‘Over een jager, een meisje en een wolf…’
Wat maakt een tentoonstelling geslaagd voor volwassenen én kinderen? Beide groepen dienen in ieder geval op hun eigen niveau aangesproken te worden. Het Museum voor Moderne Kunst Arnhem ging de uitdaging aan met ‘Over een jager, een meisje en een wolf…’ een tentoonstelling rond het sprookje ‘Roodkapje’.
‘Over een jager…’ is een kleine, maar veelzijdige tentoonstelling die te zien is op een typische locatie in het museum: de balustrade van de Koepelzaal. De tentoonstelling oogt speels: het grote kerkorgel (een vast element in de ruimte) trekt onmiddellijk de aandacht, maar ook het kleurrijke ‘patchwork’ eronder, de forse zwarte-witte muurschildering, de gedetailleerd geschilderde gezichten die je met priemende ogen aanstaren vanaf de grote doeken en de bewegende beelden op de videoschermen.
Het MMK zette voor ‘Over een jager, een meisje en een wolf…’ vijf jonge kunstenaars aan het werk met de opdracht zich te laten inspireren door ‘Roodkapje’. Floor Adams, Tamara Muller, Rozemarijn Westerink, Navid Nuur en Lisa Vieten, werden geselecteerd door conservator Joke Alkema omdat zij allemaal in hun werk al eens het sprookje als uitgangspunt namen.
Door de eeuwen heen is menig kind voor het slapen gaan al ‘geconfronteerd’ met deze vertellingen. De meeste sprookjes zijn, door in hun scherpe tegenstellingen verpakte levenslessen namelijk niet zo zachtaardig. Waren sprookjes in vroegere tijden vertellingen voor analfabete volwassenen, tegenwoordig zijn het voornamelijk fantasierijke verhalen voor kinderen. In ‘Over een jager, een meisje en een wolf…’ worden deze elementen nadrukkelijk ingezet om de tentoonstelling te presenteren als geschikt voor de hele familie.
Sommige kunstenaars nemen het sprookje letterlijk als uitgangspunt, anderen ontleden het verhaal en herinterpreteren de losse elementen. Gezamenlijk zetten zij op postmoderne wijze hun vraagtekens bij de deze oeroude volksvertelling als ‘groot verhaal’. Vaak gebeurt dit door het bevragen van de stereotype rollenpatronen. Waar in ‘Roodkapje’ de jager de redder en ‘het goede’ vertegenwoordigd, is hij in het werk van Tamara Muller (1975) en Rozemarijn Westerink (1982) een figuur met een mitrailleur of een soort gemaskerde guerrillastrijder. ‘Roodkapje’ vertegenwoordigt in het sprookje meestal de onschuld die aan de gevaarlijke buitenwereld wordt blootgesteld. Muller schept verwarring door het meisje verschillende rollen toe te bedelen en zo haar onschuld te bevragen. Is zij wel zo onschuldig? Heeft zij ook niet een andere kant?
De droomachtige beelden van Westerink staan ver van ‘Roodkapje’ af, ze verleiden de bezoeker eerder tot het bedenken van eigen sprookjes. Een kracht die de werken aansprekend maakt voor zowel kinderen als volwassenen. Floor Adams (1980) blijft dichter bij de oorsprong: in een van haar leuke animatiefilmpjes valt de Grote Boze Wolf plots op zijn knieën voor ‘Roodkapje’ en tovert een ring in een doosje tevoorschijn. De menseneter blijkt in tweede instantie eerzame bedoelingen te hebben.
Het meest complexe werk in de tentoonstelling is de veelomvattende installatie van Lisa Vieten (1977) en Navid Nuur (1976). De installatie borduurt voort op een boek dat zij samen maakten, getiteld Afterouge. De publicatie ontstond uit hun gedeelde fascinatie voor ons collectief geheugen als rijke voedingsbodem voor associaties.Roodkapje vormde daarbij het uitgangspunt van hun onderzoek. De installatie is een ruimtelijke vertaling van het associatieve boek, waaraan vele deelnemers (kleuters, bejaarden, maar ook kunstenaars) een beeld- en woordbijdrage leverden. Ook de oude vertellingen hebben een plaats in de installatie: zo bestaat het geruite grootmoeders kleedje dat onder het onder het orgel gedrapeerd is uit een verzameling pagina’s uit een keur aan verhalenbundels. Vieten en Nuur proberen met hun installatie ook een nieuwe laag associaties aan hun verzameling toe te voegen en nodigen bezoekers uit om hun eigen associaties op de muur te schijven (wat velen ook niet schroomden te doen). Het enige minpunt: De kunstenaars wilden de kinderen niet onderschatten en hebben daarom voor een ‘volwassen’ presentatie gekozen. maar een iets toegankelijkere presentatie, met iets meer houvast voor de jonge bezoeker zou toch prettiger geweest zijn.
Die zelfde conclusie kan helaas voor de hele tentoonstelling getrokken worden. Het thema sluit aan bij de belevingswereld van zowel groot als klein, en is daarom een leuke optie voor een familiebezoek rond de kerstdagen. Begeleiding blijft echter noodzakelijk, want er liepen toch verschillende kinderen rond met weinig aandacht voor de verhalen om hen heen.
Cathelijne Dapiran