Thuis weg van huis – wat betekent reizen voor het kunstenaarschap?
De kunstenaar Christian Nyampeta, die zijn reizen over de wereld veel Nederlandse kunstenaars tegenkomt, stelde voor met ze in gesprek te gaan over internationalisme in de beeldende kunst. Als eerste spreekt hij met Wendelien van Oldenborgh die sinds een jaar in Berlijn verblijft.
Op basis van je ervaringen als kunstenaar, wat zijn de concrete voordelen van deze mobiliteit en wat zijn de nadelen ervan? Hoe krijgt je werk hierdoor vorm?
‘Eigenlijk ben ik nooit eerder naar een residency geweest, zoals nu zo gebruikelijk is voor kunstenaars, tot een paar jaar geleden, toen ik werd uitgenodigd om meerdere keren naar Berlijn te komen. Ik gebruikte de residency om te leren werken in Berlijn, maar de werken die ik maakte terwijl ik “weg” was gingen over een andere plek. De film La Javanaise, die ik in het Tropenmuseum in Amsterdam heb geschoten, werd gedeeltelijk ontwikkeld terwijl ik in 2012 in AIR Berlin Alexanderplatz woonde. From Left to Night, die ik in 2015 in Londen heb gefilmd, werd geproduceerd tijdens mijn residency bij DAAD. Ik was al begonnen met de processen voor beide werken voordat ik in Berlijn aankwam. Misschien kunnen we zeggen dat de residenties hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de werken door de andere invloeden, andere hulp- en adviesbronnen, andere toegankelijke discoursen dan wanneer ik op dat moment in Rotterdam was gebleven.’
Hoe draagt het werk van mensen die in het buitenland werken bij aan of oefent zelfs invloed uit op degenen die thuisblijven? Op welke manier beïnvloedt je verblijf in het buitenland de manier waarop je gezien en herinnerd wordt door het thuisfront?
‘Ik vraag me af wanneer we “in het buitenland” zijn en van wie we “weg” zijn. Toen ik wegging van de plaats waar ik ben opgegroeid en ergens anders ging wonen? Toen ik weer wegtrok van die plek naar nog een ander land? Ging ik toen “naar het buitenland” ten opzichte van de vorige plek? Of was ik nog steeds “in het buitenland”, weg uit Nederland? En toen, nadat ik langere periodes in twee andere landen heb gewoond, kwam ik “terug naar huis” toen ik naar Rotterdam verhuisde? Of was het gewoon nog een andere verhuizing? Ik had het niet verwacht, maar teruggaan naar Nederland was als “thuiskomen”. Thuis is een plek waar de onderliggende codes zo vertrouwd zijn dat je je anders beweegt en verantwoordelijk voelt voor de spanningen die er zijn. Wat betekent “thuis” nog meer? Er is een naaste omgeving en er is een abstract beeld van “de plek”, “het land”. Er is daarnaast een transnationaal netwerk van vrienden en collega’s dat ook een basis vormt en een zeker “thuis” is voor het werk en het discours waaraan we deelnemen. Misschien ben ik slechts één keer echt “verhuisd”: toen ik Rotterdam verliet om in 1982 te gaan studeren in Londen. Vreemd genoeg was ik toen zo jong dat ik het niet echt ervoer als weg van “mijn samenleving”. Dat kan ook te wijten zijn aan het feit dat het in de jaren tachtig was en dat mijn verwachtingen volledig werden beïnvloed door een punkhouding ten opzichte van het leven.
