Tilburg Underground
Tilburg is een van die steden waar je nooit toevallig belandt. De zesde stad van het land kent geen grote knooppunten en is geen doorreisbestemming. Een bezoekje is een bewuste keuze. De laatste jaren is daar steeds meer reden toe. Er broeit iets in de Kruikenstad. Hedendaagse beeldende kunst zit er in de lift. De recente opening van Park in het oude atelier van Guido Geelen is daar het meest recente bewijs van. Na Kunstpodium T en Whatspace is Park het jongste kunstenaarsinitiatief met groeipotentieel.
Als oude industriestad heeft Tilburg het adagium ‘niet lullen maar poetsen’ hoog in het vaandel. Ook al heeft de industrie de stad vanaf de jaren zestig volledig verlaten, er heerst nog altijd een sterk arbeidsethos vergelijkbaar met dat in Rotterdam. Maar waar de hardwerkende Rotterdammer vooral bekend staat als tegenhanger van de ouwehoerende Amsterdammer, daar handelt de onbesproken Tilburger vooral uit de noodzaak zelf wat van zijn stad te maken.
Naar het schijnt komen er relatief veel bekende kunstenaars uit Noord-Brabant. De provincie wil hier meer ruchtbaarheid aan geven en voert een actief beleid om de zichtbaarheid van de Brabantse culturele sector te vergroten. Voor het gemak werd de vijf grote Brabantse steden elk een specifieke culturele functie toegekend. Deze is het meest uitgesproken in het geval van Eindhoven, dat bekend staat als designstad. De culturele functie van Tilburg is minder vanzelfsprekend. ‘Muziekstad’ lag voor de hand met de popacademie en 013, het grootste poppodium van het zuiden. Maar ook ‘dansstad’ en ‘circusstad’ passeerden recentelijk de revue. Gegeven het zeer diverse aanbod aan opleidingen van de Fontys Hogeschool van de Kunsten zou ‘kunsteducatiestad’ evenmin misstaan.
Deze stuurloosheid zou volgens Koen Delaere van Whatspace wel eens de verklaring kunnen zijn waarom een aantal Tilburgers zelf richting is gaan geven aan de cultuur van hun stad: ‘Die ongedefinieerdheid is wel Tilburgs. Misschien niet typisch Tilburgs, maar het zou best kunnen dat de mensen hier de energie geeft om het dan maar zelf te gaan doen.’
Op het raakvlak tussen arbeidsethos en cultuur ontstaan nieuwe initiatieven en instellingen. In 2005 was dat Incubate (toen nog het festival ZXZW), dat begon als muziekfestival met een nadruk op punk en noise. Via de in de noisemuziek gebruikelijke performances ontstond de behoefte om meer met beeldende kunst te gaan doen. In dat kader nodigde het festival in 2009 kunstenaar Herman Nitsch (1938) uit om een performance te doen, waarmee het zich ook een plek in scene van de beeldende kunst toe-eigende. Stergast afgelopen keer was Santiago Sierra (1966). Naast het festival wordt onder andere vier keer per jaar een pop-up tentoonstelling georganiseerd onder de naam Flexpo waarin een mengeling van lokaal en internationaal talent wordt getoond. De Nederlandse kunstenaar Rafaël Rozendaal (1980) exposeerde er onlangs.
Het eerste kunstenaarsinitiatief dat zich in Tilburg vestigde was Kunstpodium T. Het werd in 2007 opgericht vanuit de wens jonge kunstenaars beter te begeleiden bij de start van hun carrière. Directeur Zeus Hoenderop: ‘Na tien jaar in mijn atelier te hebben gewerkt bedacht ik me dat de kunstacademie en beroepspraktijk niet op elkaar aansluiten. Ik trok de stoute schoenen aan en stapte naar de kunstacademie in Tilburg, waar ik een estafetteproject opzette. Elke week organiseerde ik met twee studenten een opening, 26 weken lang. Van daaruit ben ik door gaan bouwen.’ In 2008 startte Hoenderop het Leerling/Meester-project, waarin studenten in hun laatste academiejaar gekoppeld worden aan studenten van andere academies en aan een bekende kunstenaar met wie ze een tentoonstelling in Kunstpodium T maken. Het Leerling/Meester-project brengt niet alleen bekende kunstenaars naar Tilburg, maar inmiddels ook studenten vanuit heel Nederland en België, en binnenkort ook uit Engeland.
