metropolis m

Public Image-Painting the City

De Tilburgse binnenstad als podium voor openbare schilderkunst: de tentoonstelling Public Image – Painting the City is vierentwintig uur per dag opgesteld in de openbare ruimte. Volgens de organisatie Fundament Foundation viert schilderkunst hoogtij, maar krijgt te weinig ruimte om buiten de grenzen van het kunstinstituut te treden. Daarom zijn zowel echte schilders als meer autodidactische straatkunstenaars uitgenodigd om hun werk in het openbaar te tonen. De kunstenaars hebben met elkaar gemeen dat ze in hun werk grootstedelijke elementen uit de populaire cultuur, de spelcultuur en de reclame gebruiken. Maar hoe kan schilderkunst zich staande houden buiten de beschutte wanden van een galerie of museum?

Public Image – Painting the City toont werk van Franz Ackermann, Huub van der Loo, Koen Delaere, Jessica Diamond, Benjamin Edwards, Hadassah Emmerich, Erik van Lieshout, Fabian Marcaccio, Jean-Luc Moerman, Os Gemeos en Dzine. Op verschillende punten in de stad wordt een tentoonstellingsplattegrond verstrekt, zodat de werken in een willekeurig parcours kunnen worden bekeken. Echter bijna nergens is een echte schildering te bekennen! De Amerikaan Benjamin Edwards bouwt met een driedimensionaal computerprogramma een stad op. Diverse kenmerkende ketenlogo’s tonen een modulair sjabloon dat op Tilburg maar ook op iedere andere Nederlandse stad past.

Jean-Luc Moerman beplakt het Tilburgse stadhuis met amoebevormige vinylstickers. Vooral op de ramen van de bestuursvleugel breidt het zich als een virus uit. Jessica Diamond en Huub van der Loo doen driedimensionale ingrepen in de binnenstad. Diamond maakte een ‘stofgracht’, verwijzend naar het textielverleden van Tilburg. De Telexstraat schilderde zij blauw en in de golven van de gracht die zij hiermee creëerde weeft zij zinnen tot een gedicht over ‘schering en inslag’, ofwel man en vrouw in copulerende toestand. Van der Loo brengt voor Scaffolding I,II en III in verschillende kleurvlakken steigergaas aan op gebouwen in een patroon dat doet denken aan het computerspel Tetris. Helaas is het werk van Van der Loo, hoe mooi het idee ook is, te bescheiden geïnstalleerd. De gedempte kleuren en de beperkte maat maken dat het werk zich onvoldoende onderscheidt van het gangbare beeld van een bouwplaats. Ook het werk van Edwards en de schildering op hardboard van Ackermann verdwijnen als postzegels op respectievelijk de brede gevel van de schouwburg en een enorme pergola op het Koningsplein.

De Argentijn Marcaccio is eigenlijk de enige die echt met de schilderkunst als medium speelt. Zijn ‘paintants’ zijn geprinte doeken waarin siliconen verfstreken uit ‘het schilderij’ breken. De andere werken van de schilders uit het gezelschap zijn geprint op doek en opgespannen op een stalen frame waardoor ze aansluiten bij de beeldtaal van billboards. Voor dit Tilburgse experiment zou het echter overtuigender zijn geweest om de paar echte schilders uit de selectie kunstenaars in ieder geval te laten doen waar ze in uitblinken: daadwerkelijk met ‘verf op muur’ werken, in plaats van de expanded-printed-paintings. Dat geldt vooral voor het werk van Van Lieshout en Hadassah Emmerich. Hun werk moet ‘in het echt’ gezien worden, zodat je kunt ‘voelen’ hoe en wat er geschilderd wordt. Van Lieshout hangt zijn tekeningen bij voorkeur met punaises aan de muur, wat moeilijk realiseerbaar is in de openbare ruimte: al kon het dan in directheid concurreren met een aanplakposter.

Degenen die meer thuis zijn op straat zijn de Braziliaanse tweeling Os Gemeos en de Amerikaanse Dzine, omdat ze beiden wortels hebben in de graffiti. Van hen zijn de enige ‘live’ schilderingen te zien. Os Gemeos (Otavio en Gustavo Pandolfo) is een belangrijke vertegenwoordiger van de Braziliaanse graffiti. Hier ontwikkelde zich een eigenwijze stroming, los van het New Yorkse voorbeeld, die een van de meest vitale graffitiuitingen van dit moment is. Beïnvloed door traditionele houtsnedes uit de Noord-Braziliaanse beeldcultuur bestaat de Braziliaanse graffiti uit een dynamische mix van abstracte letterstructuren (pixaçao), complexe cartoons (Os Gemeos), interacties in de openbare ruimte (Alexandre Orion) en toepassing van verschillende technieken door elkaar. Deze graffitischrijvers draaien hun hand er niet voor om alla fresca hun werk aan te brengen en een juiste visuele impact op te voeren in de stedelijke omgeving. Tilburg heeft nu drie immense figuren die zich schuil houden achter een muur. Dzine nam de kapelhof onder handen door de muren te beschilderen zodat het kapelletje omheind werd met een psychedelische tekening van bloemen, roze luchten en cartoons.

Het succes van de straatkunst geeft op pijnlijke wijze aan dat het werk van de andere kunstenaars onvoldoende zichtbaar is en dat het werk aan zeggingskracht inboet, zodra het met het visuele decor van de stad moet concurreren. Op naar het volgende experiment maar.

Bregje van Woensel

Recente artikelen