metropolis m

Still uit ‘Annihilation’, 2018, van Alex Garland, courtesy Netflix

Overstromingen in Scandinavië, een hitterecord in Marokko, een inferno op Hawaï; deze zomer zijn de weerextremen dagelijks nieuws. Het Rode Kruis vreest een rampjaar. Voor Metropolis M dook Olivia Brown in het angstvallig realistische film- kunst- en literatuurgenre van eco-horror. Ze bespreekt kunstenaars die zich niet laten verlammen en ondanks alles het open einde blijven omarmen. GO TO THE ENGLISH VERSION

Leven in de 21e eeuw begint vreemder te voelen dan fictie. Ik sla The Guardian open om het nieuws te lezen. Ik lees een kop over onderzoekers die de maan willen ontginnen om de klimaatcrisis te bestrijden. Ik sla The Guardian dicht.

Vraagje: welke fase van de apocalyps is dit? Het is februari en in mijn woonplaats barsten de bomen al van de groene bladeren, de benauwde lucht gonst van insecten. Misschien is het nu al te warm voor deze tijd van het jaar, maar je verdringt de gedachten aan hoe het zal zijn in de zomer en geniet van het moment. Mijn vrienden en ik kijken tv als het buiten begint te stortregenen. Ze kijken wantrouwend uit het raam en merken op dat onweer steeds vaker gepaard gaat met tornadowaarschuwingen. Een herkenbaar gevoel van ongemak bekruipt me.

De sensatie van eco-horror overstijgt het genre van thrillers waarvan het plot bepaald wordt door thema’s rondom de ecologische crisis. Bestaan vandaag de dag staat gelijk aan het permanent ervaren van een subtiele, onder de oppervlakte liggende maar altijd aanwezige angst dat het leven massaal aan het veranderen is vanwege een door de mens veroorzaakte klimaatramp. Onbewust en ongewild zijn we verworden tot personages in het net op stoom komende plot van een apocalyptische film.

Celeste Dupuy-Spencer, 'A Universe Where She Finishes Her Charge', 2020, olie op doek, courtesy privécollectie en Nino Mier Gallery, Brussels

Celeste Dupuy-Spencer, 'Don't Lose Your Lover', 2018, olieverf op doek, courtesy privécollectie en Nino Mier Gallery, Brussel

Mijn vrienden en ik zijn overlevenden van orkaan Katrina, dus onze eco-horror blockbuster debuteerde in 2005. We maken ons vooral zorgen dat Mother Nature Production Studios groen licht krijgt voor een reboot. Nu er steeds meer extreme klimaatrampen plaatsvinden op de hele planeet, wordt de groep overlevenden alleen maar groter. Deze crisis zal niet snel verdwijnen, maar lijkt elk jaar sneller te groeien. Ontevreden als we zijn met onderpresteren, zal de mensheid haar doelen voor planetaire vernietiging zelfs eerder behalen dan gepland. [1] Het effect hiervan op het geestelijk welzijn van jonge mensen is, weinig verrassend, rampzalig. Een grote studie meldde dat de meerderheid van de mensen tussen 16 en 25 jaar zich grote zorgen maakt over de klimaatcrisis en zich verraden voelt door de regering. [2]

Zolang de krantenkoppen blijven berichten over oplossingen op de maan in plaats van nieuwe regelgeving hier op aarde, is het twijfelachtig of dit negatieve sentiment zal omslaan. De emoties die jongeren over de hele wereld ervaren zijn niet gelokaliseerd of toe te wijzen op het individu, maar maken deel uit van de collectieve ervaring van eco-horror. Mijn vrienden voelen hetzelfde als hun telefoon een tornado-waarschuwing laat horen. Ik voel hetzelfde als de grachten in Amsterdam de hele winter niet dichtvriezen. In een complex web van abstracte, existentiële angsten en tastbare individuele keuzes is het eco-horror affect het schrikbeeld dat door onze verbeelding spookt en ons lichaam achtervolgt, dat onze adrenaline doet pieken bij de gedachte aan wat er allemaal mis kan gaan.

