metropolis m

Viola Groenhart

De korte 16mm-film Sanctus (5’30”) van Viola Groenhart is toverachtig mooi. Voor je doemt een groot zwart vlak op, uit de boxen klinken de eerste klanken van een koor. Langzaam wordt zichtbaar dat er uit het inktzwart op het filmdoek een koor opdoemt, begeleid door een aantal violisten. Het lijkt op een ver doorgevoerd stadium van de clair-obscur-techniek uit de schilderijen van Rembrandt: er wordt geschilderd met licht. In een soort gele zweem vang je de dirigent op. Dan, langzaam, worden leden uit het koor uitgelicht, soms een enkel iemand, soms een groepje zangers. Maar wat je ziet zijn slechts fragmenten; je hebt de muziek nodig om met je gehoor het beeld compleet te maken. En omdat je de muziek automatisch in je hoofd verbindt met het beeld denk je dat de monden van de koorleden meebewegen met de klanken. Ze staren echter onbewogen voor zich uit, zwijgend. De expressie van het beeld wordt er niet minder op, het drama wordt juist opgevoerd. IJzig bleek en eenzaam doen de personages zich voor en juist door niet mee te zingen, lijken ze meer één te worden met de muziek – stukken uit het prozaïsche en spirituele De Berliner Messe van Arvo Pärt. Aan het eind van de film wordt het beeld langzaam weer helemaal pikzwart.

Sanctus lijkt indirect naar de zeventiende-eeuwse schilderkunst te verwijzen, maar niet alleen op dit niveau, ook in andere opzichten geeft de film je een prettige kortsluiting in je hoofd. Wie is dat die Pärts religieuze koormuziek zo treffend in beeld weet te brengen, vraag je ja af? Je zou bijna gaan denken dat het een toevalstreffer betrof. Daarvoor overtuigt de technische perfectie van Sanctus echter tezeer. Het moet een strakke regie hebben vereist om het koor van de Amsterdamse Cantorij zo in beeld te krijgen. En ook in een tweede, korte film Inland (5’20”) laat Groenhart zien dat ze grote thema’s uit de kunst niet schuwt. Inland is een kruising tussen een pastoraal landschap en een schilderij van Caspar David Friedrich. Je ziet een doorkijkje in een prachtig, groen stukje landschap uit een bos. De belichting en het geluid is ook hier zo fenomenaal dat het groen ‘knettert’ en je het gevoel krijgt dat je het bos bijna kunt ruiken. De film is opgenomen in één lange camerabeweging. Het lijkt alsof een camera zich verschanst heeft in een grot en een blik werpt op het landschap daarbuiten, maar zich vervolgens langzaam weer in de grot terugtrekt. Er komt een meisje in beeld. Ze kijkt even onbewogen voor zich uit.

De films van Groenhart doen denken aan het grote Deense talent van de korte film: Jesper Just, die videokunst weet te verzoenen met de grote cinema. Het mag hoopvol heten dat Groenhart zich al tijdens haar eindexamen op de Rietveld Academie een evenknie van Just toont en films maakt met een perfect gevoel voor scenografie en suspens.

Ingrid Commandeur

Recente artikelen