metropolis m

Leyla Cardenas, re:weave, 2017. Photo: Werner Mantz Lab – Romy Finke.

The Materiality of the Invisible onderzoekt de vriendschap tussen archeologie en kunst. Er is toegeëigend, verboden en vergankelijk erfgoed, conceptueel, activistisch en subtiel beeld. Na afloop van de tentoonstelling zou een archeoloog vragen: wat zijn we nu te weten gekomen over onszelf?

De tentoonstelling strekt zich uit over de Jan van Eyck academie, Marres en Bureau Europa in Maastricht. Daar worden de resultaten getoond van een samenwerking tussen de Jan van Eyck academie en NEARCH; een internationaal netwerk dat nieuwe werkvormen voor archeologie wil bevorderen. Rossella Biscotti, Joey Bryniarska & Martin Westwood, Leyla Cárdenas, Giuseppe Licari, Iratxe Jaio & Klaas van Gorkum en Matthew C. Wilson werkten sinds 2015 aan dit project en presenteren hun onderzoek nu in relatie tot nog eens vierentwintig kunstenaars(duo’s).

Marres: uitgummen en inkleuren

Enkele kunstenaars in deze tentoonstelling vragen erkenning voor misstanden in hun thuisland. Imran Channa tekende een foto na op de muur en gumde die uit. Het uitgegumde beeld zou verband hebben met de opdeling van Brits-India in islamitisch Pakistan en hindoestaans India. De deling veroorzaakte een vluchtelingenstroom die honderdduizenden mensen het leven kostte. Foto’s van deze periode zijn verboden en door zo’n foto toch te tekenen, uit te gummen en te exposeren toont Channa met Holy Ghost (2017) een indrukwekkend mengsel van gumsel en genocide.

Ook Daniel Knorr toont censuur. Vlakbij Channa plaatste hij terloops The State of Mind (2007). Het is met opzet een nietszeggend beeld, van een stapel zandkleurige brokken. Hoewel ze lijken op een natuurverschijnsel werden ze gemaakt van onherkenbare, vertrouwelijke documenten. Toen de Berlijnse muur viel, vermaalde en begroef de STASI (veiligheids- en inlichtingendienst van de DDR) alle documentatie van de totalitaire dictatuur. Mocht men de documenten ooit opgraven, wat ook gebeurde, zou de inhoud allang verdwenen zijn. Knorr veranderde niets aan de inhoudsloze documenten, hij toont ze alleen. Daarmee ontkent hij de ontkenning van de geschiedenis.

De één gumt om dichterbij de werkelijkheid te komen, de ander kleurt in. Zo voegt Matthew C. Wilson haarscherp nachtzicht toe aan mijn voorstelling van archeologische terreinen. Metabolization sequence (2017) is een ultra-HD infraroodfilm die werd opgenomen in de Duitse plaats Schöningen. De film bestaat uit de twee kleuren cyaanblauw en roestbruin, met een onaardse sfeer als gevolg. Er zijn trage close-ups van een plastic koepel waar overdag onderzoek plaatsvindt. De planten die er in groeien lijken zich niet te storen aan de bedrijvigheid van het archeologisch onderzoek. In een modderpoel zwemt een kikkervisje en op lange afstandsshots strekt het geploegde gebied zich uit. Alles en iedereen is hier bezig met zijn eigen routine. Micro- en macrobewegingen krijgen dezelfde wetenschappelijke waarde en/of waardeloosheid en de mens wordt door Wilson minder belangrijk gemaakt.

Bureau Europa: een nieuwe naam

Een paar jaar geleden kocht Fernando Sánchez Castillo Azor, het jacht van dictator Franco. Waar andere overblijfselen van zijn fascistische regime werden vernietigd, bleef de Azor bestaan als plezierjacht en trekpleister voor neofascisten. Sánchez Castillo ontmantelde het en maakte er aluminium blokken van die op pallets verspreid staan door de grote ruimte van Bureau Europa. Ze breken er een lans voor het onthouden, terwijl in Spanje nog altijd straatnamen worden vervangen die doen denken aan de erfenis van Franco. Geschiedenis laat zich niet uitwissen door een nieuwe naam, zo stelt Sánchez Castillo met Síndrome de Guernica (Guernica Syndrome) (2012) . Er is nog een film die uitlegt hoe de blokken gemaakt werden en een paar overgebleven delen van het jacht liggen achterin de zaal in een hoek. Ze hadden er evengoed niet kunnen zijn, want in deze ruimte kun je niet anders dan kijken naar de weerstand die het aluminium bood aan de pers en de ontkenning waar het een symbool voor is.

