Foto uit Stephan Keppels ‘Soft Copy Hard Copy’, uitgegeven door Fw:Books
Telkens opnieuw, maar net weer anders – Stephan Keppel fotografeert Amsterdam
Boeken hebben iets definitiefs, maar Stephan Keppels Soft Copy Hard Copy weet daaraan te ontsnappen. Langs stoepranden, grachtencurves en resten van lang geleden ingekerfde boodschappen ga je met de kunstenaar mee op zwerftocht door Amsterdam. Achter schijnbaar achteloos achtergelaten tekens gaan bijzondere verhalen schuil, blijkt wanneer Lotte Haagsma het boek leest en de tentoonstelling bij Enter Enter bezoekt.
Stephan Keppel fotografeert de stad. Niet de volumes, perspectieven, daklandschappen of lange lijnen van de infrastructuur, en ook geen karakteristieke gebouwen of uitzichten. Keppel richt zijn blik en vervolgens zijn camera op details waar het oog meestal achteloos overheen glijdt: structuren van een muur, stoepranden, metselverbanden, tegelpatronen en de resten van een lang geleden gezette tag. Vervolgens werkt hij in zijn atelier door op de verzamelde beelden en een enkel afgedankt object. Hij zet het marginale in het centrum. Beelden worden geprint, samengevoegd met andere beelden, van een nieuwe laag voorzien, ze komen in een boek terecht, worden aan de muur gehangen, in de ruimte geplaatst, ergens neergelegd, opnieuw gefotografeerd misschien, sterk uitvergroot, omgezet in zwartwit. En iedere stap levert weer een nieuw beeld op. Er ontstaat een eindeloze ruimte van beelden die telkens opnieuw maar net weer anders verschijnen.
[blockquote]Beelden worden geprint, samengevoegd met andere beelden, van een nieuwe laag voorzien, ze komen in een boek terecht, worden aan de muur gehangen, in de ruimte geplaatst…En iedere stap levert weer een nieuw beeld op
‘Keppels werk kenmerkt zich door een constant her-bevragen van de status van een beeld’, vertelt Hans Gremmen van uitgeverij Fw:Books, die zijn boeken vorm- en uitgeeft. ‘Boeken hebben iets definitiefs,’ zegt Gremmen. ‘Voor veel kunstenaars en fotografen vormt een boek een eindpunt; als het af is beginnen ze aan een nieuw project.’ Voor Keppel is de tentoonstelling in Enter Enter een manier om aan die opeenvolging te ontsnappen. ‘Bladzijden uit het boek zijn opnieuw bewerkt,’ vertelt hij, ‘sommige beelden zijn uitvergroot en op ander materiaal gedrukt.’ Objecten die door hem zijn gefotografeerd staan in fysieke vorm in de ruimte opgesteld, om met andere ogen bekeken te worden, opnieuw gewaardeerd te worden, in een andere context, een ander kader, vanuit een ander perspectief. Het boek zal ook weer als materiaal voor een volgende tentoonstelling dienen, komende zomer bij Camera Austria in Graz, meldt Keppel. Het werk is nooit af.
Soft Copy Hard Copy is het vierde boek dat Gremmen en Keppel samen maken. Eerdere boeken kwamen voort uit een verblijf in de steden Den Helder, Parijs en New York. In Den Helder vormde de vondst van een afgedankte xeroxprinter de start van het proces van fotograferen en printen. Sindsdien werkt hij met vanuit zuivere files geprinte beelden. Van de camera meteen door naar de printer. Vandaar ook de titel van dit laatste boek: van soft copy (digitaal) naar hard copy (print). In dat printproces kan vervolgens van alles gebeuren. De experimenten met verschillende drukversies zijn een steeds belangrijker onderdeel van zijn praktijk geworden, vertelt hij. Inmiddels werkt hij met een groot formaat kopieerapparaat, het soort dat door architectenbureaus wordt gebruikt.
