metropolis m

In het huidige postindustriële tijdperk zijn ons brein en onze geest de nieuwe fabrieken. De nadruk lig niet langer op de productie van materiële gebruiksvoorwerpen, maar is in het zogeheten cognitief kapitalisme verschoven naar immateriële arbeid in de vorm van kennis, informatie en affecten. Onze tijd en aandacht zijn daarbij kostbaardere grondstoffen geworden dan steenkool en ijzererts. Deze transitie werd met name in gang gezet door de ontwikkeling van het world wide web, die het ‘cognitariaat’ (de cognitieve variant van het proletariaat) vanuit alle hoeken van de wereld met elkaar in verbinding bracht. Onze smartphones zorgen er vervolgens voor dat wij altijd en overal met het internet verbonden zijn, zodat de scheidslijn tussen werktijd en vrije tijd compleet vervaagd is. Ook in onze vrije tijd scrollen en liken we op Facebook en Instagram terwijl ons surfgedrag gemonitord en geanalyseerd wordt door computeralgoritmes en artificiële neurale netwerken om vervolgens gebruikt te worden voor het generen van kapitaal.

Zoals Jacques Rancière deed inzien, middels zijn begrip ‘the distribution of the sensible’, is dit een wederkerig proces. De media – in handen van grote bedrijven – oefenen op hun beurt een homogeniserend effect uit op onze waarneming, en dus op hetgeen gezegd of gedacht kan worden. Breng dit in verband met het inzicht uit de neurowetenschap dat het brein maakbaar is, en men komt tot de conclusie dat het Taylorisme in de eenentwintigste eeuw niet langer te maken heeft met het stroomlijnen van het productieproces (middels de lopende band), maar met de optimalisatie van ons brein. Die dan zo efficiënt mogelijk kan dienen als tandrad in de globale machine van het cognitief kapitalisme. 

Met zijn Glossary of Cognitive Activism biedt kunstenaar en theoreticus Warren Neidich de lezer een verbaal arsenaal om vat te krijgen op de huidige situatie. Maar de situatie begrijpen is niet genoeg. Met de felrode kaft van het boekje bekent Neidich politieke kleur alvorens de lezer deze openslaat. In zijn overduidelijk Marxistisch getinte, activistisch project spoort Neidich de nieuwe arbeidersklasse, die hamer en sikkel lijken te hebben ingeruild voor laptop en smartphone, aan om in verzet te treden tegen de onderdrukkende krachten van het kapitalisme.

Behalve een beschrijving van de status quo schetst Neidich ook een angstaanjagend, dystopisch toekomstbeeld. Zogeheten brain-computer-interfaces (BCI’s) koppelen onze hersenen hierin direct aan het Internet of Everything, een evolutie van het Internet of Things waarbij de cognitieve arbeider geheel ingelijfd is in het apparatus van het kapitalisme en zijn of haar bewuste en onbewuste gedachten direct gemonitord en geanalyseerd kunnen worden. Dit zonder de verhullende en vertragende tussenkomst van muizen, toetsenborden, touchscreens en computermonitoren. Het resultaat is een society of control waarin het subject in zijn geheel gesubsumeerd is, een staat die Neidich – als variant op Jeremy Benthams ‘panopticon’ – het ‘Statisticonnoemt. Hoewel dit als sciencefiction klinkt, zijn militaristische organisaties als DARPA en durfkapitalisten als Elon Musk momenteel druk bezig met de ontwikkeling van dit soort technologieën (projecten met namen als Neural Dust en Neuralink). Volgens recente prognoses zullen in het jaar 2024 investeringen in BCI’s oplopen tot het astronomische bedrag van 1,2 triljoen dollar.

Een belangrijk begrip in Neidichs woordenlijst is ‘neuropower’, een afgeleide van Michel Foucaults ‘biopower. Het beschrijft de normaliserende en commodificerende kracht die het kapitalisme op ons brein uitoefent. Echter heeft neuropower ook een emancipatoir potentieel. Hier stuit de lezer op de belangrijke rol die volgens Neidich is weggelegd voor kunst. Kunst, ofwel ‘artpower’, kan nieuwe, afwijkende paden in onze hersenen aanleggen en zo de complexiteit en variabiliteit in onze neurale opmaak bevorderen. Zo ziet Neidich onder andere een bevrijdend potentieel in concepten als ‘ruis’ (noise), ‘collage’, ‘improvisatie’ en ‘kansprocessen’, waarmee hij teruggrijpt naar de artistieke experimenten van de dadaïsten en de Fluxusbeweging uit de vorige eeuw. ‘Het luisteren naar kabaal en ruis vertelt ons dat er een wereld is die voorbijgaat aan de structuren waar wij deel van uitmaken en die een deel van ons uitmaken’, aldus Neidich. 

Deze elementen komen samen in Neidichs performance Scoring the Tweets, onlangs te zien tijdens zijn solotentoonstelling Rumor to Delusion in de Zuecca Project Space in Venetië. In deze geïmproviseerde performance laat hij muzikanten 196 fake news-tweets van Donald Trump opvoeren die, middels een collagetechniek geleend van de surrealisten, omgevormd zijn tot bladmuziek.

