Loes van Beuningen

1 Water was ook onderwerp van de dertiende Sharjah Biënnale, getiteld Tamawuj (een zelfstandig naamwoord in het Arabisch voor een golf die aanzwelt en neerdaalt) de Art li Biënnale in 2018 in Finland, de vijftiende editie van de Biënnale van Lyon waarvan de titel was ontleend aan Where Water Comes Together with Other Water, de dichtbundel van Raymond Carver uit 1986.

Agnieszka Gratza

Recente artikelen