Amsterdam, waar Keppel woont, is het onderwerp van zijn meest recente project, dat inmiddels een boek en een tentoonstelling opleverde. Terugkerend motief hierin is de curve. Hij vertelt dat, waar hij in Parijs en New York veel wandelde, hij in Amsterdam voornamelijk fietst. ‘Dan vallen de vloeiende lijnen me op, van de grachtengordel waar de rest van de stad omheen gebouwd is, maar ook de rondingen van de Amsterdamse-Schoolarchitectuur.’ Het gevonden buisje van een loodgieter werd hiervan het symbool, een terugkerend patroon dat het project als een logo begeleidt.
Keppel fotografeert en reproduceert ook documenten en markeringen van anderen. Beelden als berichten. Berichten die niet altijd meer leesbaar zijn of in ieder geval niet meer relevant. Berichten uit het verleden, als briefjes op een keukentafel die de volgende dag achteloos de pedaalemmer in verdwijnen en die zonder context moeilijk te duiden zijn. De boodschap is aangekomen, de urgentie voorbij. Maar achter die schijnbaar achteloos achtergelaten tekens blijken soms bijzondere verhalen schuil te gaan, zoals over de cijfers die met witte verf soms op gevels van woningen zijn aangebracht. Daarmee zouden in de Tweede Wereldoorlog huizen zijn gemarkeerd van mensen die ervan verdacht werden in het verzet te zitten, om ze ’s nachts beter in de gaten te kunnen houden. Het appeltje dat in de gevel van het Paleis op de Dam staat gekerfd, blijkt een restant van een performance van anti-rookmagiër Robert Jasper Grootveld uit 1975.
Achterin het boek staat deze informatie verzameld. Soms kort met alleen een adres, soms met meer uitgebreide achtergrondinformatie over een gebouw, een architect of een vondst. Zoals over de Amsterdamsche Waterleidingduinen die nog steeds een derde van Amsterdam van water voorzien. Keppel ontfermde zich over de afgedankte balken waarmee de waterleidingen op hun plek werden gehouden, nam ze mee naar zijn studio en fotografeerde ze. En de doorgescheurde gestreepte vellen papier in blauw en groen die hij op straat bij het afval vond leken niet toevallig op het werk van Daniel Buren: het bleken originele edities van de Franse kunstenaar. Overigens zijn maar enkele pagina’s van het boek genummerd, waardoor het koppelen van beeld en informatie enig puzzelen en bladeren kost.
Het werk van Keppel kent een aandachtige vorm van kijken en herkauwen die mooi past bij deze vertragende corona-tijd. Hij richt zijn camera op details die in vergetelheid of onbruik zijn geraakt
Het werk van Keppel kent een aandachtige vorm van kijken en herkauwen die mooi past bij deze vertragende corona-tijd. Hij richt zijn camera op details die in vergetelheid of onbruik zijn geraakt – ooit vol aandacht aangebracht, neergelegd, nauwkeurig geconstrueerd, maar door het verloop van de tijd, het verdwijnen van geheugen en het fluctueren van de geschiedenis zijn ze nutteloos geworden, of zó gewoon dat we ze niet meer zien. Het werk van Keppel is een uitnodiging tot kijken – ook naar dat wat ogenschijnlijk waardeloos is. Iemand vertelde mij laatst te geloven dat de dingen een eigen leven hebben. Ook als wij ze niet zien of gebruiken. De tentoonstelling bij Enter Enter kwam tot stand tijdens de tweede lockdown en wacht vooralsnog op publiek. Verstopt achter wit gesausde etalageramen vormen objecten en prints er onverstoord hun tijdelijke samenleving. Tot de deur open gaat en een mens er een blik op werpt, aan het interpreteren slaat en op zoek gaat naar verbanden.
De tentoonstelling bij Enter Enter blijft tot eind maart staan. Om het gemis aan bezoek te compenseren, stelde Hans Gremmen een tentoonstellingscatalogus samen in een oplage van 500, verkrijgbaar via Enter Enter – een reproductie van dezelfde beelden in weer een nieuwe vorm.
Zie hier het boek Soft Copy Hard Copy.
Lotte Haagsma