Voorspelbare verhaallijnen

Kunstenaars lopen vaak voorop in het zichtbaar maken van deze levensangst, die zich manifesteert als de dreigende schaduw van een nucleair armageddon van de jaren vijftig, de angst voor ecologische ontwrichting door pesticiden in de jaren zeventig en de verandering van het klimaat vanaf het begin van het nieuwe millennium. Gezien de verdere escalatie van de klimaatcrisis zal eco-horror niet zo snel verdwijnen uit de populaire cultuur. We staan wellicht zelfs aan het begin van zijn renaissance.

Een van de vele hedendaagse kunstenaars die zich bezighouden met eco-horror is kunstenaar Celeste Dupuy-Spencer. Haar enorme schilderijen verbeelden verontrustende voorstellingen met dieren en vervormde mensen die in rommelige en soms bloederige interacties met elkaar in aanraking komen. In Don’t Lose Your Lover (2018) vluchten dieren weg van een bosbrand die in de verte woedt, terwijl een schijnbaar onbewust stelletje elkaar innig staat te zoenen in de koplampen van hun auto. Op een ander schilderij, getiteld A Universe Where She Finishes Her Charge (2020), doorboort een huilende olifant twee witte jagers, het bloed gutst uit hun monden en over de witte slagtanden. Dupuy-Spencers voorstellingen bevinden zich in het walgelijke en fantastische, ze bieden geen uitweg, maar staren de complexe monsterlijkheid van ons verwrongen bestaan onbeschaamd in de bek.

Die benadering zou zomaar onze beste optie kunnen zijn. De angst voor de grote plotwending in het verhaal van onze planeet is gestoeld op de werkelijkheid, de verandering heeft al plaatsgevonden. Wij, als onderworpen protagonisten op reis door de 21e eeuw, leven in een tijdperk van muterende eco-horror en de daaruit voortvloeiende creatieve output. De angstige emoties van de jongere generatie zijn volkomen terecht, maar ze zijn helaas waardeloos als ze niet worden omgezet in actie. We kunnen ons er niet bij neerleggen dat we eenzaam aan de rand van een klif marcheren, omkijken, zuchten en ons vervolgens in de afgrond storten. Eco-horror maakt deel uit van ons dagelijks leven, en we moeten er flexibel mee omgaan. Tegelijkertijd moeten we onszelf blijven uitdagen om verder te denken dan de voorspelbare verhaallijnen van de onomkeerbare apocalyps, en ons een open einde blijven voorstellen, hoe magisch realistisch dat ook lijkt. Hiervoor moeten we de verlammende verhalen van absolute vernietiging blijven deconstrueren. Alleen met elkaar kunnen we zowel het genre als de emotie van eco-horror veranderen in een van kritische mogelijkheden, in plaats van alleen terreur.

Klimaatverbeelding

Dit gedachtegoed wordt door kunstenaars die intensief met eco-horror werken veelvuldig toegepast in film, beeldende kunst en literatuur, waarvan vooral de laatste een grote opleving van het genre klimaatfictie (kli-fi)  heeft gezien. In zijn boek The Great Derangement: Climate Change and the Unthinkable uit 2016, doet schrijver Amitav Ghosh een oproep om de klimaatverbeelding te onderzoeken. In wezen vraagt hij zijn lezers zich bezig te houden met hun eigen gedachten over de toekomst in relatie tot de klimaatcrisis, en met de manier waarop ze in hun hoofd verhalen construeren over de toekomst.

De film Annihilation uit 2018 is een goed voorbeeld van hoe onze relatie tot eco-horror aan het veranderen is. De film, gebaseerd op de gelijknamige roman van Jeff VanderMeer, is weliswaar een thriller over een buitenaards en onstabiel milieu dat langzaam op aarde groeit en de planeet dreigt op te slokken met onbekende gevolgen, maar in tegenstelling tot eco-horrorfilms als The Happening van M. Night Shyamalan, die tien jaar eerder in première ging, doodt hier het milieu niet de mensen die eraan worden blootgesteld. In plaats daarvan fuseert het nieuwe milieu met de aarde op een manier die de personages in de film niet kennen of kunnen voorspellen. Vijandig maar vernietigend mooi, althans voor degenen die ermee om kunnen gaan.