Ook het woordenboek zelf kan gezien worden als een vorm van cognitief activisme. ‘In een tijd waarin onze aandacht is versnipperd door een overvloed aan media en input, en mensen het moeilijk vinden om langere tijd lineair een tekst te lezen, bieden woordenboeken een alternatief model om informatie te vergaren’, stelt Rick Poynor in zijn essay ‘Love of Lexicons’ (2010). Hoewel de keuze voor een format waarin kennis in behapbare brokjes informatie is opgedeeld, in eerste instantie een voetval lijkt naar onze huidige aandachteconomie, kan men deze keuze ook interpreteren als een strategische zet om de logica van het cognitief kapitalisme tegen zichzelf aan te wenden. Daarbij laat de open structuur van het lexicon een veelvoud aan vrijheidsgraden toe voor de lezer om op rizomatische wijze zijn eigen narratief te vormen, wat indruist tegen de homogeniserende werking van het kapitalisme.  

Hierbij is het wel opvallend dat Neidich voor een gedrukte uitgave koos. Het internet is het primaire platform waar de krachten van het cognitief kapitalisme zich manifesteren en dus voelt een paperback wat archaïsch aan – zeker gezien Neidich’s erkenning van het belang van ‘the commons’. Een e-boek is goedkoper en gemakkelijker (gratis wellicht?) te verspreiden, wat het activistisch potentieel alleen ten goede zou doen. Ook behoudt hij zo de mogelijkheid tot hyperlinks en tot verdere toevoegingen aan de begrippen. De keuze voor print lijkt voornamelijk gemotiveerd door het feit dat Neidichs Glossary de eerder in print verschenen Psychopathologies of Cognitive Capitalism-reeks moet vergezellen. Gezien deze edities enkele tijd na uitgave vrij toegankelijk op Neidichs Academia-profiel verschenen, is de kans groot dat de Glossary hetzelfde lot beschoren is. Mocht je momenteel financieel uitgekleed zijn door het kapitalisme, dan wordt je geduld wellicht beloond.

Een onlinepublicatie biedt eveneens de gelegenheid om de opmerkelijke hoeveelheid schoonheidsfoutjes (typfoutjes, stijlfouten, naar niets verwijzende items in de legenda en deviaties in de alfabetische volgorde) die het boek rijk is, op te poetsen. Het boek wekt hierdoor bij mij (mede geïnformeerd door een bijgewoonde lezing van Neidich) de impressie op van een rant, zoals we die bijvoorbeeld kennen van Youtube-complottheorist Alex Jones. 

Jones figureert in Neidichs recente videowerk Pizzagate: From Rumor to Delusion. De video doet middels een digitale collage verslag van het Pizzagate schandaal waarbij tijdens de afgelopen Amerikaanse verkiezingen een lastercampagne tegen Hillary Clinton, geïnitieerd door aanhangers van Trump, uitliep op een complottheorie waarin beweerd werd dat Clinton onderdeel uitmaakte van een internationale kring kindersekshandelaars die opereerde vanuit de kelder van de Comet Ping Pong pizzeria in Washington. Hoewel deze complottheorie ontstond op digitale platforms als 4chan, Reddit en Twitter, verwierf het verhaal momentum toen het kort daaropvolgend werd opgepakt door verschillende ‘nieuwskanalen’ als Jones’ Infowars. 

Met hun sensationele theorieën spelen complottheoristen als Jones in op de emoties van de kijker om zo meer clicks te genereren. Dat fake news verhalen echter real-life effecten kunnen hebben, wordt op wrange wijze duidelijk in het Pizzagate schandaal. Zoals in Neidichs lexicon te lezen valt, reist op 4 december 2016 een 28-jarige vader van twee kinderen met een semiautomatisch geweer af naar de Comet Ping Pong pizzeria om eigenhandig gerechtigheid te brengen in de Pizzagate affaire. Daar aangekomen ontdekt hij dat de pizzeria helemaal geen kelder heeft. Aan The New York Times vertelt hij dat hij voorafgaand aan zijn reis Jones’ rapportage had gezien. 

Om Neidich te bestempelen als een complottheorist gaat wellicht te ver. Het is immers lovenswaardig hoe Neidich op ingenieuze en transdisciplinaire wijze concepten uit de neurowetenschappen, informatica, filosofie, economie, politicologie en kunst met elkaar verbindt. De bronnenlijst liegt er ook niet om. Echter besluipt mij ook hier het gevoel dat Neidich zich doelbewust de logica van het cognitief kapitalisme toe-eigent, om deze tegen diens onderschikkende krachten in werking te stellen. Met zijn angstaanjagende toekomstvisie speelt Neidich in op de emoties van de lezer en spoort deze zo aan om in actie te komen. Toen ik mijn interpretatie aan Neidich voorlegde, kreeg ik een ontwijkend antwoord; een overduidelijke red flag.

The Glossary of Cognitive Activism Warren Neidich, The Glossary of Cognitive Activism, 2019, Archive Books, ISBN 978-3-943620-51-1

Nim Goede

is promovendus bij ASCA (Amsterdam School for Cultural Analysis, UvA)

Recente artikelen