Bij gebrek aan een meer (inter)nationaal opererend initiatief in Tilburg richtten de kunstenaars Bas van den Hurk en Koen Delaere in 2008 Whatspace op. Whatspace is begonnen als reizend avondprogramma gericht op dialoog, en maakt intussen ook langer lopende tentoonstellingen. Waar Kunstpodium T opereert vanuit kunsteducatie daar werkt Whatspace vanuit een eigen visie op kunst, die in alle activiteiten en via de populaire blog naar voren komt. ‘Whatspace staat voor samenwerking op gelijkwaardige basis’, zegt Bas van den Hurk, ‘wij werken als kunstenaars samen met andere kunstenaars op basis van gelijkheid, van onderop, niet alleen maar als curatoren of organisatoren’.
Whatspace maakt altijd gebruik van de ruimtes van andere instellingen. Het is de modus operandi van meerdere Tilburgse kunstinstellingen, in een stad waar als gevolg van de wegtrekkende industrie veel bedrijfsgebouwen leeg staan. Dat er genoeg interessante ruimtes zijn weet iedere bezoeker van de voormalige wolfabriek Museum De Pont. Het is vooral een kwestie van er bijtijds gebruik van te maken. In de omgeving van museum de Pont is zich zowaar een cultureel hart aan het ontwikkelen. De residency Gastatelier Leo XIII is in de buurt gehuisvest, in een oud schoolgebouw met meerdere woon- en werkruimtes voor kunstenaars en ontwerpers. Het gastatelier bestaat in zijn huidige vorm sinds 2009 en is bedoeld als plek voor onderzoek en concentratie. Iets waar Tilburg zich sowieso goed voor leent, gezien de locatie buiten de competitieve randstad en met de overdaad aan activiteiten en tentoonstellingen.
Park is de nieuwste ster aan het Tilburgs firmament. Het opende zijn deuren in de herfst van 2013. Park heeft een prachtige ruimte: de Gorettikapel naast het Wilhelminapark. Het is een initiatief van zes kunstenaars dat ontstond vanuit de behoefte aan een plek voor kunst uit het middensegment: kunst die te jong is voor Museum De Pont en te oud voor bijvoorbeeld Kunstpodium T. Daarmee markeert Park de definitieve volwassenwording van het Tilburgs kunstleven. Er is nu voor elk moment in de kunstenaarscarrière een passende voorziening. Rob Moonen (initiatiefnemer Park): ‘Wij zijn zes professioneel werkende kunstenaars. Ik verdien in deze stad geen rooie cent. Alles wat ik verdien komt van buitenaf, maar ik geef het hier wel uit. Ik vind dat daar een klimaat tegenover moet staan waarin wij goed kunnen werken. En dat veronderstelt dat er een cultureel aanbod is, zodat ik niet naar Eindhoven of Breda hoef te gaan omdat het daar beter is.’ Park wil net als Whatspace ook internationaal programmeren, maar het wil ook regionaal talent een even goede kans geven.
Alhoewel het effect van de bezuinigingen ook in Tilburg voelbaar is (De Verschijning, Argument en Ruimte X sloten de afgelopen tijd hun deuren), heerst in de stad een pioniersgeest. Er gebeurt genoeg om bij een volgend bezoek aan Museum De Pont te voet een ommetje te maken naar Kunstpodium T en Park. Kijk dan meteen of er in de avond wat te doen is bij Whatspace en Incubate bij te wonen. Tilburg roept!
Joris Lindhout