metropolis m

William Cobbing
Ingrepen

Niet zelden wordt een eerste bezoek aan een kunstenaarsinitiatief voorafgegaan door een zoektocht in de kleinstedelijke periferie. Dikwijls verschuilen expositieruimtes zich achter anonieme gevels waar naambordjes of aankondigingen ontbreken.

Zo niet bij Archipel in Apeldoorn, een van de weinige initiatieven in Nederland die argeloze voorbijgangers aanspoort vooral ook binnen een kijkje te nemen, door de tentoonstellingsruimte in de openbare ruimte te laten overlopen. Ook William Cobbing (1974, Londen) wil zijn Smooth noodle map (2000) voorbijgangers nieuwsgierig maken en de wandelroute door zijn solotentoonstelling Mutations reeds buiten de deur beïnvloeden. Direct naast de ingang heeft hij aan de gevel op enkelhoogte een organisch gevormd platform bevestigd waar men omheen dient te lopen. Eenmaal binnen wordt de bezoeker geconfronteerd met soortgelijke platte witte schijven, die het midden houden tussen denkbeeldige continenten op landkaarten en uitdijende melkvlekken. Her en der langs de wanden en zwevend boven de vloer beperken zij de wandelgang door de tentoonstellingsruimte. Smooth noodle map is echter niet dwingend genoeg om de bezoeker daadwerkelijk te sturen; de platforms voegen weinig toe aan de omgeving en blijven louter decoratieve aanhangsels van de bestaande architectuur.

Geslaagder zijn de wormvormige uitstulpsels (Untitled, 2000) die naadloos uit de muren verschijnen en weer lijken te verdwijnen. Het organische buizenstelsel van gips dat Cobbing aan de muren bevestigde, doet denken aan een gigantisch darmkanaal of rioleringsstelsel dat zich achter de wanden uitstrekt. De jonge Britse kunstenaar, onlangs afgestudeerd aan de Ateliers, is er duidelijk op uit situaties te creëren die verwonderen maar tegelijkertijd hun neutraliteit behouden. Zijn ingrepen in de architectuur van de ruimte en de anatomie van de mens weerstaan de verleiding van de tegenwoordig maar al te vaak toegepaste mogelijkheden van digitale technieken. Cobbings manipulaties zijn immer fysiek. Zo laat de foto Column (2000) een figuur zien waarvan het hoofd daadwerkelijk verdwijnt in een stalactiet-achtige vorm die uit het plafond lijkt te groeien. De voeten versmelten met de grijze vloer.

Bloodgroup (2000) toont een drietal personen die door middel van felrode protheses aan elkaar zijn geschakeld. Hoofden, handen en voeten zijn vervangen door extenties die de lichamen verbinden. De foto is zo gesneden dat een oneindige ‘chain gang’ wordt gesuggereerd. In hun eigentijdse kleding en met de armen slungelig langs het lichaam verliezen de personen hun identiteit. Zij lijken hun gemuteerde bestaan gelaten te accepteren. Eigenlijk gebeurt er niets. Verstilling is het juiste woord. Ingeklemd tussen plafond en vloer of verbonden aan elkaar, fungeren de personen, evenals de buissculpturen aan de muur, als koppelstukken ter geleiding van vloeibare substanties. Zij worden deel van een groter systeem.

Het zijn niet alleen de mutanten die de foto’s eigenzinnig maken. Juist de alledaagse settings waarin Cobbing zijn creaties situeert, geven de foto’s een vervreemdend karakter. De kunstenaar portretteert zijn schepsels in een doorsnee gang, een woonwijk, weiland of plantsoen. De werken roepen associaties op met scènes uit klassieke sciencefictionfilms. Daar waar de filmproducties uit de jaren vijftig niet over de middelen beschikten om een geheel futuristisch decor te maken, plaatst Cobbing zijn surrealistische taferelen bewust in een herkenbare, typisch alledaagse omgeving. Hierdoor krijgen zijn personages dezelfde platheid als de mutanten uit de gedateerde fantasiefilms. Met eenvoudige, maar vaak doeltreffende ingrepen slaagt Cobbing erin een atmosfeer te creëren die zowel vervreemding als herkenning oproept. Nergens zijn de taferelen beklemmend. Mutations is eerder subtiel en eigenaardig dan overdonderend of beangstigend.

De tentoonstelling kenmerkt zich door terugkerende elementen in diverse media. De foto’s, installaties en sculpturen geven blijk van een thematische samenhang, waardoor een coherent geheel ontstaat. Zonder deze onderlinge samenhang zullen enige hier getoonde werken aan kracht inboeten. Het is dan ook goed dat Archipel Cobbing – bij wijze van uitzondering – de ‘luxe’ van een solotentoonstelling biedt.

Vivian van Saaze

Recente artikelen