Ook Studio RAAAF waagt zich aan het anti-monument. In de kelder, niet geheel toevallig een soort bunker, toont RAAAF een berg gipsen miniaturen van ruïnes van de Atlantik Wall. Er staan in Noorwegen, Denemarken, Nederland, België en Frankrijk 17.000 bunkers langs de kust, ooit bedoeld als verdedigingslinie tegen de geallieerden. Maar nu laten mensen er hun hond uit en lijkt het wel alsof niemand een balletje durft op te gooien of het niet eens tijd wordt om ze weg te halen. RAAAF stapelde de miniaturen op tot een geordend geheel dat lijkt te zeggen “en als we ze nu eens allemaal op een hoop gooien…?” Beyond the Atlantic Burden (2017) is een speelse pesterij die net als Sánchez Castillo’s Azor een discussie op gang wil brengen over de betekenis van beladen erfgoed.

Van Eyck: verbeelding

De Van Eyck is lichtvoetiger, poëtischer van aard. Er wordt gespeeld met imitaties, met exterieur en interieur. Intrigerend is The Double (2015) van Roy Villevoye & Jan Dietvorst. Deze film documenteert de hardhandige zoektocht naar het evenbeeld van een man. Op basis van beelden en verhalen vervaardigt iemand een goedgelijkende missionaris uit siliconen rubber. Terwijl de maker in het lichaam snijdt of een metalen pin door de voet heen schuift, vertellen bekenden van de geportretteerde over zijn identiteit. Het maakt hem aanwezig in het materiaal. Als er één voor één haartjes in de arm worden geprikt, word ik misselijk. De maker is onverbiddelijk; zonder aarzelen steekt hij een pincet in het oog. Het is een klassiek gegeven van het beeldhouwen: de beeldhouwer ziet altijd het materiaal, de kijker verbeeldt. Op de bovenste verdieping van de academie kun je het resultaat nog eens van dichtbij bekijken. De huls is leeg; mijn hoofd schuift er een personage in.

[figure materiality08a,materiality08,materiality09,materiality10,materiality11]

Ook Iratxe Jaio en Klaas van Gorkum gaan in op de verhouding tussen artefact en dienst identiteit. Nire ama Roman hil da (My mother died in Rome) (2015) toont replica’s van tekens op potscherven uit een archeologische vondst waarvan de authenticiteit ter discussie staat. In de film worden de tekeningen op de potscherven ontcijferd door wetenschappers. Toen de directeur van deze plaats een sensationele ontdekking aankondigde, waren de teksten en tekeningen groot nieuws. Ze bevatten Egyptische hiërogliefen, Latijnse teksten en de eerste bewijsstukken voor het Baskisch. Twee jaar na dato veranderden de potscherven in bewijsmateriaal in een strafzaak, omdat het archeologische team werd beschuldigd van fraude. Jaio en Van Gorkum tonen dat het niet zozeer een artefact zelf is, maar de publieke verbeelding die de waarde ervan bepaalt.

Het biedt er antwoorden in overvloed op de vraag die de gemoederen in Rotterdam bezighoudt: wat vertellen we toekomstige generaties over ons verleden?

In The Materiality of the Invisible gebruiken kunstenaars archeologie als denkmal om hedendaagse kunst af te gieten. Er wordt gezocht naar de grenzen tussen waar en onwaar, erkenning en ontkenning, authenticiteit en bedrog. De breedte van die zoektocht gaat ten koste van de NEARCH-kunstenaars, die met meer ruimte ook meer erkenning konden afdwingen. Het voordeel is echter dat het een uiterst actuele tentoonstelling is geworden die zich fijn afspeelt in de luwte van Maastricht, ver weg van de perikelen rond de naam ‘Witte de With’. Het biedt er antwoorden in overvloed op de vraag die de gemoederen in Rotterdam bezighoudt: wat vertellen we toekomstige generaties over ons verleden? Een mens laat een spoor achter dat door een tweede mens wordt getoond. Een derde mens kijkt, en vertelt dat aan een vierde mens. De dingen die we achterlaten zijn lege hulzen. Onze eigen verbeelding, die laat ons zien wie we werkelijk zijn.

The Materiality of the Invisible, 30.08.2017 – 26.11.2017 bij Marres. Van 30.08.2017 – 29.10.2017 bij Van Eyck en Bureau Europa, Maastricht

 

Brenda Tempelaar

is kunstenaar en kunstcriticus

Recente artikelen