metropolis m

De oorlog in Oekraïne maakt weer eens duidelijk hoe nauw politiek en kunst met elkaar verbonden zijn. Programma’s met Russische kunst worden gecanceld, dependances van Russische instituten in het Westen al dan niet tijdelijk gesloten, veilingen met Russische kunst afgelast. In Amsterdam sloot de Hermitage tot nader order zijn deuren, op de komende Biënnale van Venetië gaat het Russische paviljoen niet open. De curator, Raimundas Malasauskas, een Litouwer nota bene, vindt de oorlog onverdraaglijk en het vooruitzicht om als burger van een voormalige Sovjetstaat opnieuw te moeten leven onder het imperiale regime van Rusland afschuwwekkend.

Malasauskas vraagt ter nuancering ook begrip voor Russische kunstenaars, die niet kiezen voor deze oorlog. ‘Het is niet makkelijk om te leven onder oorlogszuchtigen’, zegt hij in een verklaring, ‘zeker voor hen die verkiezen wegen te bewandelen buiten normatieve structuren.’ Het is alsof hij nu weliswaar de deur dichtdoet, maar de kunstenaars niet helemaal wil cancelen. De Russische deelnemende kunstenaar Kirill Savchenkov houdt het simpel: ‘Er is geen plaats voor kunst als burgers sterven door het vuur van raketten, inwoners van Oekraïne zich moeten verbergen in schuilkelders en Russische demonstranten het zwijgen krijgen opgelegd.’ Hij heeft Venetië niets te bieden op dit moment, en er ook niets te zoeken.

La Biennale, de organisatie van de Biënnale van Venetië is niet zo resoluut. Zij verklaart op de eigen website: ‘La Biennale di Venezia zal haar deuren niet sluiten voor degenen die opkomen voor de vrijheid van meningsuiting en zij die demonstreren tegen het verachtelijke en onaanvaardbare besluit om een soevereine staat en zijn weerloze bevolking aan te vallen. Zij die zich tegen het regime verzetten zullen altijd welkom blijven.’ Om hun woorden kracht bij te zetten stelt de organisatie alles in het werk om het eveneens afgelaste Oekraïense paviljoen wél doorgang te laten vinden, ook al heeft de betreffende kunstenaar, die in het zwaar beschoten Charkov woont, al eerder aangegeven dat praktisch onmogelijk te achten.

Je kunt je afvragen wat de open vredelievende dialoog die de organisatie graag promoot precies betekent in deelnemende landen als Venezuela, Syrië en Saoedi-Arabië, of Kazachstan en Kirgizië. Het zijn landen die nog dagelijks geweld gebruiken om wat La Biennale ‘dialoog en vrede’ noemt uit de weg gaan. Zou er in de genoemde paviljoens door de kunstenaars werkelijk in alle openheid gecommuniceerd mogen worden, zoals La Biennale ons belooft? Of zijn hier toch andere belangen in het spel?

Het is elke editie van de Biënnale weer een hele puzzel om uit te zoeken wie in welk land precies wat of wie vertegenwoordigt en waarom. De statelijke representaties worden regelmatig verzorgd door allerlei tussenpartijen en bemiddelaars wier relatie tot de gerepresenteerde staat niet altijd even direct en vanzelfsprekend is. Ook de financiering is vaak uitbesteed aan banken en andere geldschieters met weer andere belangen. Bijvoorbeeld Oekraïne, waarvan het paviljoen al vele edities wordt verzorgd door een plaatselijke oligarch, Viktor Pinchuk, die rijk is geworden als staalproducent. Of neem Polen, een van de meest xenofobe landen in Oost-Europa, dat zich dit keer laat vertegenwoordigen door een Romakunstenaar. Wat voor politieke keuze schuilt hier achter?

In onze aan Venetië gewijde bijlage pretenderen we niet alle, maar wel enkele achterliggende motieven en programma’s te ontrafelen. Om te beginnen van Nederland zelf, dat besloot de Giardini een keer te verlaten en dit jaar kiest voor een vrijwillig ballingschap in een kerkje diep verstopt in de lagune-stad.

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen