metropolis m

Op de grond van Paradiso Noord ligt in het midden van de zaal een geel vierkant tapijt. De ruimte waar normaliter rijen fans zich ophouden in afwachting van een band of muzikant op het podium, biedt plaats aan een performance. Door deze interventie is de popzaal geen popzaal meer; ze krijgt een andere lading. Curatoren Maaike Gouwenberg en Petra Heck onderzochten hoe je beeldende kunst vertoont in een muziekcontext. Het resultaat was afgelopen woensdag 7 septmber in de vorm van vijf performances te ervaren in Paradiso Noord, de dependance van de poptempel in De Tolhuistuin.

Een aantal in het beeldende kunstcircuit bekende kunstenaars, choreografen en muzikanten kreeg de opdracht voor deze context een performance te ontwikkelen of erop aan te passen. Maar wanneer is een performance geschikt voor een popcontext? Hoe makkelijk vervagen grenzen tussen dans, muziek en kunst? De avond was er een van vallen en opstaan. Hoewel interdisciplinariteit alomtegenwoordig is, blijkt de beeldende kunst weer eens contextafhankelijk. De avond bood institutionele kritiek in een actueel jasje. Naast het functioneren van de ruimte (jaren zestig) en de positie van de kunstenaar (jaren tachtig) vormt het concept persona in performance – van danser tot rapper – een terugkomend onderwerp van reflectie.

Nicole Beutler

Choreograaf Nicole Beutler opent met de sterke performance 6: THE SQUARE, een korte versie van haar Bauhaus trilogie. Het eerdergenoemde gele vierkant biedt het raamwerk voor een onderzoek naar vorm, lichamelijkheid en narratief in performancekunst, functionerend zowel als podium als artistiek kader. Acht dansers en een ‘MC’ uit de Amerikaanse Square Dance, tasten letterlijk de grenzen af. De in traditionele danskleding gehulde MC (inclusief cowboyhoed), zweept het publiek op en begeleidt de dansers van abstracte en anonieme ritmische dans naar een krioelend orgastisch hoogtepunt.

Nora Turato

Vervolgens vindt de verplaatsing van de vloer naar het podium plaats, waar aankomende Rijksakademie-resident Nora Turato haar als avant-garde hiphop bestempelde performance ten gehore brengt. Een boze waterval aan buzzwoorden schetst een kritisch beeld van populaire cultuur. Alhoewel, kritiek, het is effectieve, maar uitgeholde (zelf)kritiek. Opvallend is hoe eenvoudig de huidige tijd zich laat persifleren. Turato neemt het jargon van de veel te zelfbewuste maar immer onzekere vrouw om haar ermee om de oren te slaan. Maar op een podium is daarvoor meer nodig dan taalkundig vermogen alleen. De wetten van de popzaal laten niet enkel de verbale kwaliteiten van Turato, maar veelal haar gebreken als podiumpersoonlijkheid zien.

Gelukkig is het kunstpubliek welwillend, zelfs als Charlotte Goessaert en Joost Maaskant in het daaropvolgende Exorcisme op een soortgelijk probleem stuiten. De danser en beatboxer persifleren een exorcisme door deze tot waanzin drijvende duiveluitdrijving te combineren met elementen uit de popcultuur. Terwijl Maaskant een live-soundtrack refererend aan pop en metal muziek creëert, zien we danseres Goessaert langzaamaan de controle verliezen. Maar gekte beklijft niet in een halfvolle concertzaal. De personae zijn net niet genoeg uitgewerkt, waardoor het optreden blijft hangen tussen een metareflectie en volledige overgave.

Michael Portnoy

Dit werkt gelukkig twee kanten op. Een sterk ontwikkeld personage heeft aan een klein gebaar genoeg. Michael Portnoy, die een achtergrond heeft in stand-up comedy, presenteert op de avond een performance voor één acteur. Blink 111 toont de close-up van een geschminkte acteur op groot scherm. Met de voor Portnoy kenmerkende serieuze dwaasheid kondigt de performer zijn partituur aan: het ritmisch knipperen met de ogen als visueel en muzikaal instrument. Een meesterlijke performance met een knipoog.

Keren Cytter & Akhila

In de grande finale worden de verhouding tussen kunst en muziek het meest duidelijk op scherp gesteld, juist omdat hier alle aspecten de revue passeren. Keren Cytter mixt projectie, gesproken woord, zang, rook en veel, heel veel stroboscopisch licht. Wat begint als een fragmentarische performance, eindigt in een half uur durende clubavond on acid, het publiek in een staat variërend van extase tot verstening brengend. Niet alleen de rol van performer, maar ook die van het publiek wordt aan het wankelen gebracht. Welke rol speelden wij vanavond, of hadden wij moeten spelen? Die van analyserend kunstpubliek of juist die van naar ervaring hunkerende clubgangers? De verandering van context blijkt tijdens de avond op zijn best heerlijk verwarrend.

Rocky – Performances in een poptempel

Paradiso Noord, Amsterdam

7.9.2016

Sanneke Huisman

Recente artikelen