Doordat ik me op mijn gemak voel bij overgangen en verbindingen ben ik van daar weer verder gegaan: naar Frankrijk, naar België, naar Duitsland, waarbij ik mezelf telkens administratief en misschien daarom ook emotioneel verbond met de plek. Daardoor ontstond een gevoel van “thuis” waar je kunt zijn en van weg kunt gaan. Ondanks al deze verhuizingen in de periode voor mijn recente lange verblijf in Nederland, heb ik nooit het gevoel gehad dat mijn werk iets kon bijdragen thuis, oftewel in Nederland. Maar nu zie ik dat anders. Het is duidelijk dat ik tijdens dit langere verblijf in het buitenland een oeuvre heb opgebouwd dat betrekking heeft op de plaats, de structuur, de spanningen en mijn eigen relatie ermee en de relaties erin. Nu ik weer “weg” ben, voel ik me nog steeds diep verbonden daarmee. Maar op welke manier deze bijdrage effect heeft, dat weet ik niet. Zou ik het wel weten wanneer ik niet “weg” of “in het buitenland” zou zijn? Het enige dat ik kan zeggen is dat we soms een duidelijker beeld hebben van iets vanuit een nieuw perspectief en met invloeden die niet verweven zijn met het ding waar we naar kijken of aan denken. Voor mij helpt “weg zijn” om onbekende tools te gebruiken om een schijnbaar vertrouwde situatie te lezen vanuit een nieuw perspectief.’
Je hebt het over spanningen bij een vertrek naar je thuisland of naar het buitenland. Dat houdt in dat we de normen van de samenleving die we achter ons laten ter discussie stellen. Hoe doe je dat als kunstenaar?
‘Via speelse aanpassing, ik speel met identiteit. Dit wordt het duidelijkst in het gebruik van taal. Ik hou ervan om verschillende talen te spreken en vorm te geven aan verschillende zelven. Als we eenmaal de normen ter discussie stellen waar we door gevormd en gesocialiseerd worden, is het prettig om daar ver vandaan te zijn en je vrij te voelen om nieuwe gewoonten en manieren aan te nemen om jezelf uit te drukken.’
In je films creëer je visuele geografieën, waarbij de tijdelijke woonplaats de filmset is. Verschillende ‘thuizen’ en ‘landen’, vertegenwoordigd door de gasten, de crew, de verschillende onderwerpen en expertises, komen samen, confronteren elkaar, overlappen elkaar en vertrekken vervolgens weer. Het filmen van sommige werken was zelfs een publiek evenement, zoals bij Maurits Script (2006) en Beauty and the Right to the Ugly (2014). De films onthullen de sporen van het maken: de cast en de crew zijn allebei tegelijkertijd zichtbaar en de technische uitrusting bevindt zich ook in het frame. Het is alsof je vreemdelingen uitnodigt in je slaapkamer, keuken of badkamer.
‘Ja en in die betekenis van het concept “thuis” wordt het “thuis” vergroot door “buiten” binnen te laten.’
Je films, zoals Instruction (2009) en La Javanaise (2012), dragen bij aan het bewustzijn van de conflicterende historische wederkerigheid tussen Nederland en wat als ‘buitenland’ wordt gezien. In je werk begint Nederland al in verre gebieden, maar ook in tijdperken die ver weg staan van ons heden. Hoe kun je als kunstenaar navigeren in deze discursieve uitbreiding van geschiedenis en geografie?
‘Dit is een heel mooie vraag, die ons ertoe brengt om over tijd en ruimte te spreken op de manier zoals bijvoorbeeld Denise Ferreira da Silva dat doet in haar essay “The Racial Event of That Happens Without Time”, waarin zij schrijft: “I move to abandon temporal thinking, which imposes and necessitates the presumption of separability, and move to read back-then and the over-there as constitutive of what happens right-now and right-here and what is about to happen.” Ik denk dat vooral filmmaken, met de mogelijkheden om te editen en meerdere lagen te maken, de potentie heeft fysieke afstand en tijd ineen te laten storten, om het hier en nu te ervaren, op een manier die we kunnen begrijpen zonder na te denken. Ik werk graag met experimentele vormen van filmmaken om het nu te benaderen met deze mogelijkheden.’
Christian Nyampeta
is kunstenaar en filosoof
Uit het Engels vertaald door Loes van Beuningen
Christian Nyampeta
is kunstenaar en filosoof