Iedereen heeft altijd gelijk
De opening van het culturele seizoen gaat in Nederland altijd gepaard met een golfje cultuurdebat. Mijn probleem: ik ben het altijd volkomen met iedereen eens.
Lees ik een opiniestuk van Melle Daamen in het NRC Handelsblad, en de week daarna nog een, over het labbekakkerige kunstklimaat in Nederland dat alweer is ingeslapen na de elektroshocktherapie van Halbe Zijlstra in 2011 en wegvlucht voor de grote kwesties die zich aandienen, zoals het enorme gebrek aan draagvlak voor kunst onder het algemene publiek en de consequenties van de voortschrijdende digitalisering.
Dan denk ik: die Daamen heeft gelijk! Wat is die Nederlandse kunstwereld toch een slome zelfgenoegzame bende! Actie, dames en heren. anders wacht straks weer een nieuwe bezuinigingsronde!
Lees ik een week later een reactie op zijn tekst, en nog een, van onder anderen Michiel van Iersel, waarin hij Daamen fijntjes wijst op de bloei van de cultuur buiten de schouwburg (veelal ongesubsidieerd experiment waar de schouwburg geen belangstelling voor heeft) en suggereert dat Daamen zich eens wat vaker op straat begeeft buiten de muren van zijn instituut.
Dan denk ik: goed van die Van Iersel, hij zegt precies waar het op staat! De kunst bloeit volop, buiten het gesubsidieerde reservaat. Laat die Daamen maar eens vaker buiten de grenzen van de gevestigde orde kijken en daarvan leren, elitaire pluchefiguur die hij zelf is!
Lees ik weer een paar dagen later een grote protestadvertentie van Christiaan Braun waarin hij het Stedelijk Museum terechtwijst vanwege een onzorgvuldige scheiding van bestuurlijke verantwoordelijkheden, die op z’n minst de schijn van belangenverstrengeling in zich dragen. Waarna hij het museum oproept dat snel beter te organiseren.
Dan denk ik: verdorie, slim van die oude Braun om dat op te merken! Wat een schande dat het Stedelijk Museum, met zijn poenige amateurs in de Raad van Toezicht, het eigen huishouden niet veel beter heeft georganiseerd.
Lees ik vervolgens de reactie van de woordvoerder van het Stedelijk Museum die de advertentietekst van Braun relativeert door aan te geven dat de verschillende bestuursorganen precies beschreven verantwoordelijkheden hebben die uiterst zorgvuldig gescheiden zijn, waardoor van belangenverstrengeling totaal geen sprake kan zijn. En dat directeur Ruf weliswaar welgestelde contacten heeft, maar dat dat geen probleem zou hoeven te zijn, omdat die niks met haar werk voor het Stedelijk te maken hebben.
Dan denk ik: die woordvoerder van het Stedelijk weet dat duurbetaalde protest van Braun moeiteloos te weerleggen! Wat is Braun toch een rancuneuze zeurpiet. Hij is zelf een poenige manipulator, met zijn vette advertenties! Het Stedelijk en zijn directeur hebben alles wél goed georganiseerd, zoals een publieke instelling betaamt.
Lees ik vervolgens een samenvatting van de speech van Barbara Visser, in haar hoedanigheid van voorzitter van de Academie voor Kunsten, tijdens het Paradisodebat op de Uitmarkt, waarin ze zegt dat de pers in Nederland de kunst te zeer versimpelt in plaats van complexe zaken in hun waarde te laten, en inzichtelijk te maken voor een breder publiek.
Dan denk ik: Go Barbara, je slaat de spijker op z’n kop! De Nederlandse kunstpers bestaat uit louter populisten die zelfs in kwaliteitskranten maar wat met ‘het Volk’ mee lopen te blaten. Laten ze zichzelf en hun publiek eens wat serieuzer nemen!
Waarop het vervolgens voor mij nu alweer twee weken wachten is op het weerwoord van pak ‘m beet Rutger Pontzen of Hans den Hartog Jager, met wie ik het zonder enige twijfel van harte eens zal zijn als ze Vissers kritiek met een brede grijns van tafel vegen.
En zo vergaat het me steeds in het cultuurdebat, na elke nieuwe bijdrage: iedereen heeft altijd gelijk.
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M