metropolis m

Susanna Inglada

De post-Halbe Zijlstra kunstenaar heeft de boodschap begrepen: van de staat valt niet veel meer te verwachten, hij kiest beter voor de kunstmarkt.

Thijs Jansen

Zolang als het Fonds BKVB bestaat (intussen opgegaan in het Mondriaan Fonds) zijn er grote presentaties waarin door de staat ondersteunde kunstenaars voor het voetlicht worden gebracht. Iedereen die wat ouder (en destijds wat jonger) is herinnert zich De Kracht van Heden uit 1993. Het was een fenomenaal levendig overzicht dat met een cross-over van kunst en design een bruisende aankondiging vormde van wat ik maar even de Roaring Nineties noem. Tot de deelnemers hoorden onder anderen een jonge Rineke Dijkstra en Inez van Lamsweerde, Aernout Mik en Job Koelewijn. Het is niet vaak meer gebeurd dat de titel van een tentoonstelling zich zo overtuigend waarmaakt.

Sindsdien hoopt het Fonds op een vergelijkbare impact bij de publieke verantwoording van de bestede subsidies, wat op de een of andere manier nooit meer echt is gelukt. Al zijn het zonder uitzondering leuke overzichten om te bezoeken.

De laatste paar jaar concentreert het Fonds zich bij deze publieke verantwoording op jong talent, de kunstenaar die nog maar een paar jaar de academie heeft afgerond. Wat ik wel jammer vind. Zoals het ook spijtig is dat nu het Mondriaan Fonds van de minister geen ontwerp meer mag doen ook de vormgeving uit het aanbod is verdwenen. Vitaliteit van een omvang en breedte als bij De Kracht van Heden is nu niet meer mogelijk. Tenzij de fondsen een keertje gaan samenwerken. (keertje groot festival doen met alle subsidieregelingen?)

Het Mondriaan Fonds heeft er een paar jaar geleden voor gekozen om de presentatie te koppelen aan een kunstbeurs. Begrijpelijk, gezien het belang van publieke zichtbaarheid in de huidige politiek weerbarstige tijden, maar ook wel veelbetekenend. Een kunstbeurs is nu eenmaal iets anders dan een anonieme loods in het Amsterdamse havengebied (locatie van De Kracht van Heden). Het plaatst een regeling die is opgericht om kunstenaars gelegenheid te geven zich los van de markt te ontwikkelen in de meest commerciële omgeving die de Nederlandse kunstwereld kent. Op mij komt dat toch over alsof het Mondriaan Fonds ermee wil zeggen dat het de talenten een jaartje heeft ondersteund, maar dat de markt het nu toch echt weer van hem moet overnemen.

Gezien het feit dat de regeling bedoeld is om de talenten vrij te houden van te veel marktdruk zou je verwachten de ondersteunde kunst volstrekt onhandelbaar of eigenwijs is. Maar dat valt dit jaar enorm mee. Er zit vrijwel niets onverkoopbaars bij. Het meeste kan bij wijze van spreken direct door naar de galeries in de hal ernaast. Mondriaan Fonds directeur Birgit Donker zegt het ook in de inleiding van de catalogus, dat er dit jaar opvallend veel fotografie en schilderkunst bij zit. En we weten allemaal wat het in de handel goed doet.

Ik wil het verleden niet romantiseren. In De Kracht van Heden was net zo min alle kunst enorm dwars en onverkoopbaar. Zoals ik ook niet wil zeggen dat galeries altijd de veilige weg van de makkelijk verkoopbare kunst kiezen. Maar een zeker commercieel aangepast gedrag zit de jonge kunstenaar van dit jaar kennelijk ingebakken. En dat kan geen toeval zijn in het post-Halbe Zijlstrakunstklimaat. De kunstenaars doen iets wat van ze wordt verwacht, iets wat mogelijk een consequentie is van het gevoerde beleid op allerlei niveaus en de communicatie daaromheen.

Bij al deze kanttekeningen zij gezegd dat de presentatie van dit jaar als tentoonstelling de beste Prospects & Concepts is tot nog toe. Noor Mertens toont zich een ideale curator, de beste die de jonge talenten zich mochten wensen. Zelden zag ik het curatorschap zo etymologisch zuiver uitgevoerd, door iemand die zich zorgzaam en dienstbaar heeft opgesteld, zonder zichzelf nadrukkelijk naar voren te schuiven. Mertens gaf iedere kunstenaar een eigen plek, die het werk optimaal presenteerde. Ze heeft zich bovendien een slag in de rondte gewerkt door met iedereen gesprekken te voeren en daar in de catalogus uitgebreid verslag van te doen.

De catalogus zal ik komende maanden, zo niet jaren, vaker raadplegen. En ik weet zeker dat ik menig kunstenaar in allerlei presentatie-instellingen en galeries tegen zal gaan komen. Van een paar weet ik al dat dat gaat gebeuren. Ik kijk er alvast naar uit.

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen