R&Sie(n)
R&Sie(n)
Het architectencollectief R&Sie(n), opgericht in Parijs door de Franse architecten
François Roche, Stéphanie Lavaux en Jean Navarro, ontwikkelt sinds een jaar of vijftien een hybride architectuur die zich richt op experiment en het anticiperen op de omgeving. Zo realiseerden R&Sie(n) onder meer een camouflagehuis in Zuid-Frankrijk (La Maison Barak), ontwierpen ze voor de Parijse wijk La Défense een ‘reactieve’ toren voor Electricité de France (Unplug Tower) en recent, voor het bouwterrein van een museum voor hedendaagse kunst in Bangkok, een gebouw waarvan de omhulling zal worden gevormd door de luchtvervuiling van de stad (Dustyrelief). De constructies van R&Sie(n) ontstaan ook vaak in samenwerking met kunstenaars. Voor Pierre Huyghe bedacht François Roche het gemeenschapscentrum Streamside Day Follies en met Philippe Parreno bouwde hij Hybrid Muscle, een generatorgebouw voor het project The Land van Rirkrit Tiravanija in Thailand, een vrij territorium midden in de rijstvelden waar Tiravanija samen met andere kunstenaars een laboratorium heeft opgezet om te experimenteren met een zelfvoorzienende manier van leven.
In het Couvent des Cordeliers heeft R&Sie(n) zich geïnstalleerd binnen de houten wanden die een paar maanden eerder door Tiravanija waren opgericht voor zijn eigen retrospectieve tentoonstelling: A Retrospective (Tomorrow is Another Fine Day) die er tot eind maart te zien was. De bezoekers werden toen geconfronteerd met een lege ruimte, gedeeltelijk een kopie van de eerste verdieping van het Musée d’Art Moderne de la Ville de Paris, waar gidsen en geluidsopnamen verschillende lezingen van het werk van Tiravanija gaven. De tentoonstelling die R&Sie(n) maakte in samenwerking Benoît Durandin sluit bewust aan op de herinnering aan die verhalen, door de uitdaging aan te gaan er een nieuwe fabel, of liever gezegd gerucht, aan toe te voegen. Dat gerucht heet I’ve heard about a flat, fat, growing urban experiment; een utopische stad die zich ontwikkelt volgens heterogene, veelzijdige en tegenstrijdige scenario’s en die zich verzet tegen het idee dat voorspeld kan worden welke vorm zij zal krijgen of hoe haar toekomst wordt bepaald.
Om dit ‘gerucht’ gestalte te geven ontwierp R&Sie(n) een installatie die het midden houdt tussen een architectonisch ontwerp en een tentoonstelling, een medium dat met zijn fragmentarische, verhalende karakter functioneert als een onderzoek naar flarden en onderdelen van een parallelle wereld, toegankelijk voor elke bezoeker die deze fictie als realiteit wil aanvaarden. Bij het betreden van de installatie is een film te zien over een kind wiens dromen, angsten en aftelversjes in de stad weerklinken en laten maquettes zien hoe I’ve heard about…© kan uitgroeien tot een bestaande, stedelijke structuur, terwijl op animatievideo’s de Viab – een bouwmachine, maar ook wezenlijk onderdeel van de structuur – en de expanderende, stedelijke vorm te zien zijn. De kinderstem is voortdurend te horen. Verderop staat een prototype op schaal van een van de woningen van de stad, die bezoekers uitnodigt voor een hypnose door middel van tussengevoegde schermen. In dit ‘stolsel’ dat eruit ziet als hersenen, maakt het mechanisme iedereen bewust van zijn vermogen zelf beelden van de ontwikkeling van de stad op te roepen.
Door zich te beroepen op fictie als onderzoeksdrijfveer, is R&Sie(n) nauw verwant aan de ontwerpcultuur uit de jaren zestig en zeventig van de aanhangers van radicale architectuur. Maar het Parijse collectief zet tegenover de superstructuren van voorgangers als La Ville Spatiale (2001) van Yona Friedman en The Continuous Monument (1969) van Superstudio een filosofie die is gevoed door de macht van de massa’s van Toni Negri, doordrenkt met de cyberpunk sciencefiction van Bruce Sterling en versterkt door de hedendaagse, technologische verwarring van Open Source. Deze praktijk, waarmee in informaticasystemen als Linux wordt geëxperimenteerd, geeft iedereen de kans zijn steentje bij te dragen aan een collectief bouwwerk, dat tot stand komt dankzij een collectieve intelligentie die R&Sie(n) in Le Protocole Territorial van I’ve heard about…© met de naam swarm intelligence (groepsintelligentie) aanduidt. Le Protocole Territorial, een klein wit boekje, dat op de tentoonstelling wordt uitgedeeld en dat gedownload kan worden, geeft een momentopname van de regels voor de bewoning en de bouw die gelijk opgaan met elkaar, van I’ve heard about…©. Deze voorschriften liggen in elk geval niet vast want ze bezielen een stedelijke vorm die voor zijn ontstaan niet meer afhankelijk is van de controle door enkelen, maar van een geheel van individuele interventies. Met zijn emoties, zijn prikkels, is elk van de bewoners tegelijkertijd vector en beschermer van de complexiteit van een zich voortdurend evoluerende vorm, waarvan het bestaan verbonden is met het einde van de grote verhalen, met de objectieve erkenning van klimatologische veranderingen, met de argwaan tegen elke moraal – ook als die milieubewust is -, met de beroering van sociale fenomenen en met de noodzaak om de democratische mechanismen te vernieuwen. Een bio-politieke utopie, hier en nu.
I’ve heard about…a flat, fat, growing, urban experiment7 juli tot en met 9 oktober
Musée d’Art Moderne de la Ville de Paris, Couvent des Cordeliers
Olivier Michelon