In Annihilation fuseert het nieuwe milieu met de aarde op een manier die de personages in de film niet kennen of kunnen voorspellen. Vijandig maar vernietigend mooi

Still uit 'Annihilation', 2018, van Alex Garland, courtesy Netflix

In die zin geeft deze film een duidelijke verandering aan in onze verbeelding van de klimaatverandering. De komende eeuw zullen we ons onvermijdelijk moeten aanpassen aan ons onstabiele klimaat, en zal de nadruk steeds minder komen te liggen op waarschuwende verhalen over wat er zal gebeuren als we te ver gaan – de grens van 1,5 Cº zijn we misschien allang gepasseerd. In plaats daarvan zullen we ons op creatieve manieren moeten aanpassen. Er is geen weg meer terug, geen tijd meer om te dromen over wat we anders hadden kunnen doen, de enige eis die nu nog geldt is dat we het anders gáán doen.

Dat is allemaal leuk en aardig, maar het probleem met ‘anders doen’ is dat ons gevoel van horror verlammend werkt, het maakt ons tot herten die verstijfd in koplampen staren, onzeker over de volgende stap. Veel kunstenaars die zich bezighouden met eco-horror bieden een even ironisch- als cathartische uitlaatklep voor deze verlamming. Niet alleen door de voldoening die uit sommige beelden gehaald kan worden, maar ook door de troost dat iemand in het vuur van onze brandende toekomst kijkt en terug schreeuwt.

Wat ga je er verdomme aan doen?

Kim Abeles heeft een doorlopende serie gemaakt, getiteld Smog Collectors (1987 – heden), waarvan een aantal bestaat uit herdenkingsportretten van Amerikaanse presidenten die op borden zijn gestencild en buiten worden neergezet, waar ze langzaam verkleuren door de smog die op de borden neerslaat. Wanneer de sjablonen worden verwijderd, blijven de beeltenissen van de presidenten achter, waarbij de ondoorzichtigheid ervan een weerspiegeling vormt van hun politieke nalatenschap met betrekking tot het milieu. Hoe agressiever de deregulering van het milieubeleid, hoe langer het bord buiten blijft en hoe donkerder het portret. Abeles gebruikt ze vervolgens om een tafel mee te dekken, waardoor de kijker zich moet voorstellen dat hij eet van een bord dat besmet is met de erfenis van politieke leiders uit het verleden. Voor mij hebben deze werken een sterke realiteitszin die de urgentie van onze huidige situatie zichtbaar maakt. Abeles werk dringt op suggestieve wijze de vraag op: hoe voel je je hierbij? En wat ga je er verdomme aan doen?

Er is geen weg meer terug, geen tijd meer om te dromen over wat we anders hadden kunnen doen, de enige eis die nu nog geldt is dat we het anders gáán doen

Kim Abeles, uit 'World Leaders in Smog', 2019, porceleinen bord met Macron, smog verzameld in Parijs (stad en buitenwijk)

Het is ongelooflijk moeilijk om te leren leven met de pijn, de woede, de angst en de frustratie van de klimaatcrisis, en in plaats van toe te geven aan deze emoties erop te reageren. Ik hoop dat we ophouden ons collectief als ongelukkige, passieve personages te voelen in een verhaal dat hen overkomt, maar dat we steeds meer een actieve rol in gaan nemen in deze eco-horrorfilm. Net als in de jaren vijftig, zeventig en nul heeft deze klimaatcrisis existentiële angsten opgeroepen die iets in ons wakker schudden. Zolang we ons er maar niet door laten verlammen. Het is niet de eerste dreigende apocalyps waar de mensheid mee geconfronteerd wordt, en net als de vorige keren is ook deze ramp niet onafwendbaar. Maar alsjeblieft, for the love of God, kunnen we zorgen dat dit apocalyptische scenario de laatste is? Ik hoef echt niet nóg een reboot te zien.

Deze tekst is uit het Engels vertaald door de redactie

1 IPCC, Climate change widespread, rapid, and intensifying, website IPCC

2 Elizabeth Marks, Caroline Hickman, Panu Pihkala, Susan Clayton, Erik R. Lewandowski, Elouise E. Mayall, Britt Wray, Catriona Mellor en Lise van Susteren, ‘Young People’s Voices on Climate Anxiety, Government Betrayal and Moral Injury: A Global Phenomenon’, SSRN Electronic Journal, januari 2021

Olivia Brown

is kunstenaar en schrijver uit New Orleans, VS. Ze doet onderzoek naar thema’s als kli-fi, Zwarte lichamen en besmetting

Recente artikelen